"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU
Taxichauffeur

Deze rechtszaak moet het machtsverschil tussen online bemiddelaars en gebruikers verkleinen

Uber-chauffeurs eisen meer inzicht in hun eigen data, want kennis is macht. Platformexpert Martijn Arets omschrijft waarom deze rechtszaak zo belangrijk is en welke mogelijkheden er zijn om de verstoorde machtsbalans in de platformeconomie te herstellen.

Online platformen zoals Uber, AirBnb en Thuisbezorgd bepalen als marktmeesters de regels van het ‘spel’. In het geval van platformen voor taxi’s en maaltijdberzorging bepaalt het platform wie welke klus krijgt, tegen welk tarief, wie mee mag doen en wie niet, en ga zo nog maar even door.

Het probleem is dat het platform alle informatie heeft. Een bedrijf als Uber weet precies hoe het zit met vraag, aanbod, tarieven, concurrentie. Kennis is macht en in dit geval ligt al die macht bij het platform. Voor de individuele gebruiker wordt de informatieasymmetrie misschien wel meer dan ooit in stand gehouden. En is het machtsverschil bij platformen die korte klusjes automatisch toewijzen aan aanbieders nog groter dan bij traditionele bemiddelaars.

Een groep Uber-chauffeurs komt daar nu tegen in opstand, schrijft The Guardian. Zij klagen het platform aan, omdat zij vinden dat zij te weinig data krijgen om goede keuzes te maken en inzicht te krijgen in de manier waarop het bedrijf beslissingen maakt over de aanbieders.

Macht in balans

Dit doen de chauffeurs gezamenlijk onder de paraplu van de Worker Info Exchange (WIE). In het verzoekschrift (interessant leesvoer!) omschrijft WIE zich als een non-profitorganisatie die onder andere als doel heeft werknemers en zelfstandigen in de informatie-economie toegang te geven tot de gegevens die tijdens het werk over hen worden verzameld. Een belangrijk doel is de machtsverhouding tussen grote digitale platforms (zoals Uber) en de mensen die deze platforms succesvol maken (de chauffeurs) in balans te brengen.

Er zijn meerdere manieren om te zorgen voor een eerlijkere machtsbalans. Je zou bijvoorbeeld de besluitvormingsprocessen, de algoritmes, inzichtelijk kunnen maken voor een vertrouwde derde partij, een algoritmeaccountant. Deze kan het algoritme controleren op bepaalde variabelen. In een workshop in de zomer van 2019 onderzocht ik deze mogelijkheid met een brede groep stakeholders.

Toegang en bundeling

Een andere oplossing is gebruikers toegang geven tot de data die invloed hebben op hun individuele transacties. Dat is waar de WIE zich voor inzet. Juist voor platformen die de aanbieder als ondernemer classificeren zou dit een no-brainer moeten zijn. Je kunt tenslotte pas echt ondernemen als je toegang hebt tot de data die van invloed zijn op jouw business en transacties. Een goede ondernemer bepaalt namelijk zijn strategie op basis van informatie.

Vervolgens zou je deze data kunnen bundelen (poolen). Op die manier kun je op basis van de gegevens van meerdere aanbieders analyse maken en zo het machtsverschil tussen aanbieders en platform verkleinen.

Werkerscoöperatie

De gedachte om aanbieders samen te brengen bestaat al langer. Ruim een jaar geleden schreef ik in de blog ‘de coöperatie als vakbond 2.0‘ waarom arbeidsrechtadvocaten Jaap van Slooten en Jorinde Holscher pleiten voor de introductie van de werkerscoöperatie. In een paper beschrijven zij dat zo’n coöperatie zzp-platformwerkers kan helpen collectieve (tarief)afspraken te maken met de platformen waar zij voor werken. Op die manier kan een werkerscoöperatie het machtsverschil tussen aanbieders en platformen verkleinen.

Dat is ook een doel van de WIE. Deze non-profit wordt ondersteund door een soort coöperatie: de App Drivers & Couriers Union (ADCU), een vakbond die opkomt voor de belangen van alle private hire drivers & couriers in het Verenigd Koninkrijk. De bond wil bijvoorbeeld meer transparantie over gegevensverwerking door partijen als Uber.

Collectief onderhandelen

En de ADCU is weer aangesloten bij de International Alliance of App Transport Workers (IAATW), een internationale organisatie zet zich in voor digitale rechten voor platformwerkers. Zij hebben een gezamenlijk ‘data trust’ opgericht waarin ze de persoonsgegevens van chauffeurs bijeenbrengen. De inzichten die ze daaruit krijgen kunnen ze gebruiken voor collectieve onderhandelingen.

Deze rechtszaak van WIE tegen Uber levert een belangrijke bijdrage aan de verkenning in hoe het speelveld tussen platformen en gebruikers minder ongelijk kan worden. Anton Ekker, de Nederlandse advocaat die deze zaak voert, vat The Guardian samen: “De app besluit miljoenen keren per dag wie welke rit krijgt: wie krijgt de fijne ritten, wie krijgt de korte ritten. Maar dit gaat niet alleen over Uber. Het probleem is overal. Algoritmes en data geven veel controle, maar de mensen om wie het gaat zijn daar vaak niet bewust van.”

Hierin plaats hij (terecht) deze zaak in een breder perspectief van een groeiende geautomatiseerde besluitvorming en algoritmisch management van werkenden in de breedste zin van het woord. Er zijn nog genoeg vragen en er zullen er vast nog meer bijkomen, maar de enige manier om dit te verkennen is door er iets aan en mee te doen. Daar kan een rechtszaak als deze prima in bijdragen.

Martijn Arets is internationaal platform expert en verkent sinds 2012 de opkomst van de platformeconomie en de impact op de samenleving. Bekijk alle berichten van Martijn Arets