"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Zzp’ers in de zorg: knelpunten en oplossingen volgens ABU en I-ZO

In de zorgsector maken steeds meer werknemers de overstap naar zzp’er. Dat vinden I-ZO Nederland en ABU een zorgelijke ontwikkeling. De werkgroep Zorg van beide brancheverenigingen bracht de omvang en risico’s van het probleem in kaart en komt met voorstellen voor een gezonde flexibele schil in de zorg.

Het is voor veel zorginstellingen erg lastig geworden om goed werkgeverschap uit te voeren, constateert de werkgroep Zorg van I-ZO en ABU. “Door strakke regels komt de behoefte aan autonomie en eigen regie bij het personeel in de knel. Tegelijkertijd is de arbeidsmarkt krap en moet de continuïteit geborgd zijn. Werknemers zien het zzp-schap als oplossing en steeds meer mensen maken de overstap van werknemer naar zzp’er. Waardoor het nog lastiger wordt om goed werkgeverschap uit te voeren. Er ontstaat een vicieuze cirkel.”

Gevolgen handhavingsmoratorium

De toename van zzp’ers in de zorg is volgens I-ZO en ABU niet los te zien van de wet- en regelgeving. Ook hier is de laatste zes jaren sprake van een impasse. Zo introduceerde de overheid in 2016, tegelijkertijd met de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA), ook een handhavingsmoratorium, dat nog altijd geldt. De Belastingdienst doet sindsdien nauwelijks onderzoek naar schijnzelfstandigheid, blijkt ook uit recent onderzoek van de Rekenkamer.

Stijging aantal zzp’ers van 44,6%

De werkgroep Zorg van I-ZO en ABU was benieuwd naar de gevolgen van het handhavingsmoratorium voor de ontwikkeling van het aantal zzp’ers in de zorg. Ze vroeg daarom aan de Kamer van Koophandel om cijfers daarover te delen. Uit die cijfers blijkt dat het aantal zelfstandigen in de zorg is toegenomen van 112.239 personen begin 2017 naar 162.313 personen eind 2021. Dit is een toename van 50.074 personen ofwel 44,6%.

De toename van 50.000 zelfstandigen wordt grotendeels veroorzaakt door werknemers die de overstap naar het zelfstandig ondernemerschap gemaakt hebben. Dit zijn bijvoorbeeld (gespecialiseerde) verpleegkundigen, operatieassistenten, groepsbegeleiders, verzorgenden en (jonge) basisartsen.

De meeste zzp’ers zijn te vinden in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT-sector). In deze sector nam het aantal met 10.000 toe van 13639 naar 23911. Maar de grootste %-stijgingen vonden plaats in de Gehandicaptenzorg, Jeugdzorg en Sociaal Werk.

Waarom maakt de werkgroep Zorg zich zorgen?

I-ZO en ABU realiseren zich dat de zorg niet zonder een flexibele schil kan, maar vinden de groei van het aantal zzp’ers een zorgelijke ontwikkeling. Deze situatie maakt goed werkgeverschap in de zorg erg moeilijk, constateren ze. Daarnaast signaleerden de klanten, instellingen en zzp’ers waarmee ze gesprekken voerden de volgende knelpunten:

  • Steeds meer zzp’ers werken in functies waar je het niet zou verwachten. Bijvoorbeeld operatieassistenten en IC-verpleegkundigen. Daarnaast is er de laatste tijd een opvallende toename van zzp-groepsbegeleiders in de jeugdzorg en gehandicaptenzorg.
  • Er dreigt verschraling van kwaliteit van zorg doordat zzp’ers gemiddeld gezien minder investeren in opleiding. Zzp’ers nemen geen deel aan werkgroepen en andere interne opleidingen. Zij moeten zichzelf opleiden, maar de werkgroepleden zien veel zzp’ers die zich minimaal bijscholen. Met als gevolg dat veel zelfstandigen, ook de jongeren, eigenlijk alleen maar diensten doen en zich minder ontwikkelen in hun vak dan gedetacheerden, uitzendkrachten en werknemers.
  • De kwaliteit van de geleverde zorg komt onder druk als zzp’ers teveel uren werken. Zzp’ers vallen niet onder de arbeidstijdenwet. Dat maakt het aantrekkelijk om bijvoorbeeld in de terminale zorg met zzp’ers te werken. Maar op het moment dat zij meerdere opdrachtgevers hebben, heeft niemand het overzicht van het totaal aantal gewerkte uren.
  • Veel zzp’ers hebben een te rooskleurig beeld van de voordelen van het ondernemerschap. In hun perceptie is het inkomen veel hoger dan in loondienst, maar als je rekening houdt met (arbeidsongeschiktheids-)verzekeringen, pensioen, opleiding, indirecte uren en overige bedrijfskosten, dan is het voordeel in netto-inkomen veel kleiner dan in hun perceptie. Omdat veel zzp’ers geen adequate voorzieningen treffen voor bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en pensioen, is dit niet alleen een individueel, maar ook een maatschappelijk probleem.
  • De leden van de werkgroep merken dat de zzp’ers in hun bestand verjongen. De jongere zzp’ers hebben het grootste gepercipieerde inkomensvoordeel als je de gemiddelde uurtarieven afzet tegen een netto-startsalaris. Voor hen is de stap naar loondienst, uitzenden of detacheren het grootst.

Naar een gezonde flexibele schil in de zorg

I-ZO en ABU maken zich hard voor een gezonde flexibele schil in de zorg, en hebben voor de overheid de volgende aanbevelingen om deze vicieuze cirkel te doorbreken:

  • Stimuleer goed werkgeverschap in de zorg. ABU en I-ZO gaan hier niet over, maar adviseren wel om hiermee te beginnen. De verenigingen zijn graag bereid om kennis en ervaring te delen om zo bij te dragen aan een oplossing.
  • Verspreid objectieve en realistische informatie over de werkelijke kosten en voor- en nadelen van zzp’ers in de zorg. ABU en I-ZO hebben Berenschot gevraagd om een kostenvergelijking te maken. Deze factsheets voor zzp’ers en instellingen zijn voorjaar 2022 gereed. Dit helpt zzp’ers en opdrachtgevers om een objectieve keuze te maken voor een bepaalde contractvorm.
  • Zet de plannen voor een verplichte AOV door, want dit is een belangrijk element in het gepercipieerde verschil in netto-inkomen tussen werknemers en zzp’ers.
  • Uitvoerbare en handhaafbare regelgeving als opvolger van de Wet DBA. Door uitvoering te geven aan het rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst conform SER-MLT, wordt de onderkant van de arbeidsmarkt beschermd. Voor de groep daarboven willen I-ZO en ABU heldere en objectieve criteria: waaraan moet een opdracht te vervullen door een zzp’er voldoen? Deze criteria worden aangevuld met sectorspecifieke regelgeving en beleid. Hierdoor kan handhaving plaatsvinden en ontstaat een gelijk speelveld.
  • Een overgangsperiode van ongeveer een jaar om onrust te voorkomen en voor continuïteit van zorg te zorgen.
De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie

Eén reactie op dit bericht

  1. De geest is al jaren uit de fles……wat proberen deze 2 partijen nu te zeggen….?

    Meebabbelen met een ontspoorde overheid?

    Twee partijen met een tegengesteld belang….de ABU staat voor flexibele inzet van Uitzendkrachten en I-ZO is een branchepartij voor Intermediairs welke zzpers plaatsen op de arbeidsmarkt.

    Voor de goede orde I-ZO is ooit ontstaan op initiatief van de ABU…!!!!!!

    “Goed werkgeverschap”….waar staat geschreven dat werkgeverschap cq werknemerschap de oplossing voor de arbeidsmarkt is….?

    Ook de reden tot de groei van zzpersindezorg wordt eenzijdig en te negatief belicht.

    Mensen willen vrijheid, dus ook in hun werkzame leven…..en het gevolg is dat er door meer zzpersindezorg ook meer uren voor de clienten / patiënten ingezet kunnen worden…..

    Door dit soort acties en uitspraken komen we de komende jaren steeds verder van de oplossing en worden de problemen op de arbeidsmarkt alleen maar groter…..

    Waarom niet zowel werknemers en zzpers indezorg gelijkwaardig behandelen en daardoor een speelveld creëren van acceptatie, waardoor de motivatie om het vak van zorgverlener weer uit te voeren, toeneemt..?!
    Doe je dit niet niet dan gaat er de komende jaren van de nu ruim 160.000 zzpersindezorg meer dan de helft verloren…..dat kan toch niet het doel van bovenstaande actie cq uitspraken zijn…..