Peter Boerman 1 maart 2018 4 reacties Print Boekbespreking: Hoe Uber de politiek op haar taken wijstJe kunt de praktijken van Uber en Deliveroo zien als race-to-the-bottom van de arbeidsvoorwaarden. Je kunt het ook zien als oproep aan de politiek om nu eindelijk eens met een moderner arbeidsrecht te komen.Als het tegenwoordig over zzp’ers gaat, wordt vaak al snel gesproken over de ‘schrijnende’ situaties aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Vaak vallen dan in één adem bedrijfsnamen als die van voedselbezorger Deliveroo en taxibesteldienst Uber. Nu kun je over die zogenoemde on-demand-, gig- of platformeconomie natuurlijk denken: ‘Ach, dat is maar een betrekkelijk klein fenomeen, waarom zouden we het zoveel aandacht geven?’ Maar uit het recente Uber voor alles blijkt dat al die aandacht misschien toch niet voor niets is. Want als uit het boek van journalist Rens Lieman iets duidelijk wordt, is het wel dat we misschien nog maar aan het begin staan van een heuse revolutie. De piepjonge online platforms zetten immers wel héél veel traditionele ideeën over de arbeidsmarkt op zijn kop. En dat heeft gevolgen die nog wel eens verder kunnen gaan dan het tot nog toe betrekkelijk geïsoleerde fenomeen van de paar duizend Deliveroo-bezorgers, Uber-chauffeurs en Helpling-schoonmakers. Meer vragen dan antwoorden Wat Lieman tegelijk ook duidelijk maakt is dat we wat dat betreft voorlopig nog met véél meer vragen dan antwoorden zitten. Zoals hoogleraar arbeidsrecht Mies Westerveld in het boek zegt: ‘Alles is voer voor discussie. Het arbeidsrecht heeft nog geen passend antwoord op de praktijken van de on-demand-economie.’ ‘Het is een kat-en-muis-spel dat op het scherpst van de snede gevoerd wordt’ ‘Het is een kat-en-muis-spel dat op het scherpst van de snede gevoerd wordt’, vult arbeidsrechtadvocaat Piet Heijnen hem aan. ‘Je ziet dat die bedrijven ontzettend hun best doen om aan de voor hen goede kant van de definitie [van een arbeidsovereenkomst] te blijven. Die doordachtheid heb ik in mijn werk wel eens eerder gezien, maar zeker niet vaak.’ Niet over één nacht ijs Lieman is voor zijn boek zeker niet over één nacht ijs gegaan. Zelf dompelde hij zich immers ook onder in de platformeconomie, en werd onder meer bezorger voor UberEats en Deliveroo en schoonmaker bij Helpling. Daar merkte hij de zo vaak gevreesde race-to-the-bottom in arbeidsvoorwaarden aan den lijve. Maar aan de andere kant, constateert hij ook terecht: die schoonmakers van Helpling werken wel gewoon wit en betalen dus sociale premies. Dat kun je van veruit de meeste andere schoonmakers in Nederland natuurlijk niet zeggen. En de freelance bezorger van Deliveroo, tja, hoe anders is zijn werk nu eigenlijk dan wat de krantenbezorger al die tijd gedaan heeft? Of dat van de vele postbezorgers die bij Sandd nog steeds als zzp’er hun ronde lopen en per bezorgde brief betaald krijgen? Ook bij zulke bedrijven zie je immers continu de worsteling tussen praktijk en regelgeving. Het arbeidsrecht past slecht Het boek laat ook nog eens goed beseffen hoe jong het fenomeen van de on-demand-economie eigenlijk is. De appstore die het allemaal mogelijk maakte bestaat pas sinds 2007, Deliveroo en Helpling zelf pas sinds 2013 en 2014. Vind je het gek dat de gevolgen nu pas goed zichtbaar worden? Maar wat het boek vooral duidelijk maakt is hoe slecht het construct van het huidige arbeidsrecht met al zijn vormen van dienstverbanden past op de wensen van de moderne samenleving. In die samenleving willen particulieren graag zo direct mogelijk zaken doen met een leverancier. Een online platform kan voor die verbinding zorgen. Snel en makkelijk. Het regelt de betaling, en krijgt daarvoor een deel van de fee. Maar is het daarmee ook een formele werkgever, in de traditionele zin van het woord? ‘Veredelde slavenarbeid’ Die scheefgroei tussen praktijk en wetgeving loopt alleen maar verder op, constateert Lieman. En dat is niet alleen maar het geval in de platformeconomie. Denk alleen al aan de recente gevallen van de freelance journaliste die bij Tubantia voor 13 cent per woord haar verhalen maakt(e), of de voetbalwebsites die ‘veredelde slavenarbeid’ zouden aanbieden aan hun freelancers. Zónder tussenkomst van welk online platform dan ook, maar gewoon: omdat er blijkbaar mensen zijn die voor dat tarief werk willen leveren. Maar wat als je zulke opdrachtgevers zou verplichten hun freelancers in dienst te nemen? Zou dat werk dan nog wel gedaan worden? En vervolgens ook de vraag: hoe erg is dat dan als dat níet gebeurt? Wat als een algoritme de rol van de traditionele leidinggevende op zich neemt? De politiek lijkt die scheefgroei enerzijds wel te erkennen, maar slaagt er tegelijk ook nog steeds niet in om tot een behoorlijk antwoord te komen. Steeds wordt weer geprobeerd een nieuw geval in de bestaande, ouderwetse wetgeving te duwen, zonder het fundamenteel debat aan te gaan over: waar gaan we heen met de arbeidsmarkt? Hoe zorgen we dat aan nieuwe wensen voldaan kan worden, zonder dat alle kosten daarvan worden afgewenteld op de samenleving? Hoe voorkomen we dat opdrachtgevers de mogelijkheid tot belastingaftrek voor zelfstandigen misbruiken? Wat zijn de maatschappelijke gevolgen als we zaken als verzekeren en pensioenen als een puur individuele beslissing zouden beschouwen? En wat als we dat níet doen? Wat als een algoritme goed leert voorspellen wanneer welk werk gedaan moet worden, maar daardoor ook de rol van de traditionele leidinggevende op zich neemt? En wat betekent het als we bij vrijwel alles gaan zeggen: ‘Ach, dit moet je vooral zien als een bijbaan’? Welke échte banen blijven dan over? Zinnige bijdrage Juist aan dat debat zou de opkomst van de platformeconomie wel eens een zinnige bijdrage kunnen leveren, kun je concluderen uit Liemans boek. Niet dat hij zelf met het antwoord komt (al schetst hij wel een aantal scenario’s of denkrichtingen), of dat op hun beurt de platformbedrijven dat doen. Sterker nog: die bedrijven lijken er vrijwel alles aan te doen om vooral de bestaande regels aan hun laars te lappen. Of in elk geval: het randje ervan op te zoeken. ‘We hebben vier jaar lang de kat uit de boom gekeken’, schrijft Lieman. Maar dat kan nu niet meer Maar door het spel zo hard te spelen, maken ze wel helder duidelijk waarom het gaat. En ook dat de politiek er niet steeds mee wegkomt door wéér een nieuwe stoplap te verzinnen. De platformbedrijven hebben het probleem van het arbeidsrecht op zich niet gecreëerd. Ze hebben het wel urgenter en manifester gemaakt. ‘We hebben vier jaar lang de kat uit de boom gekeken’, schrijft Lieman. Maar dat kan nu niet meer, concludeert hij. Op een huis dat op instorten staat, kun je niet continu pleisters blijven plakken. Dan gaan de bewoners vanzelf een nieuw heenkomen zoeken. Dan kun je op een gegeven moment beter een nieuw huis neerzetten, dat de toekomst wel met opgeheven hoofd tegemoet kan. Discussieer mee Vanavond, 1 maart, vindt in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam vanaf 20.00 een discussieavond plaats over de on-demand-economie, naar aanleiding van verschijning van dit boek. Foto boven: via uitgeverij Business Contact, foto midden: Tobias Bos. deeleconomie, deliveroo, gig-economy, platformeconomie Print Over de auteur Over Peter Boerman Peter Boerman was tussen 2016-2018 (eind)redacteur bij ZiPconomy. Hij is hoofdredacteur van Werf& ; over arbeidsmarktcommunicatie en recruitment. Hij is gefascineerd door de vraag hoe menselijk talent en organisaties bij elkaar worden gebracht, en wil met zijn verhalen bijdragen aan een wereld waarin mensen zoveel mogelijk van hun potentie kunnen verwezenlijken. Bekijk alle berichten van Peter Boerman
‘De platformbedrijven hebben het probleem van het arbeidsrecht op zich niet gecreëerd’, lees ik. Hoor ik dat goed? Als platformbedrijven fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden aan hun laars lappen, zijn zij dan niet primair verantwoordelijk voor die misstanden? Zouden de consumenten van die diensten hen daar eigenlijk niet op moeten aanspreken? Is het dan het arbeidsrecht, dat hier om onduidelijke redenen wordt afgeschilderd als een Gronings aardbevingshuis, daar ‘schuldig’ aan? Het is weer het ongebreideld functioneren van de markt, dat ons als een ‘natuurlijke’ waarheid wordt verkocht, dat hier het onuitgesproken referentiekader is. ‘Leve de vrije jongens van de platformeconomie?’- wat mij betreft zijn het boeven, en als er bij ons wordt ingebroken, zeggen we toch ook niet dat de politie dat heeft gedaan?!
@Robert, dank voor je reactie. Een serieuze tegenvraag : wat is het fundamentele (arbeidsrechtelijke en fiscale) verschil tussen een krantenbezorger en een maaltijdbezorger van Deliveroo. Ook die krantenbezorger is niet in loondienst en heeft geen arbeidsrechtelijke bescherming.
Ik vind dat er wel erg gemakkelijk naar de politiek wordt gewezen. Het is onmogelijk dat de politiek dit (alleen) op gaat lossen. En al helemaal niet zonder dat kosten daarvan worden afgewenteld op de samenleving. Ik kan me vanuit de politiek gezien alleen maar structurele oplossingen bedenken die neigen naar socialistische/communistische. En dat bedoel ik helemaal niet denigrerend of cynisch richting de politiek, maar gewoon feitelijk. Platformisering, maar ook globalisering en robotisering zijn dermate grote krachten, dat vrije (arbeids)markt hierbij niet kan blijven voortbestaan zonder “fatsoen” of “respect” of hoe je het ook wilt noemen. Ik denk dat Robert Knegt hier ook op doelt.
Ik denk dat de hele problematiek van de arbeidsmarkt het waard is om er een BMD aan te wijden. De iets ouderen herinneren zich die nog als de ‘Brede Maatschappelijke Discussie’ die begin jaren 80 werd gehouden over kernenergie. Een jarenlang discussieproces waarin iedereen mocht meedenken en -praten. En alhoewel het proces van die BMD wellicht niet heel succesvol was, denk ik dat er ook over het functioneren van de arbeidsmarkt en de wetgeving zoveel aspecten, meningen en belangen zijn, dat het goed zou zijn om te kijken of we ‘de Politiek’ kunnen helpen met ideeen, plannen etc waar dan ook nog groot draagvlak voor te vinden zou zijn. Beter een jaar of twee met elkaar hierover bezig zijn, dan weer twee jaar proberen te werken met wetgeving die meer kwaad dan goed doet…….