"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Betere zzp-wetgeving? Neem een voorbeeld aan België

De ene zzp’er is de andere niet. De zelfstandig ondernemer met lagere tarieven verdient bescherming, de zelfstandige met een hoger tarief wil vooral vrijheid. Han Kolff, CEO van de HeadFirst Group, mist die toon in de Haagse discussie, alhoewel hij tevreden is met de Sociaal Akkoorden die de afgelopen weken zijn gesloten. “Er komt steeds meer oog voor de diversiteit van de zzp-populatie. Dat stemt mij positief.”

Flexibiliseringstrend zet door

“Ik praat met iedereen, met vakbonden, werkgeversorganisaties en met mensen in Den Haag. Je merkt toch dat men daar vasthoudt aan het idee ‘vast is goed en flex is fout’. Maar de wereld is niet vast en de arbeidsmarkt dus ook niet”, stelt Kolff die erop wijst dat in 2019 800.000 mensen in Nederland van baan zijn veranderd. Een millennial blijft gemiddeld slechts 1,2 jaar bij dezelfde werkgever en in 2025 zal de mondiale beroepsbevolking voor 75% uit millennials bestaan. “Werkenden gaan dus van baan naar baan en het mechanisme daarvoor is de arbeidsmarkt en die is flexibel. Er is geen weg terug naar alleen maar vast. Die trend is onomkeerbaar.” En dat is ook prima, vindt hij. “De flexmarkt zorgt er juist voor dat ook de schaarse profielen worden ingevuld en houdt daarmee de economie draaiende.” Die behoefte aan flexibiliteit blijkt volgens hem juist tijdens deze coronacrisis. “Wij slagen erin – ondanks de huidige wetgeving – mensen uit sectoren waar het werk is weggevallen aan de slag te helpen in sectoren waar veel vraag is.”

Bovenkant zzp-markt

Waar het volgens hem aan schort is de huidige arbeidsmarktwetgeving in Nederland. “Ik ben blij met het rapport van de Commissie Borstlap en de Sociaal Akkoorden van ONL en de SER. Daar lees ik veel goede voorstellen in terug waar een nieuw kabinet mee aan de slag kan. Helaas zie je wel veel cherry picking, iedereen pakte uit het rapport van Borstlap wat hij wilde. De echte, brede discussie over goede regulering van de arbeidsmarkt is nog niet gevoerd.”

Minder te spreken is Kolff over de Wet DBA en de aanhoudende onduidelijkheid rondom het handhavingsmoratorium. Vooral voor de grote, groeiende groep die bewust kiest voor het zelfstandig ondernemerschap aan de bovenkant van de arbeidsmarkt is die wet DBA  onwerkbaar. “Daarin schuilt een onderliggende krampachtigheid bij de overheid. Alsof elke zelfstandige fout handelt. Dat brengt zowel bij opdrachtgevers, zp’ers als intermediairs onzekerheid met zich mee. Terwijl het hier gaat om zelfstandigen met een uurtarief van € 80 waarbij helemaal geen sprake is van een kwetsbare positie. Dan moet je niet zenuwachtig doen over of een modelcontract wel of niet mag. Die markt moet je veel meer vrij laten. Gelukkig zie ik die visie wel terugkomen in het ontwerpadvies van de SER. De opdrachtgever en -nemer kunnen dit zelf in goed overleg afspreken.”

Het idee dat iemand zzp’er wordt vanwege de fiscale voordelen klopt niet volgens Kolff. Hij weet zich daarin onder meer gesteund door de uitkomst uit een opiniepanel van HeadFirst Group onder 1.700 zelfstandigen. “Die zelfstandige kiest bewust voor zelfstandig ondernemerschap en is best bereid bij te dragen aan het sociale zekerheidstelsel. Die willen gewoon leuke opdrachten.” Wel vragen de meeste zelfstandigen uit dit opiniepanel om duidelijkheid en zekerheid in regelgeving vanuit de overheid. “Die duidelijkheid gaat er niet komen zolang er geen nieuw kabinet is. Continueer daarom de huidige beperkte handhaving tot het moment dat er nieuwe, duidelijke wetgeving is, is mijn nadrukkelijker oproep aan het huidige kabinet. De markt heeft behoefte aan een stukje rust en duidelijkheid.

Maatwerk nodig

Dat het onderste segment de zzp-markt, waar een minderheid van de zelfstandigen zich in bevindt, bescherming nodig heeft staat volgens Kolff buiten kijf. “Je ziet dat bijvoorbeeld bij Deliveroo en Uber een verschuiving plaatsvindt van contractvorm naar meer vast. Die zelfstandigen worden eerder gezien als werknemer. En dat is ook terecht. Dat werk moet netjes geregeld worden. Maar dat betekent niet dat je alle sectoren moet overreguleren. Een model voor alle verschillende groepen zelfstandigen werkt niet. Er is maatwerk nodig om kwetsbare zelfstandigen te beschermen, zoals in België. In België is al veel meer sprake van maatwerk omdat daar een sectorale aanpak geldt.”
(Lees ook het vergelijkend onderzoek naar zelfstandigheid, flexibiliteit en sociale zekerheid. Een kijkje over de grens).

Voor sectoren waarin het risico op onderbetaling en misbruik van het inzetten van zelfstandigen groot is, gelden in België sinds 2012 namelijk verzwaarde criteria. Zo moeten er bij zelfstandigen in de bouw, vervoer, schoonmaak en landbouwsector bij onze Zuiderburen sprake zijn van een ‘weerlegbaar vermoeden van een arbeidsovereenkomst’. Dat is in de optiek van Kolff een veel effectievere manier om kwetsbare zelfstandigen met lage tarieven te beschermen zonder de bovenkant van de zzp-markt onnodig in te perken. Een rechtsvermoeden van werknemerschap onder de €30 à €35 per uur kan hierbij een stap in de goede richting zijn, zodat de bovenkant van de markt met rust en zekerheid kan ondernemen en strenge handhaving plaatsvindt waar dat nodig is.

Goede regulering

Of iemand wel of niet een zelfstandige is, is eveneens duidelijker in België. Daar  geldt sinds 2006 de Arbeidsrelatiewet. Die is niet alleen veel actueler – en sluit dus beter aan op de moderne arbeidsmarkt – maar geeft ook meer zekerheid vooraf. In de Arbeidsrelatiewet zijn wettelijke criteria opgenomen om een arbeidsrelatie te kwalificeren als een arbeidsovereenkomst of als zelfstandige arbeid. Dat creëert meer duidelijkheid in vergelijking met Nederland waar het allemaal op jurisprudentie aankomt. Daarbij komt dat de ‘vrije wil der partijen’ in die Arbeidsrelatiewet meetelt als criterium. Kolff: “Dat maakt het werken al veel prettiger. Dat je onder de €35 aan voorwaarden moet voldoen is logisch, maar je zou boven een bepaald uurtarief de wil der partijen wel relevant kunnen laten zijn en toestaan dat er gewoon met een opdrachtovereenkomst wordt gewerkt.”

Sociaal basisstelsel

Kolff pleit daarnaast voor een sociaal basisstelsel voor alle werkenden, zodat er zekerheid is voor elk individu, ongeacht contractvorm. Dit vinden we ook terug in de aanbevelingen (bouwstenen) van de Commissie Borstlap. En uit de eerder genoemde opiniemonitor komt eveneens naar voren dat hier opvallend veel draagvlak voor is onder zelfstandigen, vooral op het gebied van arbeidsongeschiktheid. “Uit de resultaten blijkt dat 61% van de zelfstandigen voorstander is van een sociaal basisstelsel op het gebied van arbeidsongeschiktheid. De solidariteit onder zp’ers is dus best hoog, dat geeft mij een goed gevoel.” Een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen kan op veel minder draagvlak rekenen. Uit de opiniemonitor komt naar voren dat 70% hier niets in ziet.

In België is er bijvoorbeeld een apart sociaal zekerheidssysteem voor zelfstandigen. Elke zelfstandige is verplicht zich aan te melden bij een sociaal verzekeringsfonds naar keuze. Dit fonds verzorgt de inning en uitkering van sociale voorzieningen. Het sociaal zekerheidspakket is vrij uitgebreid. Zo zijn zelfstandigen in België bijvoorbeeld collectief verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Niet dat dat volgens Kolff één op één op die manier ook in Nederland ingevoerd moet  worden, maar het is een goed voorbeeld van een vorm van collectiviteit.

Algemeen kan worden gesteld dat werknemers en zelfstandigen in België gelijker worden behandeld op het gebied van fiscaliteit en sociale zekerheid. Kolff: “Het creëren van een gelijker speelveld tussen zelfstandigen en werknemers lijkt een reden te zijn dat er minder politieke en maatschappelijke discussie is over kwetsbare zelfstandigen op de arbeidsmarkt.” Zijn conclusie: we kunnen als het om zzp-wetgeving gaat nog veel leren van onze Zuiderburen.


Dit interview maakt onderdeel uit van een ZiPmagazine special over hoe er in een aantal andere landen omgegaan wordt met de discussie rond freelancers. In het eMagazine wordt gekeken naar België, de VS, Zweden, Canada, Frankrijk, Duitsland, Spanje en het beleid van de EU (zie hier).