Hugo-Jan Ruts 15 februari 2021 3 reacties Print Kamerleden nemen afstand van webmoduleTweede Kamerleden blijken weinig vertrouwen te hebben in de webmodule. In aanloop naar de nieuwe coalitieonderhandelingen komen ze alvast met nieuwe ideeën. Ondertussen blijkt het animo onder opdrachtgevers om de webmodule te gaan gebruiken klein. Het enthousiasme in de Tweede Kamer voor de webmodule is nooit groot geweest. Maar richting de verkiezingen nemen zowel Kamerleden uit de coalitie als de oppositie nadrukkelijk afstand van de laatste poging van minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) om de Wet DBA te vervangen. Dat blijkt uit interviews met kamerleden die ZiPconomy deed in aanloop naar de verkiezingen. Via de webmodule, een online vragenlijst, kunnen opdrachtgevers er achter komen of ze voor een bepaalde opdracht een zelfstandige kunnen inhuren. Tot 1 oktober wordt de webmodule getest. Lees meer over de pilot. “Ik zeg eerlijk: ik kijk met argusogen naar de pilot met de webmodule”, zegt Steven van Weyenberg van D66. “Ik wil namelijk voorkomen dat echte ondernemers worden geraakt.” Hilde Palland (CDA) vindt de webmodule ‘niet zaligmakend’. “De definitie van werknemerschap is namelijk niet voldoende afgebakend in onze wet- en regelgeving. Ik ben bang dat de tool nu juist tot meer onduidelijkheid leidt. Pas als die definitie helder is, kan zo’n webmodule helpen” vindt Palland. Paul Smeulders (Groenlinks) zegt weinig vertrouwen in de webmodule te hebben. “Voordat zo’n webmodule kan werken, is een heldere definitie nodig. ” Volgens Judith Tielen (VVD) geeft de webmodule opdrachtgevers en zelfstandigen onvoldoende zekerheid. Gijs van Dijk (PvdA) noemt de webmodule een ‘onderdeel van de mislukte poging om de Wet DBA te vervangen’. Van Dijk: “Er staat niets nieuws in en zo’n tool lost het probleem dus niet op.” Chris Stoffer (SGP) is op zich positief over de pilot met de webmodule. “We zouden meer pilots moeten doen, meer testen wat werkt.” Maar ook Stoffer ziet de uiteindelijke oplossing in nieuwe regels. Die wil hij het liefst samen met zzp’ers en belangenbehartigers opstellen. Nieuwe plannen De Kamerleden zijn eensgezind in hun twijfels over de webmodule. De meningen lopen echter sterk uiteen over wat er dan wel moet gebeuren tegen schijnzelfstandigheid. Waar Palland (CDA) een verduidelijking wil van de definitie van werknemerschap, ziet Tielen (VVD) meer in een eigen rechtspositie voor zzp’ers in het Burgerlijk Wetboek. “De zzp’er bestaat niet. Al helemaal niet fiscaal-juridisch”, zegt ze. “We willen meer herkenbaarheid met zo’n zzp-rechtspositie en hopen dat dit weer leidt tot meer erkenning voor zelfstandigen.” Van Weyenberg (D66) zoekt een oplossing vooral binnen sectoren. “Het liefst zou ik per sector uitzoeken hoe we het onderscheid tussen schijnzelfstandigen en echte ondernemers kunnen maken. Zet zo’n webmodule bijvoorbeeld alleen in bij sectoren waar problemen spelen rondom schijnzelfstandigheid. Bijvoorbeeld in de platformeconomie en land- en tuinbouw, waar we het over eens zijn dat zzp vaak niets met ondernemerschap te maken heeft.” “Experts en rechters komen tot verschillende oordelen”, constateert Smeulders (GL). “Daar moet het kabinet iets aan doen. De minister heeft bijvoorbeeld verduidelijkt wanneer sprake is van een gezagsverhouding. Als hij dit verankert in de wet, schept dat al veel meer helderheid.” Gijs van Dijk (PvdA) geeft aan nog steeds een minimumtarief te willen. “Dat geeft zekerheid aan de onderkant van de markt.” De webmodule hoeft niet aangepast te worden naar aanleiding van een recente uitspraak van de Hoge Raad. Dat schrijft minister Koolmees in een brief aan de Kamer, waarin hij ingaat op die uitspraak. De Hoge Raad is van mening (zie hier) dat de ‘partijbedoeling’ een minder prominente plek behoort te krijgen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Koolmees constateert in de brief ook dat de Hoge Raad suggesties van de advocaat-generaal voor nieuwe criteria niet heeft over genomen. Het is aan een volgend kabinet om – ‘desgewenst’ zo schrijft Koolmees – ‘modernisering van het gezagscriterium (…) ter hand te nemen.’ Opdrachtgevers weinig enthousiast Ook onder opdrachtgevers van zzp’ers is weinig animo voor de webmodule. Uit een ZiPconomy enquête naar ‘trends rond inhuur’ onder opdrachtgevers van zelfstandigen, blijkt dat 19% van de opdrachtgevers van plan is de webmodule te gaan gebruiken. 42% zegt het misschien te gaan doen, 30% zegt de webmodule (waarschijnlijk) niet te gaan gebruiken. 9% van deze opdrachtgevers weet niet wat de webmodule is. Dit onderzoek is uitgezet onder bedrijven en organisaties die structureel zelfstandigen inhuren. Vrijwel alle deelnemers hebben meer dan 500 mensen in loondienst. Vier op de tien respondenten geeft aan geen gebruik te gaan maken van de webmodule omdat de organisatie zzp’ers niet rechtstreeks maar via een tussenkomstbureau inhuurt. De huidige webmodule is niet geschikt om dat type arbeidsrelaties te beoordelen. 16% geeft aan het werken met een modelovereenkomst ‘veel eenvoudiger te vinden’, anderen wachten liever totdat de webmodule definitief is en meer zekerheid geeft. Koolmees, TK2021, Webmodule Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
O zo logisch allemaal….. Dit is ook geen oplossing die gedragen wordt door de markt…. Nee het is een verzinsel vanuit één of andere toren in Den Haag…. Lees de voorstellen van VZN….pragmatisch en haalbaar…..stop met degenen die ons land in het harnas houden te pesen met allerlei onzinnige oplossingen….. Het kan zoveel simpeler…..
Het zou goed zijn als die kamerleden ook afstand nemen van de positie dat er in Nederland sprake zou zijn van ‘doorgeslagen’ flex terwijl met name flexibiliteit ons nu de veerkracht geeft om weer razendsnel uit de crisis te komen Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niets aan ons flexwerk te verbeteren zou zijn. Dan moet de Tweede Kamer ook nog afstand nemen van de positie dat interne flexibiliteit beter zou zijn dan externe. Aantoonbare onzin!