Sarike Verbiest 20 juni 2016 0 reacties Print Je bedrijf flexibeler maken? Er is veel meer mogelijk dan een flexibel contractOrganisaties op zoek naar manieren om mee te bewegen met de omgeving kiezen al snel voor flexibele contracten. Maar dat is slechts één van de vele mogelijkheden. TNO laat in haar boek ‘Gebalanceerde Flexibiliteit’ tien voorbeelden uit de praktijk zien. Innovatieve alternatieven voor flexibel organiseren.Organisaties op zoek naar manieren om mee te bewegen met de omgeving kiezen al snel voor flexibele contracten. Maar dat is slechts één van de vele mogelijkheden. TNO laat in haar boek ‘Gebalanceerde Flexibiliteit’ tien voorbeelden uit de praktijk zien. Innovatieve alternatieven voor flexibel organiseren. Jonge Honden Een voorbeeld: JongeHonden. De jonge honden zijn hoogopgeleide professionals die aan het begin van hun loopbaan staan. Organisaties huren een jonge hond meestal enkele maanden in. Ze zoeken vooral een frisse blik en een open mind. Handig voor het bedrijf, want de jonge hond is vaak leergierig, kritisch, enthousiast en snel ingewerkt. En de jonge hond zelf krijgt toegang tot een keur aan mogelijkheden voor professionele- en persoonlijke ontwikkeling. Je bent niet lang een jonge hond. Maar na de periode als tijdelijke medewerker zijn er vaak genoeg opties: uitstroom naar een ‘reguliere’ baan, ondernemerschap buiten of binnen JongeHonden, of als zzp’er of leidinggevende van een team aan de slag. Want doordat jonge honden hun netwerk flink uitbreiden vinden de meeste relatief snel een nieuwe baan. Variatie en ontwikkelmogelijkheden Een ander praktijkvoorbeeld is het regionale ziekenhuis Elkerliek met een intern flexbureau. Het bureau vangt schommelingen in de hulpvraag op en verpleegkundigen kunnen snel en eenvoudig ingezet worden op verschillende afdelingen. Goede, nieuwe medewerkers stromen zo makkelijk door naar een vaste afdeling. En vaste medewerkers die ervoor kiezen om flexibel inzetbaar te zijn op verschillende afdelingen krijgen meer variatie in hun werk en ontwikkelmogelijkheden. Het is een voorbeeld van Interne kwalitatieve arbeidsflexibiliteit, één van de vier verschillende flexcategorieën uit de handreiking van TNO. De categorieën zijn niet helemaal sluitend en lopen nog al eens in elkaar over maar geven wel een aardig beeld van de flexpraktijk: Externe kwantitatieve arbeidsflexibiliteit. Denk aan een fabriek die moet kunnen meebewegen met fluctuaties in de vraag naar productie. Of de horeca waar ze afhankelijk zijn van de seizoenen. Beiden kunnen gebruik maken van flexibele contracten om veranderingen in de vraag op te vangen. Het bedrijf kan zelf een flexibel contract afsluiten met werknemers (zoals tijdelijke contracten of oproepcontracten) of kiezen voor externe inhuur (bijvoorbeeld via een uitzendbureau). Interne kwantitatieve arbeidsflexibiliteit. Voorbeelden zijn het werken met kleine deeltijdcontracten om fluctuaties in het werkaanbod op te vangen, het hanteren van flexibele werktijden of de inzet van overwerk bij pieken in de vraag. Interne kwalitatieve arbeidsflexibiliteit door vast personeel breed in te zetten op verschillende afdelingen, functies en/of taken. Maar ook een beroep doen op de flexibele houding van het personeel is een manier om variatie in het werk op te vangen. Externe kwalitatieve arbeidsflexibiliteit houdt in dat organisaties specialistisch werk uitbesteden aan een andere partij. Andersom kan een organisatie ook werk aannemen van derden. Het is dan alleen kwalitatief als het gaat om het in- of uitbesteden van specialistisch werk, voor competenties die je zelf niet in huis hebt. Ook de inhuur van specialisten via een detacheringsbureau of als zzp-er kan een vorm zijn van externe kwalitatieve flexibiliteit. Als het alleen gaat om het overdragen van een overschot aan werk aan een andere partij is het een vorm van externe kwantitatieve flexibiliteit. Voor- én nadelen Elk van deze vormen van flexibiliteit heeft voor- en nadelen. Zo kan flexibilisering van de arbeidsmarkt een risico zijn voor de werkzekerheid, ontwikkeling en zelfs gezondheid van medewerkers. Werkgevers kan het ad hoc inzetten van arbeidsflexibiliteit veel geld kosten. Hoe kunnen werkgevers flexibel zijn en tegelijkertijd het welzijn van de medewerkers waarborgen? Dat is, zoals TNO het noemt, gebalanceerde flexibiliteit. De handreiking van TNO laat met tien praktijkvoorbeelden zien hoe organisaties daarmee kunnen omgaan. Hoe kan je brede inzetbaarheid slim toepassen? Hoe ga je bewuster om met externe flexkrachten? Hoe kunnen zzp’ers samenwerken? De komende weken zullen we hier op ZiPconomy een aantal van de inspirerende succes stories uit de praktijk publiceren. De volledige uitgave is hier te vinden. anders organiseren, flexibiliteit Print Over de auteur Over Sarike Verbiest Sarike Verbiest is onderzoeker/adviseur bij TNO Gezond Leven. Ze doet onderzoek naar en geeft advies over flexibele arbeid. Ze onderzoekt trends en ontwikkelingen en de effecten van flexibele arbeid op zaken als duurzame inzetbaarheid en innovatie. Daarnaast adviseert ze bedrijven in de vormgeving van hun flexibele arbeid. Het uitgangspunt van haar advies is altijd om een optimum te vinden in werknemers- en werkgeversbelangen. Een organisatie moet presteren en flexibel kunnen opereren, maar wel op zo'n manier dat de medewerkers er ook bij gebaat zijn. Bekijk alle berichten van Sarike Verbiest