"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Met drie interim-kaders kan Wiebes de kopersstaking ivm Wet DBA breken. De wijsheid ligt op straat.

Met het stellen van drie interim-kades – hoogte van tarief en duur van de opdracht – kan Staatssecretaris Wiebes per direct helderheid creëren waarmee de kopersstaking in verband met de Wet DBA gebroken wordt.

De implementatie van de Wet DBA is vastgelopen. Onderschatting van de werkelijkheid op de arbeidsmarkt, de complexiteit van de mix van arbeids- en fiscale regels en een gebrek aan regie lijken de belangrijkste oorzaken.

Gevolg is dat de Wet DBA onevenredig veel zelfstandigen én organisaties raakt en er een kopersstaking is ontstaan. Om de gevolgen van die staking te breken, moet per direct worden ingegrepen. Dat kan. Er zijn uit het werkveld genoeg suggesties gedaan om dat mogelijk te maken.

Wat nu direct nodig is, is het creëren van een speelveld waarbinnen glashelder is dat het inhuren van zzp’ers zonder risico kan.

Dat kan door drie ‘interim-criteria’ te hanteren:

  1. Opdrachten met een uurtarief boven de 40 euro vallen buiten het kader van de Wet DBA.
  2. Opdrachten korter dan 500 uur per jaar vallen ook buiten het kader van de Wet DBA.  
  3. Stel verder de norm dat een zelfstandige maximaal twee jaar fulltime bij één enkele opdrachtgever mag werken zonder zijn (fiscale) status als zelfstandige te verliezen.

Zo ontstaat er een helder vrij speelveld (korter dan 500 uur en/of meer dan 40 euro) waarbinnen de normale regels omtrent vrij economisch verkeer tussen twee volwassen marktpartijen gelden. Eventueel vast te leggen met een ‘wilsverklaring’ in een contract.

Buiten dat speelveld is het grijze gebied: opdrachten blijven prima mogelijk. Maar dan met een aantal extra afspraken, vast te leggen in modelovereenkomsten. Inclusief de extra verantwoordelijkheid voor de opdrachtgever, zoals de bedoeling is van de Wet DBA. Voor opdrachten langer dan twee jaar kan dat eventueel via de aanvraag van een ruling door de Belastingdienst (bijv via een “beschikking (geen-)verzekeringsplicht”).  

speelveld-wet-dba

Met deze spelregels (en een paar aanvullende details die onderaan dit artikel staan uitgewerkt) kaders richt je de Wet DBA en andere handhavingsmogelijkheden van de Belastingdienst op de twee gebieden waar misbruik gemaakt wordt van zzp-constructies. :

  • Situaties waar zzp’ers gedwongen worden om in een schijnconstructie te werken (altijd: laag tarief plus langdurige relatie met een opdrachtgever)
  • Situaties waarin zzp’er zelf gebruik maakt van een schijnconstructie (zeer lange, fulltime, opdrachtrelatie met een opdrachtgever). Indien aanvullend nodig: scherp de controle op het onterecht ontvangen van zelfstandigenaftrek met name bij deze (goed te identificeren) groep aan.

99% van alle gevallen van schijnconstructies, die maatschappelijk ongewenst zijn en/of verstorend werken in de onderlinge concurrentieverhoudingen tussen zelfstandigen, kunnen zo gericht worden bestreden zonder dat goedwillende zelfstandigen en hun opdrachtgevers er last van hebben.

Dit is geen waterdicht systeem, het is een interim oplossing. Waarmee ondertussen gewerkt kan worden aan een duurzaam alternatief, waarin zowel de evaluatie van de Wet DBA en de bevindingen van de commissie Boot kunnen worden meegenomen.

Deze oplossingen komen niet uit de lucht vallen. De basis werd gelegd tijdens een bijeenkomst waar een flink aantal grote organisaties die zzp’ers inhuren aanwezig waren, verschillende zzp-organisaties, diverse intermediairs plus een flinke groep zelfstandigen. Die basis is nu aangevuld en aangescherpt met nieuwe suggesties die momenteel rondgaan o.a. in reacties op artikelen hier op ZiPconomy van organisaties als de FNV Zelfstandigen en de brancheorganisatie Bovib.

De voorgestelde criteria sluiten aan bij wat rechters vaak gebruiken bij het bepalen of iemand nu een ondernemer of een werknemers is. Ook zij houden meer rekening met de intenties. Deze criteria zijn ook niet discriminerend qua hoog/laag tarief en/of hoog/laag opleidingsniveau. Ze leggen wel de focus op risicogebieden van misbruik door zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Deze focus werd in de aanloop naar de Wet DBA ook bepleit door belangenorganisaties, maar verdween toen de Wet DBA in werking trad.

Voor de liefhebber licht ik toe waarom juist voor deze interventies te kiezen (en niet voor anderen voorstellen) waarbij ik eerst even een paar stappen terug ga om te analyseren wat nu eigenlijk het probleem was en is. (een PDF van dit gehele artikel is hier te vinden

Analyse en toelichting

Het mag duidelijk zijn dat het stelsel (arbeidsrecht, sociale zekerheid, fiscaal recht) de laatste 10-20 jaar onvoldoende is meegegroeid met de maatschappelijke praktijk. Door de VAR is dit lang verborgen gebleven. Door diezelfde VAR was effectieve bestrijding van oneigenlijk gebruik van het zzp-construct voor de fiscus onmogelijk.

Nu de VAR als deken is weggetrokken, wordt helder dat de markt behoefte heeft aan duidelijkheid, consistentie en duurzaamheid.

Een half jaar nadat de Wet DBA van kracht is gegaan, kunnen we de conclusie trekken dat de Wet DBA niet in deze duidelijkheid voorziet en zich veel te weinig richt op probleemgebieden. De Wet DBA is veel te generiek, terwijl de wet – zoals ook altijd bepleit wordt door de belangenorganisaties – zich moet richten op probleemgebieden.

Oftewel: de weeffouten moeten uit de Wet DBA. Echter voor een zo duurzaam mogelijke oplossing is ontwikkeling van het stelsel noodzakelijk. Dit is urgent, maar zal zeker tijd kosten. Meer tijd dan de markt nu kan verdragen.

De markt heeft nu heel hard duidelijkheid nodig. Interventies die voor opdrachtgevers glashelder moeten maken wat nog wél kan én die per direct in te voeren zijn. Zodanig dat de Wet DBA geen impact heeft in delen van de markt, waar hij ook niet voor bedoeld is. Zonder te ontkennen dat er in beperkte zin wel degelijk misbruik wordt gemaakt van zzp-constructies, soms door opdrachtgevers, soms door zelfstandigen.

Het grote probleem met de Wet DBA is dat het in de huidige manier van implementatie onvoldoende gericht is op die risicogroepen. Iets wat in aanloop van de Wet wel altijd bepleit is door brancheorganisaties. Daardoor raakt de Wet DBA veel grotere groepen zelfstandigen dan de bedoeling was en is.

Eerst maar even een aantal stappen de diepte in.

Wie zijn ‘de zzp’ers’

“1,1 miljoen zzp’ers zijn de dupe van de Wet DBA”, stond er onlangs in een opiniestuk. Dat is  een verkeerde voorstelling van zaken. Er komen momenteel veel zelfstandigen door de Wet DBA in de problemen. Maar het is wel belangrijk om een en ander in het juiste perspectief te blijven zien. De Wet DBA heeft te maken met zelfstandigen waarvan het mogelijk onduidelijk is of er wel of geen dienstverband is met een opdrachtgever. Er zijn ook allerlei type zzp’ers waar dat totaal niet voor geldt en die dus niets met Wet DBA van doen hebben.

  • 22% (CBS 2014) van de zzp’ers verkoopt producten en geen eigen arbeid.
  • Een behoorlijk percentage zzp’er levert (tijdelijke) diensten aan (veel verschillende) particulieren (cijfer onbekend).
  • Een behoorlijk percentage zzp’er levert diensten aan bedrijven, zonder dat iemand ook maar een vermoeden van een arbeidsrelatie heeft. Bijvoorbeeld omdat zo iemand volstrekt onafhankelijk en vanuit zijn eigen werkomgeving diensten levert (bijv. de boekhouder, maar dan niet iemand die als interim-boekhouder tijdelijk bij een organisatie werkt).
  • Een deel van de zzp’ers is bezig met een bedrijfje op te starten, en is zzp’er in afwachting van de groei om personeel aan te nemen.
  • Dan zijn er professionals die veel korte opdrachten uitvoeren, vaak bij verschillende opdrachtgevers, ook wel de ‘gig-workers’.  Die zouden volgens de geest van de Wet DBA (zie ook antwoorden van Wiebes aan de Tweede Kamer in de schriftelijke behandeling van de Wet DBA) buiten de Wet DBA moeten vallen (denk aan cameraman ‘Rein’). Maar hierover is zoveel ruis dat veel opdrachtgevers – onterecht – denken dat de Wet DBA ook over deze groep gaat, waardoor hier veel zzp’ers de gevolgen van de Wet DBA merken. Waarover later meer.

De groep zzp’ers waar we het wel over hebben zijn zzp’ers – zowel hoog als lager opgeleid – die ingehuurd worden door organisaties. Vaak voor een periode van 1 tot 36 maanden (soms langer). Vanwege hun specifieke expertise en/of vanwege de behoefte aan flexibele capaciteit. Mensen die gedurende de opdracht vooral ook bij de klantorganisatie actief zijn en waarvan het op het oog niet direct duidelijk is wat hen nu qua werkzaamheden onderscheidt van mensen in loondienst: de ‘zelfstandige interim professionals’.

Dit zijn in de regel de zzp’ers die nog ergens in een bureaula de VAR-wuo hebben liggen. Dat zijn er ongeveer 360.000. Dat je een VAR-wuo hebt, betekent zeker niet dat je automatisch ook ‘onder de Wet DBA valt’, maar het is een indicatie.

De Wet DBA gaat dus in ieder geval niet over alle zzp’ers, maar wel om een forse groep. Een deel van die groep ondervindt momenteel ernstige hinder van de Wet DBA terwijl ze niet onder de doelstellingen vallen.

(Ik weet het, door specialisten valt hier van alles op af te dingen, maar ik probeer het een beetje overzichtelijk te houden. En er zijn inderdaad ook mensen die zowel in de ene als de andere groep vallen).

Wet DBA gaat over schijnconstructies , niet gedwongen zzp’schap

Het draait bij de Wet DBA om het tegengaan van schijnconstructies rond zzp. Dat is wat anders dan gedwongen zelfstandigheid. Die twee worden nogal eens door elkaar gehaald en niet door de minsten. Zoals door Minister-President Rutte onlangs bij een ONL-bijeenkomst, door minister Asscher bij zijn presentatie van het IBO zzp rapport.

  • Bij een schijnconstructie doet iemand zich ten onrechte voor als zzp’er, en dus valt dus ook hij ten onrechte niet onder fiscale – en andere regels voor werknemers.
  • Een gedwongen zelfstandige is iemand die eigenlijk een baan wil en bij gebrek aan alternatief zzp’er is.

Schijnconstructie/schijnzelfstandigheid

Bij een zzp-schijnconstructie worden ten onrechte door werk-/opdrachtgever geen loonheffing en premies ingehouden en de zzp’ers maakt ten onrechte aanspraak op fiscale ondernemersvoorzieningen zoals de zelfstandigenaftrek. Volgens het (enige) uitvoerige onderzoek dat daar naar is gedaan ligt het percentage tussen de 2 en 17%, wat een flinke bandbreedte is. Maar goed, dat het binnen het huidige arbeidsrecht en fiscale regels rond ondernemerschap lastig is om te definiëren wat schijnconstructies zijn, dat wisten we vooraf al, en dat wordt nu ook wel erg duidelijk. Wat een schijnzelfstandige nu precies is, daar kunnen juristen hele congresdagen over vol praten. Een simpeler en meer gangbaar beeld van een schijnzelfstandige is iemand die langdurig, fulltime bij één organisatie actief is en werkzaamheden doet die niet wezenlijk anders zijn dan wat werknemers in loondienst doen.  De zzp-bouwvakker die al jaren maar voor één aannemer werkt (waar hij misschien vroeger in loondienst was) maar ook de IT-zzp’er die – tegen een prima tarief –  jaar in jaar uit gewoon in een team van één organisatie meedraait (ook niet zelden zijn oud-werkgever).

Dat schijnconstructies een ongewenst fenomeen is, daar zal niemand het over oneens zijn. Het oneigenlijk gebruik maken van fiscale voorzieningen (korter gezegd: belastingfraude), verstoort eerlijke concurrentie met andere zelfstandigen die wel volgens de regels werken en is misbruik door opdrachtgevers in met name kwetsbare groepen zzp’ers. Dit rijtje is nog wel uit te breiden.

Dat de VAR geen geschikt instrument is om dit tegen te gaan, daar zijn en waren bijna alle politieke partijen en zzp-vertegenwoordigers het over eens.

Gedwongen zelfstandigen

Daar schijnconstructies zijn er ook  gedwongen zelfstandigen. Daar gaat de Wet DBA niet over. Gedwongen zelfstandigen zijn mensen die uit nood zijn gaan zzp’en. Omdat ze geen werk in loondienst kunnen vinden, terwijl dat wel hun voorkeur heeft. Typisch profiel zijn vaak mannen boven de 50, zowel in blue- als whitecollar (van bouwvakker tot interim-manager). Een leeftijdsgroep die het slecht doet in de huidige arbeidsmarkt (al wordt dat beter). Maar ook in de media- en creatieve wereld zijn er veel, vanwege het overschot op de arbeidsmarkt van mensen met die expertise. En, een betrekkelijk nieuw fenomeen, de (niet zelden hoogopgeleide) starters op de arbeidsmarkt, die als zzp’er de eerste stappen op de arbeidsmarkt maken, in afwachting van iets vast. Necessity driven entrepreneurs wordt deze groep genoemd in het vakjargon. Een deel daarvan slaagt alsnog in het ondernemerschap en ontdekt na een paar jaar nooit iets anders gewild te hebben. Een deel vindt na een periode van zzp-schap wel een baan (dat is ook een verklaring van het hoge aantal ‘starters’ als ‘stoppers’ onder zzp’ers). Typerend voor deze categorie is vaak (zeer) lage tarieven.

Het percentage gedwongen zelfstandigen ligt volgens bureau Panteia (input voor IBO-zzp) op 17%. Recentelijk internationaal onderzoek van McKinsey legt het cijfer rond een kwart van alle zzp’ers (gemeten over een aantal westerse landen, niet Nederland). Andere onderzoeken komen op ongeveer hetzelfde percentage. Daarmee is het aantal gedwongen zelfstandigen dus zeer waarschijnlijk hoger dan het aantal schijnzelfstandigen.

Gedwongen schijnzelfstandigen

Er zit deels een overlap tussen deze twee groepen: dat zijn de gedwongen schijnzelfstandigen.

Er zijn mensen op de arbeidsmarkt die door een combinatie van arbeidsmarktfactoren (geen keus) en gedrag opdrachtgever gedwongen worden om in schijnconstructies te werken. Bijvoorbeeld de bouwvakker die ontslagen wordt en de dag daarna door dezelfde organisatie fulltime voor langere periode wordt terug ingehuurd als zzp’er. Maar dan zonder sociale zekerheid, zonder rechten en tegen een tarief waarvoor hij zich nauwelijks kan verzekeren. Vergelijkbare voorbeelden zijn er in de thuiszorg, vervoer en mediawereld. Of de Oost-Europeanen die met bussen naar Nederland gebracht werden, even een tussenstop maakten op een administratiekantoortje om een VARretje aan te vragen en dan ver onder CAO-loon aan de slag gingen. Gedwongen schijnzelfstandigen hebben in principe bijna allemaal een laag tarief, ze hebben immers ook geen onderhandelingsmacht. Niemand weet hoe groot deze groep is. Maar veel meer dan 2%-5% van de totale zzp-markt zullen dit er m.i. toch niet zijn.

De rest van de schijnzelfstandigen is daar niet toe gedwongen. Dat zijn situaties waarbij zowel de zzp’er als de opdrachtgever het wel prima vinden zo (of ze zijn zich niet bewust van feit dat het een schijnconstructie is). En een klein deeltje van deze zzp’ers dwingt feitelijk hun opdrachtgevers om in een schijnconstructie te werken. Een deel (ja, ja – vast een heel klein deel) van de IT’ers bijvoorbeeld die zich onmisbaar hebben gemaakt bij hun klant en ondanks jaarlijkse verzoeken van die klant weigeren om in dienst te komen. Met een tarief dat niet gehinderd wordt door CAO-afspraken plus de zelfstandigenaftrek, dat is wel zo aantrekkelijk.

Een groot deel van de gedwongen zzp’ers werkt niet in schijnconstructies maar hosselen (soms is het niet anders) noodgedwongen maar toch ‘als echte zelfstandigen’ opdrachten en opdrachtjes bij elkaar, in afwachting tot de mogelijkheid zich aandient om in loondienst te gaan.

En gelukkig is verreweg de grootste groep zelfstandigen en groot deel van de zelfstandige interim professionals noch schijnzelfstandige, noch gedwongen zelfstandig.

Wat is nu het probleem?

If it ain’t broke, do not fix it, schreef Prof Arjan van den Born over het thema schijnzelfstandigheid twee jaar geleden op ZiPconomy. Wat is nu eigenlijk het probleem?

In hoeverre bovenstaande twee punten, schijnconstructies  en gedwongen zelfstandigheid een probleem is haagt van je sociaal-maatschappelijke opvattingen.

De gedwongen zelfstandigen

Dat iemand zich gedwongen voelt om zzp’er te worden, is natuurlijk niet prettig. Al zullen er ook genoeg mensen zijn die zich gedwongen werknemer voelen, of zijn. Het standpunt dat iemand die weinig kansrijk is op de reguliere arbeidsmarkt via het zzp-schap actief bezig probeert te zijn (een uitkering is het alternatief) valt m.i. te verdedigen. Feit is ook dat in deze groep zzp’ers zijn die geen tot nauwelijks een inkomen op het bestaansminimum weten te verwerven. Omdat ze heel moeilijk aan een opdracht komen, in combinatie met soms schrikbarend lage tarieven. Zie de cijfers over armoede in deze groep zzp’ers.

Beleidsmaatregelen hiertegen, voor zo ver mogelijk en gewenst (afhankelijk van de maatschappijvisie) zullen vooral gericht zijn op de werk-/opdrachtgevers. In de partijprogramma’s voor 2017 wordt veelal gewezen op het verlagen van de drempel om mensen in dienst te nemen. Het invoeren van minimumtarieven voor bijvoorbeeld sommige kwetsbare sectoren wordt door geopperd als maatregel. Ook de huidige vorm van de zelfstandigenaftrek (vast bedrag) werkt voor sommige prijsconcurrentie in de lage tarieven regionen in de hand.

Deels uiterst gevoelige onderwerpen die we in dit kader nu even laten liggen (voer voor de formatie), immers  we raken af van het onderwerp af. De Wet DBA is niet bedoeld om gedwongen zelfstandigheid als zodanig aan pakken.

De gedwongen schijnzelfstandigen

Dat de gedwongen schijnzelfstandigheid een probleem is dat aangepakt moet worden, daar is zo beetje iedereen het wel over eens. Hier hadden alle politici het steeds over in de debatten in de Tweede Kamer. Dat dat moeilijk lukt via de oude VAR (=primair controle bij de zzp’ers) is ook wel evident. Dat bij deze groep met name de opdrachtgevers aangesproken moeten worden, wat met VAR niet kon en met de Wet DBA wel, is ook weinig omstreden.

De niet-gedwongen schijnzelfstandigen

Er is een groep zelfstandigen die – naar volle tevredenheid – langdurig (langer dan twee jaar, soms een veelvoud daarvan) fulltime bij één opdrachtgever werkt. Het is een groep dit niet tot nauwelijks in de debatten aan bod is gekomen. Het is een groep met vaak een heel behoorlijk uurtarief, ze zijn verre van zielig en niemand heeft er last vast, zo zou je zeggen.

In hoeverre dit ook echt een probleem is, dat hangt wederom van je politieke visie.

Deze mensen betalen geen sociale premies (en de opdrachtgever ook niet). “Nee, ze kunnen ook geen aanspraak op die sociale voorzieningen maken”, zullen sommigen zeggen. “Een collectief sociaal stelsel werkt alleen als ook de sterkere schouders hun (financiële) bijdrage aan dat stelsel leveren”, roepen anderen . Het lage percentage zzp’ers dat zich verzekert voor arbeidsongeschiktheid en niet spaart voor pensioen baart velen zorgen. Maar hier gaat we op korte termijn niet uitkomen. Ook dat is iets voor de formatie, met al dan niet een (verplichte deelname) aan een ministelsel en/of een opt-out regeling a la het plan van ONL, of een keuze uit alle tinten grijs die daar tussen liggen en mogelijke hervorming van de zelfstandigenaftrek.

Zo komen we op het volgende politiek gevoelige onderwerp. Je kan je afvragen in hoeverre deze groep schijnzelfstandigen terecht de € 7.280,- zelfstandigenaftrek en de 14% MKB-winstvrijstelling ontvangt. Immers wanneer je jaren achtereen bij één opdrachtgever werkt, dan ben je volgens de huidige fiscale regels (ook zonder de Wet DBA) geen ondernemer voor de inkomstenbelasting.

Het via de Wet DBA terugdringen van het aantal mensen dat op deze manier een zelfstandigenaftrek ontvangt is nooit heel expliciet als drijfveer van de Wet DBA genoemd. Maar ik verzeker u, genoeg politici en zeker belastingambtenaren die uitgerekend hebben wat  dit – met zeg 25.000 minder zzp’ers uit deze categorie – oplevert.

Ze zullen het niet hardop zeggen, maar zelfs bij D66 en de VVD (de enige twee politieke partijen die in hun verkiezingsprogramma echt volmondig voor behoud van de zelfstandigenaftrek zijn) komt het in hun strijd voor behoud van die aftrek politiek wel goed uit dat het aantal mensen die aftrek ontvangt, wat terugloopt. Zeker als dat mensen zijn waarvan het twijfelachtig is of ze die moeten krijgen (het was immers ooit een inkomensondersteunende maatregelen voor de sabbelende kleine zelfstandige).

Wanneer het grootste probleem van deze groep nu het onterecht ontvangen van de zelfstandigenaftrek is, dan kan je wel de vraag stellen of je deze groep nu moet aanpakken (als je dat al wilt) via de opdrachtgever, zoals de Wet DBA beoogt? Die opdrachtgever gaat immers niet over de belastingaangifte van de zzp’er. Het is ook niet primair de opdrachtgever die hier iets ‘fout’ doet of ergens misbruik van maakt (wat je bij gedwongen schijnzelfstandigheid wel kan stellen). En bovenal is de Wet DBA hier een onhandig indirect instrument voor; de toets op de ondernemerscriteria die in de VAR wel zat, is er juist uitgehaald.

De effecten van de  Wet DBA

Er zijn nu zeven meldpunten om klachten over de Wet DBA te verzamelen. Ik ben benieuwd wat daar voor harde feiten uitkomen. Maar ik heb wel een vermoeden dat het deze richting opgaat:

  1. De Wet DBA heeft beperkte impact op het meest urgente maatschappelijke probleem, namelijk de gedwongen schijnzelfstandige.
  2. De Wet DBA heeft een onevenredig effect groot effect op een deel van de hoogopgeleide zelfstandigen, waarvan voor een groot deel dit ook een onbedoeld effect is.

Punt 1 zegt ik met enige voorzichtigheid, omdat zzp’ers in deze groep mogelijk minder mondig zijn en ook afhankelijker zijn en dus ook minder hoog van de toren kunnen blazen. Wat ik wel weet en zie is dat er opdrachtgevers in dit segment zijn die hun hele businessmodel gehangen hebben aan schijnconstructies. Dat laten ze echt niet zomaar uit handen nemen. Het signaal dat er voorlopig niet gecontroleerd wordt, zal met name hier gehoord zijn.

Een ander element bij punt 1 is dat de hantering van de termen ‘geen gezag/vrije vervanging’ nu juist uitkomsten bieden voor een deel van de lagere betaalde functies. Het merkwaardige fenomeen doet zich nu voor dat het voor opdrachtgevers met relatief  eenvoudige (en laagbetaalde) opdrachten (een indicatie voor gedwongen schijnconstructies) het veel makkelijker is om een modelovereenkomst af te sluiten dan  de opdrachtgevers die ruime tarieven betalen voor zp’ers in het bovenste marktsegment.

Punt 2 is een verzameling van effecten. De recente inventarisatie op ZiPconomy onder grote opdrachtgevers maakt duidelijk dat ze  strikter de regels interpreteren dan Wiebes bedoeld heeft. Uit voorzichtigheid, en soms ook om het ze ook prima uitkomt (loondienst is vaak goedkoper in dit segment). Deels komt dit zeker ook door  de houding van een deel van zijn eigen ambtenaren bij de Belastingdienst, waar er zowel ‘rekkelijken’ als ‘preciezen’ zijn, die zo hun eigen interpretaties hanteren.  Het ontbreekt ten enenmale aan glasheldere criteria wat er nu nog wel kan en mag. Met name in dit segment geven termen als gezag en persoonlijke arbeid te weinig houvast.

Duidelijk is dat een deel van de zzp’ers die bij die organisaties niet verder kunnen dat niet kunnen omdat ze daar ook wel erg lang (jaren) achter elkaar één opdracht deden.  Dat kan gezien worden als een ‘gewenst effect’ van de Wet DBA. Mogelijk gaat dit om enkele tienduizenden zelfstandigen.

Het belangrijkste ongewenste effect van de Wet DBA is dat een deel van de opdrachtgevers niet in staat is (of wil zijn) om een onderscheid te maken tussen verschillende groepen zzp’ers. Gevolg: een deel van de opdrachtgevers dreigen nu de deur dicht te gooien voor alles wat met inhuur van zzp te maken heeft. Beeld is dat deze groep zelfstandigen aanzienlijk groter is dan de groep zzp’ers die terecht door de Wet DBA geraakt worden. Cijfers daarvan zijn niet exact bekend. Mogelijk gaat het hier om enkele tienduizenden zelfstandigen.

De oorzaak daarvan ligt bij de weeffouten die in de wet zitten, een ontkenning van de complexiteit van de werkelijkheid en het feit dat de communicatie van de Belastingdienst in eerste aanleg op de zzp’ers is gericht en niet op opdrachtgevers.

Interventies om kopersstaking op te lossen

Er wordt in de politiek, op het ministerie en bij lobbyorganisaties hard gewerkt om snel tot een interventie te komen die kopersstaking breekt. Wiebes kan met weinig anders naar de Kamer komen over een week of twee.

De kopersstaking wordt alleen gebroken als je rekening houdt met hoe opdrachtgevers denken en handelen in de praktijk.

Een punt dat daarbij miskend wordt is dat grote opdrachtgevers, als het gaan om dergelijke fiscale en HR-wetgeving, per definitie risicomijdend zijn. Je kan natuurlijk meer verantwoordelijkheid bij hen neerleggen, maar ze zullen de risico’s ook  per direct  wegorganiseren. Door dan maar helemaal niet meer in te huren, of risico’s elders onder te brengen. Bijvoorbeeld bij intermediairs. Daar kan je wat van vinden, dat is nu eenmaal de praktijk. Dat de Wet DBA “het proces van deintermediëring niet in de weg mocht staan”, zoals Wiebes in de Eerste Kamer stelde, is naïef.  De eis voor opdracht die via intermediairs opstellen (de 8 maanden norm ) die nu aanvullend gesteld is werkt uiteindelijk alleen maar in het nadeel van de zzp’ers.

De interventies moeten:

  • glashelder maken welke type opdracht onder verder nadenken nog wél ingevuld kunnen worden door zelfstandigen
  • ze moeten per direct in te voeren zijn, zodat opdrachtopgevers ook direct verlost zijn van hun onzekerheid.
  • ze moeten ook zodanig zijn dat de Wet DBA niet (meer) ingrijpt in een delen van de markt, waar hij ook niet voor bedoeld was.

De belangrijkste weeffouten in de wet zijn de – al eerder genoemde – onhanteerbare arbeidsrechtelijke termen van ‘gezag’ en ‘persoonlijke’. Met name in segmenten van de markt waar het maatschappelijk probleem van schijnzelfstandigheid beperkt is. Nog los van het feit dat specialisten stellen dat de simpele veronderstelling ‘geen gezag = geen dienstverband’ een te eenvoudige voorstelling van zaken is.

Ook het feit dat de ondernemersstatus van iemand helemaal geen rol meer speelt in de beoordeling wel/geen zelfstandige werkt verstorend. Er wordt nu puur gekeken naar de aard van de werkzaamheden. Wat betekent dat wanneer je iemand voor een dag inhuurt en die strikte instructies geeft (gezag) dat als een arbeidsrelatie beoordeeld kan worden. Dit is minder theoretisch dan het lijkt. Het lukt de Academische ziekenhuizen niet om een modelovereenkomst goedgekeurd te krijgen om huisartsen (die evident ondernemer zijn) voor een paar dagen per jaar in te zetten in het onderwijs aan huisartsen in spé. Voorgeschreven curriculum en vastgestelde lestijden is gezag en van vrije vervanging kan hier ook geen sprake zijn. Ja, de puristen zullen zeggen: doe een dienstverband van 5 dagen per jaar, maar welk doel dient dit?

De Deregulering van de Wet DBA bestond ook uit het idee dat marktpartijen, van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemerskant gezamenlijk op brancheniveau modelovereenkomsten zouden uitonderhandelen. Dat is op een enkele branche na niet van de grond gekomen. Simpelweg om dat de zzp-markt nauwelijks georganiseerd is. Bestaande zzp-vertegenwoordigers hebben daar niet genoeg mensen voor, en in veel sectoren ook niet de legitimiteit. Dit overleg is op enkele plekken gekaapt door weinig zzp-gezinde vakbonden. Daarbij is er in veel sectoren helemaal geen level-playing field tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Gevolg: Meer dan 95% van alle ingediende modelovereenkomsten zijn opgesteld zonder vooroverleg met de wederpartij.

Interventies die niet gaan werken

Er zijn al de nodige suggesties gedaan, die mijns inziens voor nu niet gaan werken, al kunnen ze vaak wel een onderdeel van een duurzame oplossing zijn, die echter tijd vergt.

Opschorten Wet DBA. In de ijskast met de Wet DBA, terug naar de VAR. Zoals ONL voorstelt en ook de PVV bij motie. Ja, waarom ook niet, ben je geneigd te denken. Ten eerste lijkt me dit politiek onhaalbaar – al is dat niet zo’n sterk argument. Je kan je ook afvragen of dit niet nog meer onzekerheid oplevert, de geest is al uit de fles. Met opschorten ontken je ook dat er wel degelijk problemen zijn in sommige delen van de zzp-markt die aandacht behoeven. Er wordt zowel aan de opdrachtgeverskant (gedwongen schijnconstructies) als aan de zelfstandigen kant (deel niet-gedwongen schijnconstructies) misbruik van de regels gemaakt wordt. Te weinig ten opzichte de impact die deze manier van invoering van de Wet DBA heeft, maar te veel om niets te doen.

Verlenging transitie periode. Nu hebben organisaties tot 1 mei 2017 de tijd om hun zaken op orde te hebben. Verleng die periode is de gedachte, dan hebben organisaties langer de tijd om uit te zoeken wat kan en wat niet. Deze interventie is olie op het vuur. Wat het vooral verlengt is de periode van onzekerheid. Grote organisaties zijn al klaar, en we zien de effecten.

Aanpassing arbeidsrecht. Dat stelt onder andere Omtzigt (CDA) voor. Hij heeft natuurlijk gelijk dat het huidige arbeidsrecht in veel gevallen geen werkend kader is om de werkzaamheden van zzp’ers te beoordelen. Maar het is ondoenlijk om daar binnen een paar weken een klip en klaar antwoord op te geven. Het lijkt me ook juridisch dun ijs. Goed punt voor een duurzame oplossing, waarbij je je kan afvragen of je niet gelijk een sprong over het arbeidsrecht moet maken en (een deel?) van de zp’ers niet een aparte status moet geven (tussen werkgever en ondernemer). Puntje voor de formatie.

Ondernemerstoets. De lijn van D66. Het verwijderen van de ondernemerstoets in de Wet DBA werkt onduidelijkheid in de hand. Juist ook voor die groep ‘gig-workers’ voor wie de Wet DBA helemaal niet bedoeld is, maar nu wel met de gevolgen geconfronteerd worden. Zo’n toets – die er ook in België en de UK is – is een denkbaar onderdeel van een oplossing. Zie ook deze uitwerking van een ondernemertoets als alternatief voor de Wet DBA  (zie dit artikel op ZiPconomy van juni 2016, lees vooral ook de nuttige commentaren). Dit werkt alleen als die toets ook vooraf hard getoetst is. Anders is het net zo’n wassen neus als de VAR. Die toetsing is niet op korte termijn te realiseren. Zo is ook dit idee wel iets voor een duurzame oplossing (vooral simpel houden: drie criteria waar je aan moet voldoen en een paar aanvullende criteria. Voldoe je daar ook niet aan, dan weet je waar je aan toe bent), maar geen interventie die de markt op korte termijn vlot trekt.

Handhavingsstrategie bekend maken: de Belastingdienst maakt bekend welke sectoren gecontroleerd worden en welke niet. Het grootbedrijf wil gewoon ‘compliant’ zijn, ook als ze weten dat de controlekans bijna nul is. Dit lost niets op. Immers ook de uitspraken van Wiebes (en Rutte) dat er boetes volgens, hebben nauwelijks effect gehad op het gedrag van opdrachtgevers.

Invoering van een algemeen minimumtarief: Deze maatregel geeft ondernemers die ook evident geen schijnzelfstandigen zijn (bijvoorbeeld starters of bij pilotprojecten) te weinig ruimte en vrijheid en is zodoende ook te discriminerend en heeft (bij een wat hoger minimumtarief) een ongewenst schokeffect op de korte termijn.

Afwachten tot de uitkomsten van de Commissie Boot: De commissie Boot onderzoekt momenteel de juridische hardheid (vanuit arbeidsrechtelijke zin) van de huidige modelovereenkomsten. Staatssecretaris Wiebes lijkt geneigd om met nieuwe maatregelen te wachten totdat die commissie met haar rapport komt. Dat duur te lang, en waarschijnlijk is het oordeel van deze commissie ook te genuanceerd waardoor er niet de directe helderheid ontstaan die nodig is.

Wat dan wel?

Om te beginnen een beetje politieke moed. Ook  van Tweede Kamerleden die nu hoog van de toren blazen. Wees eerlijk naar een (klein) deel van de klagers die zich nu laat horen. Die hebben niets te klagen. Uit betrouwbare bron begreep ik dat er bijvoorbeeld bij de Gasunie na een de Wet DBA- audit bleek dat daar een zzp’er was die al 31 jaar alleen bij de Gasunie rondliep (het is extreem voorbeeld, maar langlopende opdrachten komen veel voor). De bedoeling van de Wet DBA is o.a. ook dat dit niet meer kan. Daar waren de fiscale ondernemersvoorzieningen niet voor bedoeld. In de huidige regels betekent langdurig werk voor één opdrachtgever dat je geen ondernemer bent.  Overigens zijn dit soort mensen hard nodig voor de organisaties, anders was het zzp-contract wel opgezegd. Dus een loondienstverband lijkt een keurige oplossing. Tja, je gaat wel wat meer belasting betalen.

En dan naar de oplossing. Een oplossing die recht doet aan de doelstellingen van de wet. Met oog voor de complexiteit van de werkelijkheid van werken in 2016.

Het gaat om primair om het bestrijden van echte schijnconstructies, wat zich kenmerkt door langlopende opdrachten bij één opdrachtgever aangevuld met het aanpakken van gedwongen schijnzelfstandigheid, opdrachten die gekenmerkt worden door lage tarieven.

  • Leg de verantwoordelijkheid voor schijnconstructies  bij de opdrachtgever neer (zoals nu gedaan is) indien er indicatoren aanwezig zijn voor een mogelijke gedwongen schijnzelfstandigheid. Namelijk tarief plus zeer lange duur relatie opdrachtgever en opdrachtnemer.
  • Leg de verantwoordelijkheid voor schijnconstructies bij de opdrachtnemer neer, indien er indicatoren zijn voor mogelijke vrijwillige schijnconstructie (namelijk  zeer lange opdrachtrelatie bij een opdrachtgever plus hoog tarief)
  • Creëer een helder speelveld (op basis van duur opdracht en hoogte tarief) waarbinnen het duidelijk is dat er een evidente klant-leveranciers verhouding is, die geen extra regelgeving rond fiscaliteit behoeft.
  • Buiten dat speelveld blijft het mogelijk om zaken te doen, maar wel met een aantal extra spelregels en controlemogelijkheden, die vastgelegd zijn de modelovereenkomsten.

Het hanteren van hoogte tarief en duur opdrachtrelatie plus de intentie van opdrachtgever/opdrachtnemer (vrijwilligheid) als eerst selectie sluit aan bij criteria die rechters regelmatig gebruiken om te beoordelen of iemand wel of niet ondernemer is. Met het hanteren van dergelijke criteria die te maken hebben met ‘hoog risico’ geef je ook focus op waar de pijn zit. Iets waar de zzp-organisaties ook altijd op aangedrongen hebben.

Dit speelveld en deze ‘knip’ is volgens mij te operationaliseren via twee heldere criteria. Voldoet een opdracht aan een of beide criteria, van hui buiten het kader van de Wet DBA:

  • Opdrachten tussen een opdrachtgever en een (bij de KvK geregistreerde zelfstandige) van korter dan 500 uur  vallen buiten het kader van de Wet DBA.

Dit is o.a. een oplossing voor alle ‘gig-workers’ (mensen die veel korte opdrachten doen), zelfstandigen die met alle plezier zwangerschapsvervanging doen, de praktijkprofessionals die een paar dagen per jaar onderwijs geven, maar ook de aannemer die om een opdracht af te krijgen voor een korte periode een paar extra handen inhuurt.

  • Opdrachten met een uurtarief (in contract vastgelegd contract met een bij de KvK geregisterde zelfstandige) boven een bepaalde grens vallen buiten het kader van de Wet DBA.

Qua hoogte kwamen we tijdens een ZiPconomy denktanksessie anderhalf jaar geleden op zo’n 40 euro per uur (een afgeleide van het minimumloon). Een sessie waar overigens veel opdrachtgevers, zelfstandigen, zzp bonden en bureaus aan deelnamen. Brancheorganisatie Bovib denkt aan een tarief tussen de 25-50 Euro. Mathijs Bouman noemde vorige week 80 euro (lijkt me wat hoog). FNV Zelfstandigen stelt tweemaal het bijbehorende CAO-loon voor (wat me voor een snelle interventie net iets te veel ruimte voor onduidelijkheid geeft).

Nee, dit is geen minimumtarief, dit is ook geen beperking dat een ondernemer niet zijn eigen tarief mag bepalen. Alle tarieven mogen. Alleen boven een bepaald tarief kan en mag je er van uit gaan dat er geen dwangmatige schijnzelfstandigheid is, waar de opdrachtgever op aangesproken moet worden. Onder een bepaald tarief werken kan nog steeds, maar dan via een modelovereenkomst.

Het werken met een KvK inschrijving is geen hard bewijs van ondernemerschap, maar het geeft enige grip (traceerbaarheid) en inzicht.

Aanvullende interventies:

  • Het voor het aanpakken van de werkelijke schijnende gevallen rond schijnzelfstandigheid ook primair de arbeidsinspectie in.
  • De werkelijkheid is dat sommige interim opdrachten nu eenmaal wat langer duren, zeker bij hoogwaardige kennisprojecten. Stel een norm dat een zelfstandige maximaal twee jaar fulltime bij een enkele opdrachtgever mag werken (> dan 80% omzet bij een opdrachtgever) zonder zijn zelfstandigheid te verliezen. Of dat nu via een intermediair is of niet, is niet relevant (laat dus ook die 8 maanden norm die alleen voor intermediairs geldt vallen).  In uitzonderlijke gevallen kan een de combinatie van opdrachtgever/opdrachtnemer toestemming voor uitzondering aanvragen bij de Belastingdienst (bijvoorbeeld met een ruling vooraf via aanvraag de ‘beschikking geen verzekeringsplicht’ ).
  • Mogelijk is het stellen van een maximum van twee jaar voldoende, maar scherp indien nodig de controle op onterecht ontvangen zelfstandigenaftrek aan, gericht op die groep met een (zeer) lange opdrachtduur bij een opdrachtgever plus een relatief hoog uurtarief. Maar dan bij de veroorzaker, dus de zelfstandige en niet via de opdrachtgever. Door – in eerste aanleg – simpelweg de aangifte aan te passen. Vraag niet bijvoorbeeld niet alleen naar aantal uren, maar bijv. ook het aantal opdrachtgevers en/of welk percentage omzet bij de grootste opdrachtgever wordt (en naam noemen) behaald. Kunnen deze eerste simpele criteria niet met ‘ja’ beantwoordt worden, kunnen aanvullende vragen gesteld worden (zie de eigen ondernemerstoets van de Belastingdienst en/of voorbeelden uit België of UK hieromtrent) of iemand toch ondernemer is.

Dit kan niet over de aangifte 2016 gerealiseerd. Geen ramp, doe het over 2017. Dan hebben zelfstandigen ook een jaar om de keuze te maken tussen een baan of echt te gaan ondernemen. De zelfstandigen over wie dit gaat, weten zelf dondersgoed over wel wie het  wel of niet in deze categorie vallen. Hun arbeidsmarktperspectief is in de regel ook prima,.

  • Verder behouden zelfstandigen hun recht – zoals ze dat nu ook hebben – om te allen tijde naar de rechter te stappen om te claimen dat de opdrachtrelatie toch een dienstverband is. In eerdere zaken laat de rechter daarbij de duur van de opdracht en hoogte van het tarief (hoog tarief, kleine kans op toekenning claim) een rol spelen. De Wet Aanpak Schijnconstructie blijft volledig van toepassing.
  • En terzijde: Accepteer alleen nieuw ingediende modelovereenkomsten indien de aanvrager overtuigend kan aantonen dat een van de 1500 (?) reeds goedgekeurde overeenkomsten niet voldoet (we schieten echt niets op met dit woud aan overeenkomsten) tenzij de overeenkomst echt een resultaat is uit een overleg tussen groepen opdrachtgevers en groepen zelfstandigen.

Afsluitend

Het maken van deze knip op basis van tarief en duur is zeker geen integrale duurzame oplossing voor alle vormen van schijnconstructies. Daarvoor is naar de toekomst toe een beter plan nodig.  Maar het creëert in ieder geval per direct een helder afgebakend speelveld waarbinnen opdrachtgevers weten dat ze – zonder dat ze het risico lopen  – via het normale, volwassen economische verkeer zaken kunnen doen met zelfstandig ondernemers.

Buiten dat speelveld van tarief en duur blijft het inhuren van zzp’ers en het werken als zelfstandige interim  prima mogelijk, maar dat met een aantal extra spelregels uit de modelovereenkomst.

Het is belangrijk om te noemen dat deze criteria en interventies niet discriminerend zijn op basis van tarief of op basis van hoog of lager opgeleid.

Het legt de verantwoordelijkheid daar waar die hoort. Bij gedwongen schijnconstructies  bij opdrachtgevers, bij mogelijk misbruik van  o.a. de zelfstandigenaftrek, bij de zelfstandigen zelf. En richt de focus om risico’-groepen, iets wat altijd al bepleit is door de zzp-vertegenwoordigers maar nu ontbreekt bij de huidige manier van implementeren van de Wet DBA.

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

59 reacties op dit bericht

  1. Beste Hugo-jan,
    Een zeer duidelijk verhaal, waar we komende tijd vooruit zouden moeten kunnen.

  2. Ik zeg: DOEN!

    Wiebes: Gelijk aan de slag!
    Dat kunnen wij ook weer : gelijk aan de slag!

  3. @Wilma, dank voor je feedback. De tekstredacteur heeft er zojuist nogmaals naar gekeken, mogelijk heb je idd een eerdere versie gelezen. Gezien de urgentie is vanochtend een eerste draft geplaatst.

  4. Beetje (te) lang verhaal…

    Een knip op basis van de hoogte van het uurtarief lijkt me niet de juiste manier een zal Wiebes ook nooit aan doen.
    Juist bij de hoge uurtarieven is vaak sprake van schijnzelfstandigheid, zeker als er dan tegelijk sprake is van een langdurige opdracht.
    Alle lawaai omtrend de wet DBA komt ook uit deze hoek denk ik.
    Die proberen nu voor zichzelf de zaakjes te regelen.

    Ik denk dat in een opdracht omschrijving een duidelijk resultaat beschreven moet staan en niet alleen een uurtarief.
    Een duidelijk (meetbaar) resultaat kan je zelfstandig naartoe werken, met alleen een afspraak over het uur tarief en de plaats van tewerkstelling kan je niks als zelfstandige (behalve je daar melden en wachten op instructies).

    De pakket bezorgers bijvoorbeeld hebben een duidelijke resultaat beschrijving (pakketjes afleveren op gewenste locatie)
    Een boekhouder die de jaarrekening op moet stellen ook.
    Een boekhouder die enkel zijn uurtjes maakt op de financiële afdeling dus niet.
    Een ITer die een module moet bouwen ook (daarna ook einde opdracht), maar een IT die gewoon zijn uurtjes maakt duidelijk niet.
    Een metselaar die 6 woningen moet (helpen) metselen voor aannemer X ook, maar een zzp schilder die gewoon meegaat met allerlei klussen van schildersbedrijf X duidelijk niet.
    Enz.

    Dus een duidelijk resultaat in combinatie met de drie genoemde criteria (gezag/loon/vervanging) lijkt me heel redelijk.

    Als we dan toch iets op basis van dat uurtarief willen doen, dan stel ik voor om boven een x tarief (idd bv €40) de zelfstandigenaftrek (geleidelijk) af te schaffen en een aantal sociale premies achteraf te innen via de ib (“zelfstandigen belasting” ipv aftrek)
    Dan kan deze groep zichzelf zelfstandige blijven noemen (en blijven werken zoals ze doen, want daar gaat het ze toch om?) en Wiebes int toch nog de sociale premies en de extra belasting over de gemiste z.a.t.

    Het feit dat in deze discussies vaak over uurtarief wordt gesproken geeft wel aan bij welke groep zzpers de meeste pijn zit. Het is de groep die, als je ze vraagt wat ze op dit moment doen, antwoorden met: “ik zit nu bij bedrijf x”.
    Dus geen woord over wat het doel is, maar alleen waar ze zitten.

    • @Klwinkel,
      Een paar reacties:
      * Je doet nuttige suggesties voor een alternatief voor de Wet DBA
      * We kunnen er over twisten, maar indien er voor groepen nu een probleem is, moet er nu iets tijdelijks komen. Jouw voorstellen passen bij een hervorming, m.i. niet bij een tijdelijke oplossing.
      * dat een deel van het rumoer komt van interimmer die al jaren op een klus zitten, deel ik met je. Vandaar ook mijn idee van max duur opdracht gericht op die groep (plus evt aanscherpen controle zelfstandigenaftrek).

      • Ik denk dat die problemen voor bepaalde groepen (langdurige interimmers ) wel meevallen, meestal wordt ze een redelijk alternatief aangeboden, maar dat willen ze dan niet, omdat ze er dan financieel op achteruit gaan. Hun werksituatie zou hetzelfde blijven, maar dat is blijkbaar toch ondergeschikt.

        Dat er ook echte zzpers problemen hebben opdrachten te vinden is natuurlijk niet goed, maar is idd te wijten aan de onduidelijkheid.
        Aan die zzpers de taak hun opdrachtgever te overtuigen dat de WDBA niet voor hun geldt. Moet een peulenschilletje zijn lijkt me voor die groep.

        • “Aan die zzpers de taak hun opdrachtgever te overtuigen dat de WDBA niet voor hun geldt. Moet een peulenschilletje zijn lijkt me voor die groep.”
          Wordt natuurlijk al een stuk lastiger als er op dit moment geen opdrachtgever in beeld is, dat is toch echt wel dankzij deze wet. Ook “de ITer die een module ontwikkelt” is leuk, daarmee beschrijf je slechts een deel van de ITers. Daarbij vergeet je misschien voor het gemak dat er ook veel andere IT functies zijn die niet zo gemakkelijk zijn af te bakenen (beheerders, testers, delivery managers, projectleiders en ga zo maar even door). Die kunnen niet slechts worden ingehuurd op basis van een module die moet worden opgeleverd of zelfs voor een project (ivm mogelijk nawerk).
          Het is mijn vak om buiten gebaande paden te denken, die capaciteit verhuur ik aan opdrachtgevers, soms voor langere duur, vaak wat korter. Ik hoop toch echt van harte dat ook dit soort overwegingen worden meegenomen in een uiteindelijke oplossing en men niet zo eenzijdig kijkt en denkt dat men er daarmee is.
          Helaas zijn veel mensen (lees beleidsmakers) niet in staat om dwarsverbanden te zien, laat staan deze te analyseren, vandaar dat we nu ook met deze problemen worden geconfronteerd.
          Ik denk wel dat dit artikel veel duidelijkheid schept en daarmee een handleiding zou moeten zijn voor de wetgever met betrekking tot de oplossing op korte termijn van de DBA issues. Chapeau Hugo-Jan!

          • Ik vergeet die andere IT functies niet, maar dat betreft dan ws gewoon tijdelijke werknemers, gezien de werkzaamheden die ze uitvoeren en de wijze waarop ze die uitvoeren.
            Als er helemaal geen opdrachtgevers in beeld zijn, heeft dat misschien wel een andere reden, misschien wil men wel weer meer naar vast personeel toe, ipv iemand voor 6 jaar inhuren.

            • Hoezo tijdelijke werknemers, ik begrijp uit jouw woorden dat een programmeur wel als zzp-er kan werken, maar bijv. een tester niet?
              Als je nu al, in een zelfde beroepsgroep zulk onderscheid gast maken komen we er nooit uit!
              Maar, misschien begrijp ik gewoon niet wat je bedoelt?

              • Als je de test opdracht duidelijk omschrijven kan, met een duidelijk einddoel, prima.
                Maar als het gewoon mee testen is met testers in loondienst, dan lijkt me dat helder…

                • Wat mij altijd opvalt is dat er in de IT detachering een probleem gemaakt wordt van zzp’ers die lang bij een opdrachtgever zitten, maar dat een gedetacheerde (die dus in loondienst is bij een detacheerder) geen probleem is als deze jaren lang bij 1 opdrachtgever zit.

                  Ik noem dit omdat in mijn ervaring de meeste zzp’ers in de IT wel in de detachering willen werken, maar niet onder het juk van een baas. Dus hun eigen detacheerder zijn met zelf controle over hun pensioen, lease auto en laptop.
                  Natuurlijk vind uedereen het fijn zo veel mogelijk te verdienen en zal niemand vragen om meer belasting, maar als het over WW-premies etc gaat dan is deze groep niet principieel tegen om dat te betalen, ze hebben de mogelijkheid gewion niet.

                  • @Vincent (en anderen)
                    * verschil tussen detachering en zzp is in dit kader beetje appels met peren. bij de hele Wet DBA gaat het over wel/niet dienstverband en dus wel/niet terecht niet inhoude premies en fiscale ondernemersvoorzieningen. Bij deta is daar geen enkele onduidelijkheid over.
                    * suggestie dat het ‘moet kunnen’ om jaren lang bij een opdrachtgever te zitten zonder dat hij of jij in problemen komt, mag m.i. onderdeel zijn van fundamentele discussie. Voor de korte termijn kom je daar niet uit. Daarom ook geen onderdeel van dit plan.
                    * zoals je vast weet zijn er trouwens BV-constructies waarin je lang bij een opdrachtgever kan zitten, en toch eigen-baas te blijven. Dan betaal je soc premies en geen zelfstandigenaftrek (reden waarom ze dat in Den Haag ook wel prima vinden). MEt een fulltime it opdracht kom je qua omzet al snel in de buurt dat fiscale nadeel BV tov eenmanszaak vervalt.

                    • Aan de ene kant kan je zeggen deta/zzp is appels en peren. Maar als je kijkt in de IT (ik kan niet spreken voor andere sectoren), dan maakt het de opdrachtgevers niet uit of iemand zzp of in diesnt is bij een detacheerbureau. Zij willen extra handen op hun project zonder mensen in dienst te nemen. Dus het is wel degelijk belangrijk deze groepen naast elkaar te leggen.
                      De belastingdienst vind deta geen probleem want daarvoor worden premies afgedragen, maar die mogelijkheid heeft de zzp-er niet. Ik zou prima wat willen afdragen als dat zou betekenen dat ik niet in dienst hoef bij een of andere mensenhandelaar die een detacheerbedrijf heeft en mij als vlees ergens wegzet.

                      En wat betreft BV constructies, ik ben ze nog niet tegengekomen, omdat je al gauw als DGA wordt gezien. Het enige wat ik heb gelezen en gehoord is dat je met een ander bedrijf een of andere constructie kan aangaan, zodat je bij je eigen BV in dienst kan, maar daar betaal je dat bedrijf dan weer voor, wat erg vreemd is.

                      BTW: goed artikel 😉 Lange zit om te lezen, maar goed verwoord.

  5. Hugo-Jan een mooi overzicht een een praktische handreiking (met Wilma zeg ik: haal de stofkam er nog eens door voor leesbaarheid).
    Inhoudelijk ten aanzien van de tijdelijke oplossing:
    – ik ben geen fan van de idee, om het te benaderen als een tarief probleem. Ik kan me vanuit de Belastingdienst bij controle wel een risicoselectie voorstellen, om de onderkant van de arbeidsmarkt (sorry zelfstandigenmarkt) onder de loep te nemen en niet de bovenkant, maar dat riekt ook een beetje naar klassenjustitie. Principieel is er toch geen verschil tussen een dure of een goedkope werknemer/zelfstandige?
    – de maximale duur van een contract. Door een grens te stellen in de duur van 500 uur (oftewel bij full time werken = 12,5 weken) zal niet iedereen blij worden. Is dit beter hanteerbaar voor de langdurige contractanten en hun opdractgevers? Dat waag ik te betwijfelen.
    Terecht merk je op, dat je aanbevelingen een handreiking zijn. Misschien een idee om de handreiking door de Belastingdienst/Wiebes te laten formuleren als ‘kader’ om de samenleving een indicatie te geven hoe om te gaan met DBA, zo lang er geen fundamenteel debat is gevoerd over hoe het nu echt moet.
    Of dat deze uitgangspunten moeten zijn, ben ik niet uit.

    • De tarief benadering riekt idd naar klassenjustitie en daar zal Wiebes om die reden ook nooit aan beginnen.
      Maar dat idee komt voort uit de groep die nu in de problemen denkt te komen (of al zit) en daarmee hun eigen hachje willen redden.
      Ik loop al een tijdje mee in dit zzp/freelance wereldje (bijna 20 jaar), en ik kan je vertellen dat de hoogte van het tarief los staat van of je wel of niet zelfstandig bent (en gedraagt).
      Bij menig zzp klusjesman/bouwvakker, met een veel lager tarief, is geen enkele twijfel over de zelfstandigheid.

      Beetje Offtopic:

      De DUBV zie ik ook meer als een schuldbekentenis, want wie zet er nou zo’n ingewikkelde constructies op, alleen maar om uurtjes bij een opdrachtgever te kunnen werken en factureren?
      Dan weet je je waarschijnlijk zelf ook wel dat er iets niet goed zit in je arbeidsrelatie. Blijkbaar wordt dat op dit moment nog gepikt door de bd, maar het is niet meer dan den maas in de wet die vroeg of laat wel gedicht gaat worden, misschien wel nu, gelijk met de WDBA.

      • @Joop @Klwinkel

        Dat punt van klasse-jusitie vind ook ik erg belangrijk. Ten alle tjd moet je willen vermijden dat je iets ontwikkeld wat het alleen de ‘elite-zzp’ . Daarom juist ook dat urencriterium. Dat geeft ruimte voor zzp’ers onder dat tarief.

        Plus nadrukkelijk die twee jaar termijn er in voor max duur opdracht (wat juist weer veel voorkomt bij de interimmers die heel lang op een opdracht blijven plakken).

        @Klwinkel Je kan van een DUbv en andere soortgelijke producten vinden wat je wil: het fiscaal / sociaal maatschappelijk punt is opgelost: ze betalen sociale premies en krijgen geen zelfstandigenaftrrek.

  6. Hugo-Jan,
    Een beetje lang, maar op zich helder stuk.

    Het is goed dat je iets verzint dat zou kunnen werken.
    Ik vind wel dat wanneer je nu ziet dat de shift van de WDBA verschuift van ‘ontmoedigen van gedwongen schijnzelfstandigheid’ naar ‘impact beperking van niet voorziene geraakte zzp-ers’ er ook andere oplossingen zijn.
    De 2e categorie die ik noem, heet bij jou de vrijwillige schijnconstructie. Belangrijkste probleem is blijkbaar dat hier – volgens velen onterechte- belasting maatregelen beschikbaar zijn.

    Zelf merk je al op dat veel van deze groep in een constructie zitten die gewenst is vanuit zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Er is dus marktwerking.

    Wanneer je dit weghaalt, dan creëer je marktongelijkheid. Immers een werknemer van een detacheerder mag dit werk wél tot in lengte van dagen uitvoeren, want die is al in loondienst. (Toen ik dit werk nog in loondienst deed zaten collega’s ook vaak jaren op een opdracht gedetacheerd, en dat was geen probleem.)
    Rechtsgelijkheid zou dus m.i. betekenen dat een zzp-er dit ook moet mogen. Immers de detacheerder heeft niet meer recht op een opdracht dan een zzp-er.

    Als dit een probleem met de belasting faciliteiten geeft, schaf deze dan gewoon af.
    Laat zzp-ers die gewoon apart aanvragen zoals iedere belasting toeslag, en beoordeel die aanvragen op basis van eventueel nieuwe regels. Hebben ze er recht op prima, zo niet ook prima.
    Maar laat de markt gewoon werken.

    Daarnaast lijken veel van jou ideëen een prima opstap naar een werkbaar definitieve oplossing.
    Alleen voor de langdurige opdrachten lijkt afschaffen van die belasting aftrek etc een veel simpelere oplossing. Wat mij betreft vraag je dat elk jaar opnieuw aan, en wordt dit per jaar bekeken. (al dan niet achteraf)

    • Mee eens. Het feit dat detacheerders in loondienst vaak ook jaren vior een opdrachtgevet werken en niet de uren xriteria van zzp’ers hebben wordt steevast “vergeten”. Goed verwoorde reactie.

    • @Bjorn: afschaffen van de zelfstandigenaftrek los idd ene stuk van probleem voor deze groep op. Maar dat is politiek geen haalbare oplossing voor de hele korte termijn (misschien wel voor fundamenteel nieuw stelsel) en ook complex (wie wel wie niet).

  7. Dank voor het schrijven van dit uitvoerige artikel Hugo-Jan, een prima discussiestuk blijkt. Door dit soort discussies wordt eens te meer duidelijk dat er voor de politiek een uitgelezen kans ligt om zsm na de verkiezingen met een structurele oplossing te komen. Joop der Weduwen gaf in april jl. al terecht aan dat alle betrokkenen het liefst vooraf helderheid of liever vrijwaring willen hebben over de kwestie. Indien die helderheid vooraf blijft ontbreken schieten we er m.i. niets mee op…

    Je genoemde oplossingsrichtingen kunnen helpen om deze helderheid tijdelijk te verschaffen totdat de structurele oplossing er ligt. Dat kan inderdaad doordat de fiscus verklaart in fiscaal jaar 2017 bijvoorbeeld deze of afgeleide punten te gaan hanteren. Een voor dit doel opgetuigde ‘ZZP-entiteit’ (juridisch en fiscaal; een soort BV-light met een status tussen werkgever en werknemer in als boven eerder genoemd) zou dan vanaf fiscaal jaar 2018 kunnen bijdragen aan de structurele oplossing. De zelfstandige maakt met de ZZP-entiteit een heldere keus voor duidelijke criteria waarmee de belasting- en sociale premiebetaling voor die ZZP’ers en dus hun opdrachtgevers wordt geregeld. Toetsing vooraf. Helderheid vooraf.

    Deze criteria kunnen worden aangevuld met een een beperking van de zelfstandigenaftrek naar gelang het uurtarief x gewerkte uren = omzet toeneemt. De IB-schijven kunnen daarbij bijvoorbeeld een rol spelen waarbij tot aan bijvoorbeeld de 36%-grens nog 100% ZTA wordt genoten, tussen 36% en 52% wordt nog 50% van de ZTA genoten terwijl vanaf de 52%-schaal geen zelfstandigenaftrek meer wordt genoten. Op deze manier komt de ZTA terecht bij diegenen die de stimulans het meeste nodig hebben.

  8. Hugo-Jan,
    Begrijp niet dat men tikfouten belangrijk genoeg vindt om te benoemen. Lekker belangrijk dat traditionele hollandse gebetweter (oeps, geen nederlands).

    De inhoud van de door jou voorgelegde oplossingen is zeker de moeite waard.
    Deze zijn in een soortgelijke variant in de laatste ontmoeting met Halbe Zijlstra naar voren gebracht. Halbe is gevraagd Wiebes middels een directief de druk van de ketel te laten halen. Helaas zien we hiervan weinig terug en bezwijken bedrijven onder de druk van het gevreesde risico (wat overigens in 90% van de situaties NIET BESTAAT !). En Wiebes …… de VVD ,,,,, ? Praat en geen daad.

    Onderbouwing.
    Neem de arbeidsrechtelijke GAL-criteria (Gezag, Arbeid en Loon), giet de ondernemersregels er overheen en zie: Wilsovereenstemming (gedoe over gezag is dan overbodig), Resultaatsverbintenis (persoonlijke arbeid niet relevant; het gaat om het resultaat) en een inkomen waardoor men zichzelf zelfstandig in goede en slechte tijden kan bedruipen: Anderhalf keer modaal.

    Oftewel: in plaats van GAL gaan we voor RAW of WAR ??

    Zo is het aan Halbe Zijlstra (Wiebes’ baas) voorgelegd:

    Een zelfstandige is iemand die ZELF kiest voor een leven waarin voor eigen rekening en eigen risico een financiele omgeving gebouwd/gehanteerd wordt. Dit is de eerste acceptatie en daar omheen gaan we regelgeving maken waarbij de zelfstandige in onze regelgeving een plaats krijgt tussen de werkgever/ondernemer en werknemer. België is inderdaad een uitstekend voorbeeld van hoe het heel goed kan en waar de overheid ook nog eens geld aan overhoudt in vergelijk met Nederland.

    1) Wilsovereenstemming is het eerste vereiste. Men heeft 2 maanden de tijd om alsnog aanhangig te maken dat men na een dienstverband bij de opdrachtgever “gedwongen” is om de werkzaamheden uit te voeren als zelfstandige. Opdrachtgever een boete en dienstverband voortzetten is de sanctie.
    Zeker weten dat het misbruik er voor 99% direct uit ligt. Geen opdrachtgever (ex-werkgever) die de gok van de zware boete neemt.

    2) “Anderhalf keer modaal”. Was ooit bedacht in de aanzet van de VAR. Met 1 1/2 keer modaal had en heb je genoeg om jezelf te verzekeren en voorzieningen te treffen. Modaal wordt altijd geindexeerd en is daarmee tijdsbestendig.

    3) Resultaatafspraken is de basis waarop Opdrachtgever en opdrachtnemer werken. Immers: laten we hopen dat de inspanningen van iemand tot een resultaat leiden. Kan nog vele andere voordelen voor partijen noemen (tot en met kansen in aanbestedingen), maar daar gaat het hier niet om.

    Doen deze criteria zich voor in de samenwerking/opdracht, dan laat de Belastingdienst partijen met rust.
    Doet het zich niet voor, dan kan je denken aan beperken zelfstandigenaftrek, bestrijding misbruik, zaken die jij in jouw stuk noemt, etc. Echte handhaving.

    Op 18 november zullen Boris Emmerig en ik in een seminar diepgaand onderbouwen waarom in 90% van de gevallen de opdrachtgever kan stoppen met zich gek te laten maken over risico’s en de noodzaak om te stoppen met zelfstandigen.

    Peace in plaats van WAR 😉

    • @Karl, dank voor je reactie en variant.
      Hoe kijk jij overigens aan naar situatie waarin zelfstandigen jaren lang bij een opdrachtgevers zitten (met een wilsverklaring), ook in relatie met fiscale voordelen?

      • Hugo-Jan,
        In heel ondernemersland doen we allemaal ons best om een klant zo lang mogelijk te behouden.
        Daar is niets mis mee. Het duiden van een economische afhankelijkheid, wat mij brengt naar economische ONafhankelijkheid als iemand 1 1/2 x modaal binnenhaalt, is iets dat weer lonkt naar die arbeidsrechtelijke situatie waarbij bepaald is dat een werknemer afhankelijk is van een werkgever.
        Zooooooooooooooooooooo 1900. Tegenwoordig hebben mensen heel snel nevenactiviteiten en nevenbanen.
        Al met al: voor mijn part hebben partijen een relatie van wieg tot dood. Als dat de keus is en de zelfstandige dat wenst, blijf dan er vanaf.

        • @Karl, ik kan me van alles voorstellen bij dit gedachtelijn. Bottumline is m.i. dat met die gedachtelijn je wel iets kan met fundamenteel nieuw stelsel (ipv Wet DBA) maar niet iets met een interim-oplossing voor NU.

    • Karl ben benieuwd wat jullie presenteren op 18-11. Peace klinkt goed. Basisonderdelen bijvoorbeeld deze?
      Publiek verzekeren wanneer wenselijk en nodig.
      Eerlijk verdelen van belastingvoordelen over werknemers en zelfstandigen.
      Algemeen aanvaarde grenzen tussen werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap.
      Co-existentie van zelfstandig freelancer en werknemer binnen het arbeidsrecht.
      Evenwicht in handhaving door vooraf bekende kaders.

      • Hi Joop,

        Om jouw criteria in te regelen zullen we eerst de zelfstandige de plek in de wet moeten geven. Tussen de werkgever/ondernemer en de werknemer in.
        Dan kan je inderdaad die groep ook laten bijdragen aan ons sociaal stelsel en denken aan begeleiding van zelfstandigen. Mooie taak voor intermediairs. Zoals wij dat nu ook (al jaren) doen.
        “Eerlijk verdelen van belastingvoordelen”. Daar zie ik niets in. Belastingvoordelen moeten alleen voorkomen indien er bijdragen geleverd wordt aan duurzaamheid. Wat volgens mij overigens ook weer snel verzand in oeverloos gezeur over “en ik dan ?”. Maak het simpeler.
        Wat mij betreft heeft een zelfstandige ACHTERAF pas een ondernemersvoordeel als bijvoorbeeld personeel is aangenomen.
        Algemeen aanvaarde grenzen: laten we nu eens gewoon praktisch een grens neerzetten. Daar bestaat al heel lang een heel goed beeld voor. Geen “Trump-wall”, geen “Wet DbA”, nee, gewoon een doordacht iets waar de politieke moet tonen de ballen te hebben om die verandering in te durven zetten.
        Coexistentie zelfstandige binnen het arbeidsrecht is een contradictie. Passen niet bij elkaar en dan moet je ook niet die kant op. Dat is juist het probleem van vandaag de dag.
        Hanhdaving door vooraf bekende kaders: dank aan Hugo-Jan en mijn mede-bovib leden die de kastanjes voor al die afwachtenden uit het vuur halen ! Kader ontstaat ook doordat men niet alleen afzet of af gaat zitten wachten. Kaders ontstaan door DOEN. En Zipconomy en Bovib DOEN !!
        Wilde ik toch ook een keer kwijt. Waar blijven die intermediairs ? Wordt lid van de Bovib en dan wordt je ook gehoord. Het kan zo simpel zijn.

        • Ik pak er een ding uit Karl en wel de co-existentie. Ik heb daarvoor geleend bij de Duitse praktijk en iets vertaald naar Nederland. Neem op in het arbeidsrecht wanneer in principe iemand geen werknemer is, namelijk als hij kwalificeert als zelfstandig ondernemer (criteria dienen vastgesteld, maar zouden eenvoudigweg kunnen liggen in het verlengde van jouw opmerking: vrije keuze zelfstandige, met basale eisen). Door het in arbeidsrecht op te nemen hoeven er geen ingewikkelde excercities meer gedaan te worden door andere instanties (lees Belastingdienst), die moeten gaan interpreteren hoe het arbeidsrecht zou moeten uitpakken (bij voorbaat kansloos). Wanneer zo’n zelfstandig ondernemer langer dan een bepaalde periode (denk aan een jaar) zich bindt aan een opdrachtgever, dan zal hij na die periode zich gaan kwalificeren als iemand die wel de bescherming krijgt van CAO bepalingen, maar zich nog niet kwalificeren als werknemer. Na nog een periode (weer een jaar) werken bij diezelfde opdrachtgever, zal een breekpunt ontstaan: men kiest dan in feite voor werkgever en werknemerschap en daar zal dan van rechtswege deze ontstaan (tenzij partijen afscheid nemen van elkaar voor dat moment.

  9. Bedankt voor dit uitstekende stuk, Hugo-Jan. Maar even voor mijn begrip: vind je dat een opdracht aan alle drie de genoemde criteria moet voldoen, of aan één ervan? Met andere woorden: als een opdracht langer dan 500 uur per jaar duurt, maar het uurtarief wel hoger is dan 40 euro, moet die opdracht dan wel of niet buiten het kader van de Wet DBA vallen?

    • Marlies: Of, of. Langer opdracht boven 40 geen Wet DBA. Maar (bij fulltime) niet langer dan 2 jaar.

        • Haha, iedereen probeert “oplossingen” te bedenken, zodat ze zelf buiten de WDBA vallen.

          Mensen, wees creatief en ga ondernemen, accepteer de risico’s die daar bij horen en laat je niet langdurig op interim posities inzetten, dat zijn in feite gewoon tijdelijk banen, niks met ondernemen of zelfstandigen van doen.

          • @KLwinkel: Om op basis van 1 zin van mij meteen al deze conclusie te trekken, lijkt me wat kortzichtig. Ik herken me er in ieder geval niet in.

            Maar los daarvan: ik heb lang op jouw lijn gezeten en draag die nog steeds uit: formuleer je opdracht in resultaten en vertrek zodra je die resultaten bereikt hebt. Maar de praktijk wijst uit dat ook zzp’ers die dat (willen) doen, bij sommige opdrachtgevers geen kans meer maken. Niet omdat die zzp’ers geen risico’s willen nemen, maar omdat hun opdrachtgevers angsthazen zijn. De ‘oplossingen’ die Hugo-Jan aandraagt, bieden daar een constructief antwoord op.

            • Ben het met je eens hoor dat opdrachtgevers ook volwassen moeten worden in het verstrekken van opdrachten aan zzpers.
              Die zijn liever lui dan moe, lekker makkelijk zo, factuurtje betalen en verder geen gezeur.

  10. Na alle discussies eindelijk een voorstel ter verbetering; complimenten!

    Ik heb alleen een vraagteken bij je opmerking over de 500uren grens (12,5 weken bij fulltime inzet) en dat dit een oplossing is voor alle “…zelfstandigen die met alle plezier zwangerschapsvervanging doen…”
    Een zwangerschapsverlof duurt minimaal 16 weken aangevuld met tijd voor overdracht. Hoe zie jij dit?

    • Judith, grappig dat je voorbeeld aanhaalt, omdat we wel bij zwangerschapsvervanging als uitgangspunt zijn gestart. Dus eerst 16 weken. Maar uren is duidelijker. En bijna alle zwangerschapsvervanging is parttime…. (en vaak ook wel boven 40 euro) MAar elke grens is lastig. Wat meer uren zou ook idee kunnen zijn,

  11. Goed verhaal, maar het kan fijmaziger, toch simpel en zonder klasse justitie. Alleen omvang, duur en ondernemerschap zijn bepalende criteria voor vrijwaring loonheffingen.

    Kleine opdrachten uitsluiten, dus geen loondienst, ongeacht GAL. Die is duidelijk, waarbij de grens arbitrair is. Om te “overleven” en fiscale tegemoetkoming te krijgen moet je meerdere opdrachtgevers hebben.

    Dan de lange opdrachten. Dit is lastig want wat is full-time en wat is de termijn waarover je meet. Twee jaar opdracht, maand vakantie, twee jaar opdracht, etc. Of 95% en dan eindeloos. Er is veel mogelijk.

    Doel bij de lange opdrachten is om afhankelijkheid weg te nemen en oneigenlijk gebruik van fiscale tegemoetkomingen tegen te gaan. Een controleerbare oplossing is de beperking van omvang over een gemiddelde duur. Dus bijvoorbeeld maximaal 2400 uur over de afgelopen 2 jaar bij dezelfde opdrachtgever/intermediair. Omvang is arbitrair gesteld 2x 1200 uur, wat 75% van een redelijk werkjaar is. Bij deze omvang moet je in ieder geval in 1 jaar meerdere opdrachtgevers in die periode hebben, wil je de zelfstandigheidsaftrek te behouden. Een bijkomend effect is dat je het problematiek van belastingen per kalenderjaar en opdrachten die over kalenderjaren heen gaan ook meeneemt.

    In beide gevallen is ondernemerschap (conform bewijsvermoeden tussenkomst, zonder de open norm) een vereiste voor vrijwaring en dient er een opdrachtomschrijving met een (beoogde) doel te zijn (dus geen functieomschrijving). Het geheel is controleerbaar door een (model)overeenkomst vooraf en facturen met urenspecificatie achteraf. Afwijkingen zijn mogelijk maar dan wel met inachtname van de GAL criteria (ruling) of door overleg met de inspecteur bij bijvoorbeeld bij een beperkte onvoorziene uitloop van de opdracht.

    Een ander element kan zijn de zzp-er bewust afziet van een beroep op sociale verzekeringen en de bescherming van het arbeidsrecht. Wil je daarin de onderkant van de markt beschermen, dan kan je een tariefsgrens overwegen. M.i. Is dat ern zuiver politieke keuze.

    Buiten dat de kopersstaking een halt wordt toegeroepen, zal een dergelijke aanpak ook de dynamiek op de inhuurmarkt vergroten. Zowel zzp-er, opdrachtgever en intermediairs zullen in beweging moeten blijven. Wil je dat niet, kies dan voor loondienst, payroll of detachering.

    • @Paul, ondernemerschap mee nemen vind ik prima plan. Wat m.i. het niet geschikt maakt als interim-oplossing is wie dat dan moet vaststellen of dat zo is. Hoe dat hard te controleren is. Zoals je weet heeft BD ook geen lijstje gemaakt wat wel.niet ondernemer is ikv toetsing door intermediairs. Voordat daar hard duidelijkheid over is plus helder hoe dat ook hard te maken, zijn we weer maanden verder.

      • Het mooie plaatje van jou geeft direct aan waar voor mij een knelpunt zit. Je meet de ene keer in uren, de andere keer in jaren. Ik denk dat de as tijd moet zijn 500 uur in 1 jaar en 3.000 uur in 2 jaar. Een combinatie van omvang en duur. Hiermee ga je discussie uit de weg over wat fulltime is. De 2.400 uur was overigens te laag, omdat een jaar in theorie circa 2.000 werkbare uren kent.

        De combinatie omvang en duur helpt tevens bij het vaststellen van het ondernemerschap. Gemiddeld is dan maar 75% van de tijd bij 1 opdrachtgever en daarmee een meetbare invulling van het criterium “duur” in het bewijsvermoeden bij tussenkomst (analoog aan de open norm). De andere criteria van het “bewijsvermoeden” kunnen gewoon blijven. Deze elementen kunnen objectief door een opdrachtgever vastgesteld worden. Niet waterdicht, maar wel snel implementeerbaar. Eigenlijk is het niet meer als het bewijsvermoeden laten gelden voor alle typen relaties en een betere invulling van de open norm.

        Deze redenatie sluit ook aan bij wat Joop stelt. Tot 1 jaar eigenlijk geen probleem, het jaar daarop moet je je bezinnen en daarna is het exit of een vorm van loondienst, detachering of payroll.
        De omvangsnorm is trouwens een beetje gejat van onze Zuiderburen. Daarbij mag er niet meer dan 80% in 1 contract bij 1 opdrachtgever zitten. Hiermee is in theorie de afhankelijkheid van 1 opdrachtgever beperkt.

        Net als het tarief is natuurlijk de omvang en duur arbitrair. Je kunt daar iedere waarde voor nemen.
        Ik deel overigens niet jouw mening dat modelovereenkomsten alleen relevant zijn in het grijze gebied. Ik denk dat die bruikbaar en toepasbaar zijn voor alle gebieden en dat alle effort die erin gestoken is niet verspild geweest is. Alleen is het groene gebied is er een vorm van vrijwaring gebaseerd op het bewijsvermoeden. Een absolute vrijwaring lijkt mij weer het speelveld voor allerlei schijnconstructies.

        • @Paul, je hebt een punt. 2000 lijkt me dan nog wat veel. misschien eerder 1800 (45*8*5) of 1500. Ik zal het meenemen in het overleg met Wiebes….. als ik uitgenodigd wordt 😉

          • Dus een getal tussen de 2000 en 3000 per jaar. Was die 2400 toch zo slecht nog niet

            Die Wiebes moet in zijn handjes knijpen met dit verhaal. Gratis advies van allerlei dure adviseurs en experts, met als resultaat een oplossing die bruikbaar is.

            • 45 weken werken, maal 40 uur = 1800 uur per jaar. Maar denk dat weinig zelfstandigen dat aantal declarabele uren per jaar haalt/

              • Heb die aantallen regelmatig gehaald vroeger (bij 1 opdrachtgever), met een uitschieter naar 2300 zelfs. Gouden jaren…
                maar dat was dan wel in een payrollconstructie (€1,50p/u), en niet als zelfstandige.

  12. Helder stuk.
    Goed voorstel om met duidelijke criteria te werken.

    Het uurtarief zou je beter afhankelijk kunnen maken van de sector waarbinnen de ZZP-er diensten verricht.
    Waarom zou een interim manager die jarenlang tegen een tarief van €40,50 voor een organisatie werkt wel een zelfstandige zijn en een verpleegkundige die jarenlang tegen een tarief van €39,50 voor een organisatie werk niet :-)?!

    Verder zou ik opdrachtgever aanvullen met eindklant, waardoor je voorkomt dat een ZZP-er eerst 500 uur voor een eindklant werkt en dat vervolgens nog eens doet door er een detacheerder tussen te plaatsen.

    Wat ga je verder doen met het stuk? Aanleveren aan Wiebes?

    • @Hans, ergens moet een grens liggen. Onder de 40 euro blijft het nog prima mogelijk om als zelfstandigen te werken, maar dat met een set aanvullende regels (dus de modelovereenkomst)!

  13. @Hugo-Jan,
    Ik begrijp dat je ergens een grens wilt leggen. Wat ik wil aangeven is dat deze grens niet erg voor de hand liggend is.
    In mijn voorbeeld werkt de interim manager ver onder het gangbare tarief; dat zou kunnen duiden op een schijnconstructie.
    De verpleegkundige werkt ruim boven het gangbare tarief; dit zou kunnen duiden op een ondernemende professional.

  14. Ik zie zoveel ondernemers vast lopen en eruit gegooid worden. Of mensen die op de bank zitten en nu ineens niet meer bij een opdrachtgever kunnen beginnen, omdat de opdrachtgever alleen met loondienst constructie durft te werken.

    Dit raakt allemaal teveel ZZP-ers waar het niet voor bedoeld is. Er is geen helderheid en opdrachtgevers durven niet meer: voor niemand.

    Los dit op: gezinnen zonder inkomen thuis!

    • Een ondernemer die eruit gegooid wordt?

      Hoe kan je een ondernemer eruit gooien, ik snap er niks meer van.
      Hij/zij kan toch gewoon verder gaan met ondernemen in zijn onderneming…

  15. Allen,

    Weten jullie wat ik mis? Visie van de opdrachtgevers. Zij zijn degene die de vraag hebben waar wij in willen voorzien. De opdrachtgevers die ik vaak tref, groot en klein qua personeelsbestand, willen dolgraag een flexibele schil die ze niet in dienst willen nemen, maar waar ze wel maximaal en lang gebruik van willen maken. Net zoals velen in de maak-industrie outsourcing strategien hebben voor de extra vraag naar producten waar ze zelf geen capaciteit voor hebben.
    Hoe kijken zij aan tegen de “eis” om na zoveel uur nieuwe gesprekken te voeren en een nieuwe flexibele schil te moeten selecteren? Welke problemen die zij hebben worden opgelost door dit nieuwe spelregel-setje?

    • @Jarno, de basis van het bovenstaande plan is ontstaan op een ZiPconomy bijeenkomst van 1,5 jaar geleden waar een aantal (hele) grote opdrachtgevers aanwezig waren. Voor hen heeft een ding absolute prioriteit: duidelijkheid. Tariefsgrens vonden ze prima. Urengrens die -voor wat hoger tarief ligt – op twee jaar is voor hen ook hanteerbaar.

  16. fijne reacties, ik zie dat de meest actie willen en dit een fijn plan vinden (of althans het beste voor nu)

    In de VS zeggen ze dan: ‘Call your congressman”

    gewoon doen, zeggen dat je voorstel wil,. per mail gaat dat tegenwoordig, en echt, ze lezen echt wel (is mijn ervaring):

    er zijn maar vier kamerleden actief bezig om oplossing te vinden voor Wet DBA:

    m.vos@tweedekamer.nl (Pvda)
    p.omtzigt@tweedekamer.nl (CDA)
    s.vweyenberg@tweedekamer.nl (D66)
    e.ziengs@tweedekamer.nl (VDD)

    ik heb het al gedaan…. wie volgt…

    • Goed idee, ik ga ze ook mailen denk ik, maar dan met mijn eigen visie op de schijnzelfstandigheid bij veel interimmers en dat ze zich niet gek moeten laten maken door een groep ZZP-er die ws ten onrechte al jaren een VAR verklaring had onder valse voorwendselen en nu zelf is gaan geloven dat ze daar rechten aan kunnen ontlenen.
      Misschien kan er nog wel een belasting controle achteraf plaats vinden over de afgelopen 5 jaar, waaruit blijkt dat er bv jarenlang maar aan 1 klant is gefactureerd…

      • Wat is precies jouw issue met langere duur voor 1 klant? Wat hier vaak wordt vergeten is dat er ook hele grote klanten bestaan met tal van afdelingen en onderdelen. Als ik een IT project uitvoer voor 1,5 jaar bij een grote organisatie en men is zeer tevreden met het resultaat en men vraagt of ik interesse heb om een andere opdracht uit te voeren die zelfs bij een volstrekt andere afdeling, andere locatie etc is. Dan moet ik weigeren want tja, ik heb nog maar een half jaar te gaan en dan zit ik op de twee jaar? Ik zie werkelijk niet waar dit op slaat. Ondernemen is ook klantbinding en vervolgopdrachten scoren. Daarnaast is het volstrekt onzinnig om te veronderstellen dat je alles kunt vastleggen in 1 enkele deliverable. Het uitvoeren van een conplex project kan talloze deliverables hebben, succesvol afgerond project is daar dus de enige echte deliverable. Om elke deel deliverable in contracten vast te gaan leggen zorgt enkel voor nutteloze bureaucratie. Ik zou voorstellen in zijn geheel geen grenzen te stellen aan duur van opdrachten en tevens iok geen contracten op te stellen met allemaal deelproducten. Als je vervolgens vindt dat personen in dergelijke constructies onterecht belastingvoordelen hebben, schaf die dan af. Als je beschikt over zeldzame specialistische kennis dan kun je prima bij een grote organisatie jaren lang opdrachten uitvoeren. Als dit niet meer zou mogen dan is het effect dat ik elke 2 jaar switch van klant, is dat nu wat je wil bereiken? En wat is daar het nu van. En nee loondienst is geen alternatief aangezien binnen het CAO bij uitstek geen ruimte is voor specialistische en zeldzame kennis. Dan zou je in een rol komen op nog geen 50% van huidige tariefstelling. In dit geval is de keuze dus simpel en ga je binnen 2 jaar naar een andere klant. Dat kan prima maar de vraag is echter waarom? Waarom zou je geen vervolgopdracht mogen uitvoeren bij dezelfde klant, waarom? De klant is uiteindelijk de dupe want die raakt zijn specialistische kennis kwijt en er is helemaal niemand in de markt die dit werk in loondienst komt doen, waarom zou je aangezien van klant wisselen 2x zoveel oplevert.

  17. Ik sprak onlangs een oud-collega ZPer en vroeg hem naar zijn mening rond de Wet DBA. Hij zei dat hij daar geen last van had. Hij had recentelijk mensen in dienst genomen en was dus geen ZPer meer. De WDBA was niet langer op hem van toepassing.
    Ik vraag me af hoeveel zelfstandigen MET personeel door de WetDBA getroffen worden zonder dat zij hier erg in hebben. Heeft iemand deze mensen in de peiling?

    • Ik had de situatie die jij nu schets enkele maanden geleden voorgelegd aan een journalist die zich aan het verdiepen was in de wet DBA. Haar antwoord was dat de eigenaar van een eenmanszaak of BV nog steeds onde rde wet DBA kan vallen, ongeacht of hij personeel in dienst heeft. Als de eigenaar zichzelf ook detacheert, dan kan er bij hem net zo goed een dienstverband geconstateerd worden, omdat er voor hem geen afdrachten gedaan worden.

    • Als je personeel in dienst hebt, kun je een geblokkeerde G-rekening openen. Hier kan je opdrachtgever het bedrag voor btw en loonheffing op storten, bijvoorbeeld 45% omzet en 21% BTW. Je opdrachtgever is dan voor dat bedrag gevrijwaard van naheffingen. En dan is er dus geen probleem meer omtrent wet DBA!

      Vanaf je G-rekening kun je alleen geld overmaken naar de belastingdienst. Na accountantscontrole kun je het overgebleven bedrag laten uitkeren.

      Je opdrachtgever loopt dan dus geen risico meer. Wel blijft de vraag overeind in hoeverre jezelf ondernemer bent voor inkomstenbelasting (bij eenmanszaak). Maar als je personeel in dienst hebt, is dat een stevige indicatie dat je dat wel bent.

      Helaas mogen zzp’ers geen g-rekening openen…