ZiPredactie 28 oktober 2019 0 reacties Print Vlaams/Nederlands debat: Sociale zekerheid in een moderne arbeidsmarktZiPconomy en haar Belgische zusje NextConomy organiseerden met en bij debatcentrum DeBuren een Vlaams/Nederlandse debatavond over het vinden van de balans tussen persoonlijke vrijheid en collectieve zekerheid. Een verslag van een boeiende avond vol spiegelbeeldige opvattingen. Het aantal freelancers groeit in Vlaanderen de laatste jaren harder dan in Nederland. Het aantal mensen dat werk in traditioneel dienstverband combineert met ondernemerschap groeit nog sneller. Aan beide kanten van de grens. De zoektocht naar een nieuwe balans tussen individuele ruimte en solidariteit, tussen persoonlijke verantwoordelijkheden en collectieve zekerheid, speelt in veel landen en zeker ook in Nederland en België. Het is een centrale vraag voor de Commissie Borstlap hier in Nederland, maar ook een thema dat actueler wordt in België en elders in Europa. Terwijl wetgeving en het sociaal zekerheidsstelsel per land zeer verschilt, zeker ook tussen België en Nederland. Hoe geef je ruimte aan individuen, maar bescherm je ook kwetsbare groepen? Wat mogen we van Europa verwachten en waar beperkt de EU juist de ontwikkeling van een modern arbeidsmarktbeleid? Deze ‘grote thema’s’ stonden centraal tijdens de tweede debatavond die NextConomy en ZiPconomy samen met debathuis deBuren organiseerde. We gingen over deze onderwerpen in gesprek met Maggie De Block, de liberale minister van Sociale Zaken van België (met een voor Nederlandse begrippen verrassend standpunt), EU parlementslid voor de PvdA (en oud vakbondsleider) Agnes Jongerius, Roos Wouters van de Werkvereniging, Monica De Jongh, directeur van de Vlaamse werkgeversorganisatie VBO en Paul Schoukens, hoogleraar Sociaal Zekerheidsrecht in zowel Leuven als Tilburg. België en Nederland: verschillen en overeenkomsten Er zijn tussen Nederland en België grote institutionele verschillen op sociaal verzekerings- en fiscaal terrein. Ondanks die verschillen, lopen ook veel zaken gelijk: het aantal freelancers, type werkzaamheden, de motieven (vakmanschap, vrijheid, flexibiliteit) en de hoge mate van tevredenheid bij de meerderheid van deze freelancers. Ook de schaduwzijden zijn vergelijkbaar zoals misbruik van statuut, kwetsbare groepen, ontbreken van onderhandelingsmacht. Met de debatten brengen we inzichten uit beide kanten van de grens bij elkaar. Lees ook dit artikel over het verschil in debat tussen Nederland en Vlaanderen, door Hugo-Jan Ruts Interviews met deelnemers debat: Twee panels, twee stellingen We lieten twee panels aan het woord, met deskundigen uit beide landen, elk met een heel andere politieke kleur of achtergrond: Panel 1 Stelling: Moet de EU een leidende rol spelen in de regulering van de freelancemarkt? De Belgische liberale minister van Sociale Zaken en het socialistische EU-parlementslid uit Nederland, oud-voorzitter van een vakbond bovendien, waren het verrassend vaak met elkaar eens. Behalve misschien op het thema dat we hen voorhielden: is het aan de EU of aan de landen zelf om het voortouw te nemen over de regels die gelden op de ‘flexibele arbeidsmarkt’? Panel 2 Stelling: Zijn freelancers micro-ondernemers of modern werkenden? Een hoogleraar sociaal verzekeringsrecht, een voorvrouw van een werkgeversorganisatie en een ‘aanjager’ van een nieuwe beweging van ‘werkenden’ gingen, ook met de zaal, in gesprek over wat een freelancer nu in de kern is: een modern flexibel werkende of een mirco-ondernemer. Of misschien toch alle twee tegelijk. #1 Moet de EU een leidende rol spelen in de regulering van de freelancemarkt? EU-parlementslid Agnes Jongerius is stellig: “De EU zál een leidende rol spelen, hierover zit de commissie momenteel midden in de hoorzittingen. We streven dan ook naar een basisbescherming voor freelancers. Al is dit een moeilijk proces doordat de groep freelancers zo divers is. Wie zijn de freelancers precies? Het is een discussie die al lang speelt. Ook op lokaal niveau. Veel lidstaten schuiven de definiëring van de verschillende groepen dan ook graag door.” Deze slideshow vereist JavaScript. Grote verschillen per land Minister Maggie De Block pleit voor minimale richtlijnen door de EU, maar vindt dat de lidstaten lokaal de verantwoordelijkheid moeten opnemen, aangepast aan de welvaart van het land. “Je kan geen eenheidsworst maken van de statuten binnen de EU. De situaties van de verschillende lidstaten liggen te ver uiteen. De lidstaten hebben elk andere types economieën. Daarom is er vrijheid en verantwoordelijkheid nodig voor de lidstaten individueel.” De Block ziet het liefst alle statuten convergent naar elkaar toegroeien zodat gemengde loopbanen mogelijk zijn met dezelfde rechten voor iedereen. “Wie wil ondernemen moet dat kunnen zonder wakker te liggen van de sociale rechten die hij zou verliezen. Je hoeft niet tegen je goesting ambtenaar te blijven. Een keuze maken voor een bepaald statuut aan het begin van je carrière en daar je hele loopbaan aan vasthouden is niet meer van deze tijd.” Een keuze maken voor een bepaald statuut aan het begin van je carrière en daar je hele loopbaan aan vasthouden is niet meer van deze tijd. Eenzelfde benadering voor alle werkenden Jongerius sluit zich aan: “Sociale bescherming wordt in cao’s geregeld. Weinig mensen blijven nog een hele loopbaan in dezelfde sector, bovendien verandert ook het werk binnen de sectoren. Collectief onderhandelen en collectieve voorwaarden afdwingen is voor zelfstandigen dan weer in strijd met het mededingingsrecht. Gooi alles op een hoop, beter dan verschillende definities te maken van zelfstandigen.” Basisbescherming voor iedereen “Belangrijk is om een onderscheid te maken tussen sociale bescherming en het arbeidsrechtelijk statuut. Sociale bescherming is nodig voor iedereen ongeacht het arbeidsrechtelijk statuut”, volgens de liberale minister. Daarom ijvert de minister voor het cappuccinomodel: een basislaag sociale bescherming waarop iedereen recht heeft zoals leefloon, ziekteverzekering en kinderbijslag. Een extra laag bescherming door een werkverzekering, enkel voor wie gewerkt heeft: zoals de werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheid, pensioen en opleidingsbudget. En daarbovenop de individuele verzekering. Volgens De Block kan het cappuccinomodel in tien jaar tijd gerealiseerd worden in België. “Moeten we de sociale bescherming dwingend maken? Ik geloof dat mensen op dat vlak soms tegen zichzelf beschermd moeten worden. Het is belangrijk om iedereen al vroeg bewust te maken van sociale bescherming, zelfs al van op de schoolbanken. Zo komen mensen nog al te vaak in de problemen door bijvoorbeeld deeltijds te werken, onvoldoende wetende wat de gevolgen zijn voor hun sociale zekerheid. Moeten we de sociale bescherming dwingend maken? Ik geloof dat mensen op dat vlak soms tegen zichzelf beschermd moeten worden. Opdrachtgevers maken freelancers kwetsbaar De valkuil voor freelancers zit volgens Jongerius vaak bij bedrijven die kiezen onder welk statuut iemand voor hen komt werken. Daarmee verwijst ze naar de platformen die freelancers vaak in een kwetsbare positie duwen. Een stelling die doorheen de hele debatavond terugkomt door de verschillende panelleden. “Mensen moeten individueel de keuze kunnen maken voor welke werkvorm ze kiezen”, aldus Jongerius. De valkuil voor freelancers zit vaak bij bedrijven die kiezen onder welk statuut iemand voor hen komt werken. Bijverdienen in België beter geregeld De Block: “In België hebben we al belangrijke stappen gezet voor mensen die willen bijverdienen. Zo hebben we op het niveau van de platformen de erkenning ingevoerd waarbij platformen moeten voldoen aan transparantievoorwaarden. We werkten een systeem uit van ‘beperkt bijverdienen’ via platformen. Daarnaast implementeerden we het systeem van flexijobs. Beide systemen zijn er voor wie al sociaal beschermd is door een vaste baan en minstens 4/5 werkt.” Conclusie: De socialistische kant van de liberale minister inspireert Jongerius. Waar De Block haar sociale gezicht liet zien, hoorden we van Jongerius eerder een liberale insteek door te stellen dat de keuze voor een statuut een individuele keuze zou moeten zijn. #2: Zijn freelancers moderne werkenden of micro-ondernemers. Professor Schoukens kadert: “Dit is een belangrijke discussie met verstrekkende arbeidsrechtelijke gevolgen. Vandaag hebben we werknemers en zelfstandigen. Maar binnen die groepen gedragen werkenden zich nog eens verschillend. Zo heb je werknemers die zich eigenlijk als zelfstandige gedragen en zelfstandigen die zich als werknemers gedragen, bijvoorbeeld wanneer ze zich sterk aan één bepaalde opdrachtgever binden. Vertrek van wat mensen nodig hebben Voor Roos Wouters is het duidelijk. Zij pleit resoluut voor de benadering ‘modern werk’. Wouters: “Het maakt niet uit over welke manier van werken het gaat. Neem de mensen en hun noden als basis, niet de arbeidsrelatie. De modern werkende kiest onafhankelijk op basis van wat hij of zij leuk vindt of nodig heeft. Dat valt niet in een vakje te steken. Wat hebben mensen nodig op een arbeidsmarkt? Flexibiliteit. Door de grote verschillen in sociale bescherming in Nederland is deze manier van kiezen nu niet mogelijk. Integendeel, er ontstaat steeds meer polarisatie tussen twee groepen: zij die met een vast contract werken en de zzp’ers.” Het maakt niet uit over welke manier van werken het gaat. Neem de mensen en hun noden als basis, niet de arbeidsrelatie. Huidige regelgeving is duidelijk genoeg Monica De Jonghe grijpt terug naar de huidige regelgeving in België. Die is volgens De Jonghe heel helder: “De wet Aard Arbeidsrelaties is duidelijk. Over die regelgeving werd recent nog gedebatteerd met de sociale partners in functie van de digitalisering en evoluties van deelplatformen. Alle partijen zijn het erover eens dat de criteria eenduidig zijn om te bepalen of we over zelfstandigen of over werknemers spreken.” Andere benadering voor zelfstandigen nodig “Toch is er een belangrijke groep kwetsbare zelfstandigen en is gelijke sociale bescherming aan de orde,” reageert professor Schoukens, “maar het systeem van werknemers gelijkstellen voor zelfstandigen is geen oplossing. Zo is inkomensverlies voor zelfstandigen veel moelijker vast te stellen dan bij werknemers. Wat is het inkomensverlies voor zelfstandigen bijvoorbeeld bij ziekte? Wel haalbaar is een systeem van tijdelijke werkloosheid voor zelfstandigen dat tijdelijk inkomensverlies compenseert, denk maar bij situaties zoals bijvoorbeeld wegenwerken. Ook belangrijk: wanneer we nadenken over bescherming voor zelfstandigen, moet dat gelden voor álle zelfstandigen, ook voor diegene met een hoger inkomen, want zij dragen immers het systeem.” Ook belangrijk: wanneer we nadenken over bescherming voor zelfstandigen, moet dat gelden voor álle zelfstandigen, ook voor diegene met een hoger inkomen, want zij dragen immers het systeem. Betaalbaarheid op lange termijn De Jonghe: “De voorbije jaren zijn de verschillen in sociale bescherming tussen werknemers en zelfstandigen al grotendeels weggewerkt. Bezorgdheid moet vooral zijn: wat is de houdbaarheid en kostprijs van ons sociaalzekerheidssysteem? We moeten manieren zoeken om het systeem haalbaar te houden.” Veranderen om te behouden Volgens professor Schoukens is het niet nodig om de sociale zekerheid her uit te vinden, maar wel aan te passen aan de ontwikkelingen die vandaag bezig zijn. “Als je alles wil houden zoals het is, moet je alles veranderen”, stelt hij. Overleg met zelfstandigen zelf In Nederland zorgt de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) dan weer voor voor- en tegenstanders. Roos Wouter kant zich fel tegen het voorstel. “De AOV wordt opgedrongen door de vakbonden, terwijl zelfstandigen er zelf niet om vragen. Bovendien zal een verzekering voor sommigen te duur zijn om te betalen, terwijl anderen al een sluitende eigen verzekering hebben.’ Het zit Wouters vooral dwars dat dit soort maatregelen zonder overleg met zelfstandigen wordt doorgevoerd en met verkeerde argumenten. Ook de bezorgdheid over de ‘kwetsbare zelfstandigen’ of zoals Wouters ze noemt, de ‘werkende armen,’ schiet naar eigen zeggen eigenlijk de essentie voorbij. “Het zijn opdrachtgevers die de boel uitbuiten, eigenlijk zijn het rotwerkgevers. Het is aan de overheid om deze vormen van schijnzelfstandigheid aan te pakken. Maar in plaats daarvan krijgen zelfstandigen steeds meer nieuwe regels opgelegd die hen belemmeren in ondernemen. Het zijn opdrachtgevers die de boel uitbuiten, eigenlijk zijn het rotwerkgevers. Het is aan de overheid om deze vormen van schijnzelfstandigheid aan te pakken. Conclusie? De arbeidsmarkt, zowel in België als in Nederland, evolueert in razendsnel tempo. Zowel jobs veranderen als loopbanen evolueren, met flexibiliteit en digitalisering als motor voor verandering. Het arbeids- en socialezekerheidsrecht blijft weliswaar achter. Toch liggen de noden in beide landen anders. In Nederland vormt het grote verschil tussen de statuten een belangrijk struikelblok. In België is de betaalbaarheid van de welvaartstaat de grootste uitdaging. Lees ook: 5 key-inzichten die bleven hangen na het debat over de flexibele welvaartstaat BelgiĆ«, Europa, sociaal zekerheidsstelsel Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie
interview - Sonja van Lieshout (WEC Europe): ‘Een vast contract voor het leven is echt niet meer de rode d...