Joyce Snijder 8 februari 2021 0 reacties Print Een terugblik op rechtspraak 2020 over de flexbrancheAdvocaat Joyce Snijder van Wijn & Stael Advocaten geeft een overzicht van de belangrijkste uitspraken in 2020 voor de flexbranche.Hoe belangrijk het is om de rechtspositie van flexibele arbeidskrachten te verstevigen, werd in 2020 opnieuw duidelijk. Het was het jaar van de coronacrisis met krantenkoppen als ‘Flexibele arbeidskrachten voelen de Coronacrisis als eerste in hun portemonnee’. Het was ook het jaar dat de Wet Arbeidsmarkt in Balans in werking trad. Vanaf 1 januari 2020 hebben oproep- en de payrollwerknemers een sterkere positie. Uit rechtspraak afgelopen jaar blijkt dat flexibele arbeidskrachten aanspraak maken op hun rechten. Papier versus praktijk Ik maakte een overzicht van belangrijke uitspraken in 2020 voor de flexbranche. Wat opvalt, is hoe belangrijk het is om vooraf te beoordelen hoe overeenkomsten wettelijk kwalificeren. Je kunt een overeenkomst wel een overeenkomst van opdracht noemen, maar de inhoud moet wel aan de eisen voldoen. Als blijkt dat de overeenkomst van opdracht kwalificeert als een arbeidsovereenkomst, is de zzp’er opeens een werknemer met vergaande werknemersbescherming. Je kunt werknemers inlenen op basis van een contracting-constructie, maar wanneer feitelijk arbeidskrachten aan jou ter beschikking zijn gesteld hebben zij recht op de inlenersbeloning. En dan is iedere inlener in de keten naast de formele werkgever aansprakelijk voor het achterstallige salaris. Stel je vragen tijdens de Webinarweek Hieronder staan stuk voor stuk uitspraken om rekening mee te houden. Wordt de rechtspositie van de flexibele arbeidskracht onvoldoende onderkend, of worden constructies bedacht om deze te ontduiken, dan zal hij vroeg of laat zijn rechten doen gelden. Wil je meer weten over de belangrijkste uitspraken van afgelopen jaar? Tijdens de Werf& en ZIPconomy Webinar Week 2021 vertel ik meer over de verschillende zaken en beantwoord ik vragen. Geef je nu op voor het webinar ‘Terug- en vooruitblikken rechtspraak 2020 en 2021’ op 9 februari. Europees Hof van Justitie ECLI:EU:2020:565 Een op Cyprus gevestigde vennootschap neemt Nederlandse vrachtwagenchauffeurs van Nederlandse transportondernemingen in dienst. De Cyprioten lenen de chauffeurs uit aan de voormalige werkgevers, de Nederlandse transportondernemingen. Daarbij passen ze het Cypriotisch sociaal zekerheidsrecht toe op de chauffeurs. Mag dat? Nee, oordeelt het Europees Hof van Justitie. De onderneming die het feitelijk gezag over de werknemer uitoefent, zijn loonkosten draagt en bevoegd is de werknemer te ontslaan, wordt aangemerkt als werkgever bij de toepassing van Verordening 883/2004 (coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels). De vrachtwagenchauffeurs bleven dus onder de Nederlandse socialezekerheidsgwetgeving vallen. Hoge Raad ECLI:NL:HR:2020:1746 (X/Gemeente Amsterdam) De Hoge Raad oordeelde in dit arrest dat de bedoeling van partijen geen rol speelt bij de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst. Toch betekent het arrest niet dat de partijbedoeling helemaal niet meer relevant is. De Hoge Raad legt uit dat eerst aan de hand van de Haviltex-maatstaf moet worden bekeken welke rechten en plichten partijen zijn overeengekomen. De vraag is of aan alle elementen van de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst is voldaan: 1) arbeid, 2) loon, 3) gedurende een zekere tijd, en 4) gezag. De Haviltex-maatstaf houdt namelijk in dat niet alleen gekeken wordt naar de taalkundige betekenis van de tekst, maar ook naar de betekenis die partijen aan die tekst toekennen. Dat betekent dat zowel de uitvoering van de overeenkomst als de partijbedoeling belangrijk zijn. Lees meer in dit artikel. ECLI:NL:HR:2020:312 (Taxi Dorenbos/werknemer) Ontduiken van de ketenregeling via payrolling is niet toegestaan. In deze zaak hadden de werknemer en de payrollwerkgever een payrollovereenkomst, maar die was alleen maar opgezet om onder de ketenregeling uit te komen. Van een reële payrollovereenkomst tussen de werknemer en de payrollwerkgever was geen sprake. De (vierde) overeenkomst die tussen de werknemer en de payrollwerkgever tot stand is gekomen, geldt dus als arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen de werknemer en Taxi Dorenbos. Gerechtshoven ECLI:NL:GHAMS:2020:1077 (X / Schiphol Nederland B.V.) De uitzendkracht is bij Schiphol werkzaam als schoonmaker. Om de werkzaamheden te kunnen verrichten heeft hij van Schiphol een zogenaamde Schipholpas ontvangen. Schiphol heeft de Schipholpas ingenomen. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat Schiphol de belangen van de uitzendkracht daarbij niet heeft meegewogen. De vordering van de uitzendkracht tot teruggave van de Schipholpas en de toelating tot de werkzaamheden bij Schiphol wordt toegewezen. ECLI:NL:GHSHE:2020:2705 (opdrachtnemer/opdrachtgever) Het Gerechtshof ‘s- Hertogenbosch oordeelde dat ook een zzp’er die werkt op basis van een overeenkomst van opdracht met een bemiddelaar zich op het belemmeringsverbod in de Waadi kan beroepen. Voorwaarde is dat de overeenkomst van opdracht als een ‘arbeidsverhouding’ kwalificeert. Van een arbeidsverhouding is sprake wanneer de arbeidskracht een ‘bepaalde tijd voor een ander en onder diens leiding prestaties levert en in ruil daarvoor een vergoeding ontvangt’. Daarover vertel ik meer in dit artikel. ECLI:NL:GHSHE:2020:1636 (NeroQom B.V./werknemer) Werknemer is op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam. De werknemer tekent een payrollovereenkomst op grond waarvan hij zal worden uitgeleend aan zijn voormalig werkgever. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de arbeidsovereenkomst met de werkgever door ondertekening van de payrollovereenkomst niet is geëindigd. De werknemer wordt geacht in dienst te zijn gebleven bij werkgever. Rechtbanken ECLI:NL:RBNNE:2020:4471 (FNV / Post NL) PostNL leende pakketsorteerders in op basis van een contracting-constructie. De pakketsorteerders ontvingen niet de inlenersbeloning. De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat dit onterecht was, omdat de pakketsorteerders aan PostNL ter beschikking zijn gesteld als bedoeld in de Waadi. PostNL wordt aansprakelijk gehouden voor het achterstallige loon aan pakketsorteerders. Het pakketbedrijf handelde onrechtmatig en profiteerde bewust van de onderbetaling van arbeidskrachten en de contracting-constructie die het bedrijf met de uitlener had opgezet. ECLI:NL:RBGEL:2020:4079 (NettStaff B.V. /Kroftman Structures B.V.) Door gebruik te maken van de NOW-regeling kunnen uitzendbureaus een subsidie ontvangen om hun uitzendkrachten in dienst te houden. Inleners kunnen zelf geen rechtstreeks beroep doen op de NOW-regeling voor de bij hen tewerkgestelde uitzendkrachten. De Rechtbank Arnhem oordeelt dat het niet redelijk is dat de inlener de volledige loonkosten moet blijven voldoen aan het uitzendbureau, wanneer een uitzendbureau een deel van de loonkosten vergoed krijgt via de NOW-regeling. ECLI:NL:RBAMS:2020:6130 In een payrollovereenkomst mag geen uitzendbeding worden opgenomen. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat tussen partijen een payrollovereenkomst is gesloten. Het daarin opgenomen uitzendbeding is nietig. De payrollovereenkomst is niet van rechtswege geëindigd en kon evenmin eenzijdig worden opgezegd door de payrollwerkgever. flexbranche, rechtspraak, webinar, zzp Print Over de auteur Over Joyce Snijder Joyce Snijder begeleidt ondernemingen, non-profitorganisaties en hoger management bij complexe vraagstukken op het gebied van arbeidsrecht en de inzet van flexibele arbeidskrachten en zzp’ers. Bekijk alle berichten van Joyce Snijder