"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Detacheerders: ‘Geef ons meer (juridische) ruimte’

Detacheren valt juridisch gezien nog altijd onder uitzenden. Maar detacheerders zijn geen uitzenders en zitten daardoor met wetgeving die niet bij hen past. Dat kan vrij eenvoudig worden aangepast, stelt de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN). De branchevereniging doet daarvoor een concreet voorstel aan de politiek.

Detachering valt door de driehoeksarbeidsrelatie opdrachtgever-werknemer-werkgever onder de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en wordt daardoor als uitzenden gezien. Dat is de VvDN al jaren een doorn in het oog. Sterker nog, de brancheorganisatie ontleent haar bestaansrecht aan het verbeteren van de wettelijke positie van detacheren.

Want de huidige ‘one size fits all’-benadering van driehoeksrelaties knelt bij detachering. Driehoeksarbeidsrelaties worden als uitzendovereenkomsten gekwalificeerd en dus moeten detacheerders zich houden aan regels voor de Uitzendovereenkomst (7:690 BW). En dat is regelgeving voor uitzenders die naar hun eigen zeggen helemaal niet past bij detachering.

Detacheerders ondervinden daarvan wel de nadelen en niet de voordelen. Zo maken detacheerders helemaal geen gebruik van het verlichte arbeidsrechtelijke regime (7:691 BW), zoals de verlengde ketenregeling en het uitzendbeding (geen werk, geen geld). Maar zij worden wel getroffen door de bijbehorende beperkingen. Detacheerders moeten zich bijvoorbeeld houden aan wetgeving uit de WAADI en aan de CAO voor Uitzendkrachten. En dat levert praktische problemen op voor detacheerders en gedetacheerden.

Vier pijnpunten van gelijkstellen detachering aan uitzenden

Het juridisch gelijkstellen van detachering aan uitzenden kent volgens de VvDN vier pijnpunten:

  1. Inlenersbeloning; gedetacheerden hebben door gelijkschakeling met uitzendkrachten te maken met de inlenersbeloning. Niet hun werkgever (detacheerder) bepaalt de arbeidsvoorwaarden, maar het inlenende bedrijf waar zij op dat moment gedetacheerd zijn. Gevolg: steeds wisselende arbeidsvoorwaarden en ongelijkheid ten opzichte van collega-gedetacheerden; de ene gedetacheerde verdient 1,5 x zoveel als zijn collega die hetzelfde werk doet bij een andere opdrachtgever.
  2. Belemmeringsverbod; de WAADI bepaalt dat het niet is toegestaan om uitgeleende werknemers te belemmeren bij de inlener in dienst te treden. Oftewel, een gedetacheerde kan gewoon in dienst bij opdrachtgever gaan. Detacheerders, die meer dan gemiddeld investeren in opleiding en ontwikkeling van hun werknemers, worden volgens de VvDN ontmoedigd door een ‘te rigide belemmeringsverbod’ om te investeren in hun werknemers. Zij hebben een zekere terugverdientijd nodig.
  3. Fiscale sectorindeling 52; de premies voor WW-AWF (werkloosheid) en de Werhervattingskas ZW en WGA (arbeidsongeschiktheid) zijn hoger voor bedrijven met flexkrachten. Dit omdat de kans dat een beroep wordt gedaan op uitkeringen hoger is bij flexkrachten. Detacheerders vallen door de driehoeksarbeidsrelatie ook onder de hogere tarieven voor flex. En dat terwijl gedetacheerden geen flexkrachten zijn en het verhoogde risico op werkloosheid en arbeidsongeschiktheid niet bestaat bij detachering.
  4. Uitzend-CAO; de uitzend-CAO is ook van toepassing op detacheringsbedrijven. Hierin staan regels die vooral betrekking hebben op de inzet van uitzendkrachten bij ziek en piek en flexcontracten. In de optiek van de VvDN past deze Uitzend-CAO niet bij langdurig uitlenen van hooggekwalificeerd personeel dat in dienst is bij een detacheringsorganisatie.

Europese Uitzendrichtlijn

Bij detacheerders leeft dus heel sterk de wens naar regelgeving die meer recht doet aan hun manier van werken. En de huidige wetgeving kan volgens de VvDN echt wel worden aangepast. “De Europese Uitzendrichtlijn biedt voldoende ruimte om af te wijken van afspraken, bijvoorbeeld in het geval er sprake is van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd”, stelt Stef Witteveen (Uniforce Solutions), medeoprichter van de VvDN. “En detacheerders zijn reguliere werkgevers, die net als andere werkgevers hun medewerkers overwegend vaste contracten bieden.”

Detacheerders zijn reguliere werkgevers, die net als andere werkgevers hun medewerkers overwegend vaste contracten bieden.

Alexander Kist (NewSkool en actief binnen de VvDN) heeft hier vorig jaar onderzoek naar gedaan en is als geen ander ingevoerd in dit onderwerp. Kist legt bovenstaande uit:
in de aanhef van de Europese Uitzendrichtlijn staat onder punt 15;  (…) Voor werknemers die aan het uitzendbureau gebonden zijn door een overeenkomst voor onbepaalde tijd dient (…) in de mogelijkheid te worden voorzien om af te wijken van de regels die in de inlenende onderneming gelden.

Dat wordt uitgewerkt in artikel 5, lid 3 (de sociale partners mogen het regelen) en lid 2 (er mag een uitzondering worden gemaakt voor contracten van onbepaalde duur).

In Nederland is alléén de uitwerking van lid 3 terug te vinden in art 8 (gelijke behandeling, onder meer inlenersbeloning) van de WAADI. Maar volgens Kist is dat ‘een dode letter door de nieuwe ABU CAO’.

Het advies van de VvDN is dan ook: implementeer de Europese Uitzendrichtlijn correct door ook lid 2 van artikel 5 over te nemen in artikel 8 WAADI. Ergo, laat dit artikel niet gelden voor vaste contracten.

Voorstel VvDN

Als er in de huidige regelgeving een uitzondering komt voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (zoals de meeste gedetacheerden hebben), dan vallen gedetacheerden met een vast contract niet meer onder de inlenersbeloning en het belemmeringsverbod. Dan neem je al twee belangrijke pijnpunten weg.

Daarnaast pleit de VvDN voor het aanpassen van artikel 7:690 BW (uitzendovereenkomst). Het komt de duidelijkheid volgens de VvDN ten goede als de term ‘uitzendovereenkomst’ wordt vervangen door ‘driehoeksarbeidsrelatie’. Dan ontstaat er ruimte voor onderscheid tussen uitzenden, payrolling en detachering. En dan is het ook mogelijk de andere twee pijnpunten (Sector 52-indeling en de Uitzend-CAO) niet voor detachering te laten gelden. De VvDN wijst erop dat dit ook in lijn zou zijn met een advies van de Raad van State uit 1997 om ‘een nadere regeling voor het meer bestendige in- en uitlenen van personeel door detacheerders in het leven te roepen’.

Daarnaast zijn deze voorstellen volgens de VvDN volledig in de geest van het MLT advies van de SER, omdat het de bestaanszekerheid van werknemers zal verbeteren omdat het vaste contract wordt gestimuleerd.

Regeling, net als payrolling

Het voorstel van de VvDN voor een verbeterde implementatie van de Uitzendrichtlijn is ‘een serieuze oproep aan de politiek’. En aanpassing van de wetgeving hoeft volgens Witteveen niet per se gecompliceerd te zijn. “Net als uitzenden en detacheren valt ook payrolling onder de WAADI. Maar om te voorkomen dat payrolling zou blijven profiteren van het verlichte arbeidsrechtelijke regime dat voor uitzenden geldt, heeft het vorige kabinet de regelgeving voor payrolling gewijzigd door een relatief eenvoudig amendement”, licht Witteveen toe.

Om heel andere reden – als gezegd, detacheerders willen helemaal geen gebruik maken van het verlichte arbeidsrechtelijke regime – vragen de detacheerders nu ook om een aanpassing. Analoog aan de aanpassing in wetgeving voor payrolling, pleit de VvDN ook voor een aanvullend amendement voor detachering. Witteveen: “Geef detacheerders de ruimte. Geef ons ook zo’n soort regeling, een aparte kamer in het huis van de WAADI.” 

Dit is het Voorstel tot een verbeterde implementatie van de Europese Uitzendrichtlijn van de VvDN.


Themabijeenkomst Detacheren & De arbeidsmarkt

De juridische positie van detacheerders zal ook centraal staan tijdens de themabijeenkomst van de Vereniging van Detacheerders Nederland (VvDN) op maandag 13 juni a.s. in Den Haag.

Kijk hier voor het programma en aanmelden.