Hugo-Jan Ruts 2 juni 2021 4 reacties Print SER: aanpak schijnzelfstandigheid focussen op uurtarieven onder 35 euroForse inperking van uitzendarbeid, het afschaffen van de zelfstandigenaftrek, een de facto minimumtarief voor zzp-inhuur, verplichte sociale voorzieningen voor zzp‘ers, geen oproepcontracten meer. Het ontwerp SER advies “Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving” dat vandaag gepresenteerd is, zet een aantal zaken binnen de flexbranche en zzp-markt op zijn kop. Waarbij de focus duidelijk ligt op een verbouwing van wat de ‘basis’ van de arbeidsmarkt genoemd wordt. Veel van de voorstellen sluiten aan bij de eerdere voorstellen van de Commissie Borstlap. Zo willen de sociale partners het aantal contractvormen terugbrengen tot drie: vast, uitzenden en zelfstandigen. Rijbanen in de terminologie van de Commissie Borstlap. De sociale partners willen dat de Belastingdienst zich bij het aanpakken van schijnconstructies beperkt tot situaties waarin zzp’ers worden ingehuurd onder de € 35 per uur. Minder flex, vast meer wendbaar Zoals al eerder uitlekt, is het voorstel van de sociale partners om de mogelijkheden voor uitzendarbeid te beperken. Het uitzendbeding gaat gelden voor maximaal 52 weken (nu 76 weken) en de maximale uitzendduur wordt drie jaar. Oproep- (inclusief nuluren-)contracten worden afgeschaft en vervangen door basiscontracten met ten minste een kwartaalurennorm waardoor het loon van werknemers voorspelbaar is. Er geldt hier een uitzondering voor studenten en scholieren. Werkgevers moeten de mogelijkheid krijgen om eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) te verlagen met maximaal 20 procent, indien daar bedrijfseconomische aanleidingen voor zijn. Net als bij de huidige NOW mag het Rijk hier 75% van de kosten voor haar rekening nemen. Minimum uurtarief Indien werkgevers een zzp’er inhuren onder een tarief van € 35 euro per uur, dan ontstaat er een rechtsvermoeden van werknemerschap. “Indien de werkende meent dat hij/zij werknemer is, is het aan de opdrachtgever voor de rechter te bewijzen dat dit niet het geval is” zo schrijft de Sociaal-Economische Raad. De sociale partners willen dat er bij de handhaving tegen schijnzelfstandigheid een focus komt te liggen op wat ze de ‘basis’ van de arbeidsmarkt noemen. Met de introductie van het ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’ kan het moratorium van de handhaving door de Belastingdienst ook komen te vervallen. “Publiekrechtelijke handhaving dient zich te richten op gevallen aan de basis van de arbeidsmarkt (conform de geïntroduceerde norm voor het rechtsvermoeden). En “bij vermoedens van kwaadwillendheid”, zonder nu direct duidelijk te maken wat nu kwaadwillendheid is. “Bij tarieven boven het maximumdagloon verandert er in principe niets,” zo schrijft de SER verder. “Disputen over de aard van de arbeidsrelatie worden tussen contractpartijen civielrechtelijk beslecht. De verdere ontwikkeling van een webmodule kan bijdragen aan het verkrijgen van duidelijkheid vooraf over de aard van de arbeidsrelatie.” De SER zegt hier dus met zoveel woorden dan Belastingdienst (publiek rechtelijk) zich dus moet beperken tot situaties waarbij een laag tarief wordt betaald. En bij ‘kwaadwillenden’. Voor hogere tarieven is het aan opdrachtgevers/opdrachtnemers zelf om zaken uit te vechten – via het civiele recht – indien ze het oneens zijn. Dat idee sluit overigens aan bij een idee uit 2016 (zie hier) dat op een ZiPconomy werkconferentie is uitgewerkt met een aantal zzp-organisaties, bemiddelaars en opdrachtgevers. De vraag daarbij is wel of dit voldoende comfort biedt aan opdrachtgevers om zonder al te veel aarzeling zzp’ers met een hoog tarief in te (blijven) huren. Het fors inperken van de mogelijkheid tot inzetten van zzp’ers onder de € 35 per uur is een forse klap voor platformen als Temper, Deliveroo en Young Ones, maar een opsteker voor de uitzendbranche. Ander fiscaal en sociaal stelsel zelfstandigen De zelfstandigenaftrek voor IB-ondernemers (eenmanszaak) wordt in de SER-voorstellen afgebouwd. “Hiervoor in de plaats komen fiscale faciliteiten voor zelfstandig ondernemers die daadwerkelijk risico lopen met eigen investeringen.” De SER wil deze afbouw in fases doorvoeren en op een wijze “die koopkrachtverlies onder zelfstandigen voorkomt of compenseert”. Hoe dat moet, staat niet toegelicht. De mkb-winstvrijstelling blijft hier – anders dan in het voorstel van de Commissie Borstlap – dus buiten schot. De SER houdt verder vast aan een eerder advies voor verplichting van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandigen. Minister Koolmees zette onlangs nog stevige vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van dat voorstel. Verder pleit de SER om een definitief sociaal vangnet voor zelfstandigen te creëren voor ”bijzondere en onvoorziene omstandigheden”. Geïnspireerd op de huidige TOZO-regeling. Waarbij het Rijk mag gaan betalen voor de loonkosten bij het tijdelijk afschalen naar 80%, dienen zelfstandigen de premie voor deze regeling zelf te gaan betalen. Dit ontwerpadvies (zie hier voor volledige versie) wordt nog voorgelegd aan de verschillende achterbannen, alvorens het wordt vastgesteld in de Raadsvergadering van de SER. Commissie Borstlap, ser, Webmodule, wet dba Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
Waarom houdt men eigenlijk zo vast aan die mkb-winstvrijstelling? Die zou ooit bedoeld zijn om hogere kosten voor ondernemers te dekken voor sociale zekerheden als pensioen en arbeidsongeschiktheid. Kosten daarvoor kunnen toch sowieso van de winst worden afgetrokken en pensioeninleg van de inkomstenbelasting? Door enkel de daadwerkelijke kosten aftrekbaar te maken zal het argument van financieel voordeel vervallen wat een deel van de discussie al wegneemt.
Hoi David, de MKB-winstvrijstelling gaat eerder over het op een min of meer gelijke wijze belasten van de winsten van een onderneming, onafhankelijk van de rechtsvormkeuze. Bij een zelfstandige of ondernemer in de Inkomstenbelastingsfeer wordt de jaarwinst belast. Diezelfde jaarwinst wordt in de Vennootschapsbelasting gesplitst in een deel salaris (gebruikelijk loon) voor de DGA en een winstdeel BV. Keert de BV de winst uit aan de aandeelhouder moet die nog een keer aanmerkelijk belang heffing betalen. Samen zou dat ongeveer dezelfde belastingdruk op moeten leveren: rechtsvormneutraal. Door de verlagingen van de VPB en de verlagingen van de ondernemersfaciliteiten in de IB is daar steeds minder sprake van
David, ik zou er maar niet al te zeker van zijn dat MKB winstvrijstelling (voor zelfstandigen) in zijn huidige vorm de formatie gaat overleven. Die staat weldegelijk op de ‘verlanglijst’. Ook de Cie Borstlap wilde ook dat fiscale voordeel voor zelfstandigen afschaffen.
Hallo Hugo-Jan, eens, hoewel de fiscalisten het onjuist vinden en al lang pleiten voor de invoering van een winstbox in de IB… Op deze manier jaag je de zzp’ers met een honorarium boven de € 50,- tot € 60,- de BV in.