Tieneke Wilms 8 maart 2022 0 reacties Print Loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt kleiner. Maar blijft fors, vooral bij zelfstandigen.De loonkloof tussen mannen en vrouwen. Het is een van de heikele punten waarvoor op Internationale Vrouwendag extra aandacht wordt gevraagd. Die wordt weliswaar kleiner, maar blijkt toch nog steeds te bestaan. En het verschil onder zzp’ers is aanzienlijk groter dan onder werknemers. En dat terwijl het opleidingsniveau van vrouwelijke ondernemers hoger is dan bij mannen. Cijfers en verklaringen. Loonkloof volgens OESO Vrouwen in loondienst in Nederland verdienden in 2018 volgens de OESO gemiddeld 12 % minder dan mannen. Het gaat hierbij om gemiddeld inkomen. De cijfers zijn niet verder ingedeeld naar bijvoorbeeld leeftijd, opleidingsniveau of type werk. Bij zelfstandigen is de loonkloof nog groter, volgens de OESO. Gemiddeld verdienen Nederlandse vrouwelijke ondernemers 29,4 % minder dan hun mannelijke vakgenoten. Ook hier is er sprake van een kleiner wordend verschil. In 2016 verdienden mannelijke zzp’ers in Nederland gemiddeld 33 procent meer dan vrouwen. In 2006 was er nog een loonkloof van 44 procent. Lees hierover ook: Loonkloof nog groter bij zzp’ers: vrouwelijke freelancer verdient 33% minder Loonkloof volgens CBS Het CBS geeft alleen cijfers over de inkomensverschillen tussen vrouwen en mannen in loondienst. Volgens het CBS was het inkomen van werkende vrouwen in 2020 gemiddeld ruim 35 procent lager dan dat van hun mannelijke collega’s. Het verschil komt vooral doordat bijna drie kwart van de vrouwen in Nederland in deeltijd werkt, en niet meer dan een kwart van de mannen. Gemiddeld was de werkweek van vrouwen met 26,2 uur in 2020 ruim een kwart korter dan die van mannen (35,4 uur). Vrouwen: hogere opgeleid, lager uurloon Behalve de kortere werkweek speelt ook het lagere uurloon van vrouwen een belangrijke rol in het inkomensverschil. Het gemiddeld bruto-uurloon van Nederlandse vrouwen lag volgens het CBS 14 procent onder dat van mannen in 2020. Het lagere uurloon van vrouwen is volgens het CBS voor een deel toe te schrijven aan verschillen met mannen in leeftijd, deeltijdwerken, beroepsniveau en leidinggeven. Het loonverschil in Nederland is in de loop der jaren wel afgenomen, onder meer doordat vrouwelijke werknemers steeds hoger opgeleid zijn. In 2008 bedroeg het nog 20 procent. Bij de overheid was de daling sterker dan in het bedrijfsleven. Opvallend is dat van alle vrouwelijke zelfstandig ondernemers 55 procent hoger opgeleid is, bij mannen is dat 43 procent. Flink minder dus. Beiden groepen zitten fors boven het gemiddelde opleidingsniveau van werknemers. Vandaag 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Traditioneel ook een dag om te kijken naar de verschillen en overeenkomsten tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt en de werkvloer. Zijn die verschillen er ook bij zelfstandigen? En hoe verhouden ze zich tot de cijfers voor vrouwen en mannen in loondienst? In dit artikel zoomen we in op de inkomensverschillen. In een volgend artikel kijken we naar de verwachtingen van vrouwelijke zzp’ers ten opzichte van hun opdrachtgevers. Zijn die anders dan die van hun mannelijke collega’s? Groei aantal vrouwelijke zelfstandigen Die grote inkomensverschillen weerhielden vrouwen er de afgelopen jaren echter niet van om de stap naar het ondernemerschap te zetten. Ook de groei van het aantal vrouwelijke zelfstandigen is een trend. Die trend zagen we al in heel Europa, maar ook in Nederland. Over de hele EU gemeten is een derde van alle zelfstandigen vrouw. Maar waar in de EU het aantal zelfstandigen de afgelopen jaren daalde, steeg het aantal vrouwelijke zelfstandigen. Lees daarover ook: EU freelance cijfers: minder mannen, meer vrouwen In Nederland zien we dezelfde ontwikkeling. Volgens de recentste cijfers van het CBS steeg in Nederland vooral het aandeel van vrouwelijke zelfstandigen zonder personeel de afgelopen tien jaar. Het aandeel vrouwen onder de zelfstandigen met personeel daalde licht. Dat bevestigen ook de cijfers uit het jaaroverzicht van de KVK Bedrijvendynamiek. Het aandeel vrouwelijk ondernemers was begin 2021 36% en aan het eind van het jaar 37%. Vooral bij de starters zien we een sterkere groei van het aandeel vrouwen, namelijk van 37% in 2020 naar 39% in 2021. Lees daarover ook: Vrouwen beginnen met inhaalslag als zelfstandig ondernemer Startmotieven vrouwelijke ondernemers Een verklaring voor de toename van het aantal vrouwelijke zelfstandigen, ondanks de grote(re) inkomensverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers, vinden we onder andere in de Zelfstandigen Enquête Arbeid (2019) – TNO/CBS. Daarin wordt aan vrouwen en mannen gevraagd wat hun startmotief was om zelfstandige te worden. Meer verdienen is daarbij zowel voor mannen als vrouwen geen zwaarwegend argument. Voor zowel vrouwen (36%) als mannen (37%) is het meest gegeven antwoord: “ik zocht een nieuwe uitdaging”. Vrouwen noemen vervolgens als tweede belangrijkste reden: “Ik wilde zelf bepalen hoeveel en wanneer ik werk”. Dat antwoord gaf 34% van de vrouwen, tegenover 29 % van de mannen. Ook het verlangen om werk en privé beter te combineren gaf voor vrouwen (24%) vaker de doorslag dan voor mannen (12%). Ook vrouwelijke zelfstandigen maken minder uren En hoeveel willen de zelfstandige vrouwelijke ondernemers dan werken? Daarover vinden we meer informatie bij arbeidsmarktdata specialist Intelligence Group. Net als bij werkenden in loondienst maken de vrouwelijke zelfstandigen gemiddeld minder (declarabele) uren per week dan hun mannelijke collega’s: respectievelijk 21 versus 25. Vrouwen geven daarnaast aan dat ze graag tussen de 20 en 30 uur per week willen blijven werken. Voor de mannelijke zelfstandigen is 25 tot 34 uur per week het ideaal. Andere prioriteiten, ander werk Dat vrouwelijke ondernemers nog altijd minder verdienen dan hun mannelijke collega’s , heeft dan ook vermoedelijk grotendeels daarmee te maken. Geert-Jan Waasdorp van Intelligence Group gaf daarvoor eerder al deze verklaring: “Ze hebben andere prioriteiten dan mannen. Ze willen vaker dichtbij huis werken of minder uren. Ze nemen dan genoegen met een lager tarief en ruilen dat uit tegen andere voorwaarden.” Een andere verklaring voor het verschil in inkomen zit in het andere type werk dat mannelijke en vrouwelijke zelfstandigen doen. Mannen zijn fors oververtegenwoordigd in type werkzaamheden met hogere tarieven: consultancy, ICT, finance. Daarbij werken vrouwen vaker uitsluitend voor particulieren (48% ten opzichte van 30%), waar het gemiddelde tarief lager zal liggen dan wanneer je voor bedrijven werkt. En tevreden? In de ZEA 2021 geven zowel vrouwen (79%) als mannen (82%) aan (zeer) tevreden te zijn over hun bestaan als zelfstandige. CBS, loonkloof, oeso, Vrouwen, ZEA Print Over de auteur Over Tieneke Wilms Tieneke Wilms is redactiecoördinator bij ZiPconomy Bekijk alle berichten van Tieneke Wilms