"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Koning: vaste baan moet de norm zijn

De belangrijkste fragmenten uit de Prinsjesdagstukken over de ‘hervorming van de arbeidsmarkt’. De hoofdpunten van de concrete plannen van het kabinet. Plus een podcast met verdere duiding over dat alles.

“Het kabinet vindt dat een vaste baan de norm moet zijn en werkt daarom aan een nieuwe balans tussen vaste en flexibele contracten.” Dit kabinetsstandpunt kreeg gisteren een prominente plek in de troonrede. De Koning herhaalde daarmee een eerder standpunt van de minister van Sociale Zaken Karien van Gennip (CDA).

Aanleiding

In een toelichting op haar begroting licht de minister wat uitvoeriger toe waarom ze vindt dat de vaste baan de norm moet worden: “Te veel mensen komen in de knel, zijn onzeker over hun inkomen of dragen individueel hoge risico’s, bijvoorbeeld als ze niet verzekerd zijn voor ziekte. Naast trends als vergrijzing en globalisering, zijn beleidskeuzes en regels uit het verleden een brede oorzaak van de problemen op de arbeidsmarkt. Samen met werkenden, werkgevers en ondernemers werkt het kabinet daarom aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt.”

Verder stelt de minister dat “de bestrijding van schijnzelfstandigheid van belang is vanuit het oogpunt van een houdbaar solidair stelsel. De fiscale regels en sociale zekerheid hebben prikkels die zelfstandig werken op opdrachtbasis nu aantrekkelijker maken dan arbeidsovereenkomsten.”

Over zelfstandigen schrijft het kabinet dat ze “ echte zelfstandigen de ruimte (willen) geven en ondersteunen en schijnzelfstandigheid tegengaan. Zelfstandig ondernemerschap levert een belangrijke bijdrage aan de economie maar kent ook keerzijden. De kwetsbare positie van zelfstandigen is tijdens de coronacrisis extra zichtbaar geworden.”

Voornemens

Daarom wil het kabinet “het aangaan van duurzame arbeidsrelaties stimuleren zodat werkenden meer werk- en inkomenszekerheid ervaren.” En:  “Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd vormen de basis voor het organiseren van structureel werk. Een vaste baan heeft zowel voor de werknemer als werkgever voordelen. Het loont voor hen in elkaar te investeren. Andere contractvormen worden waar dat nodig is beter gereguleerd, zodat ze niet meer gebruikt kunnen worden om te concurreren op arbeidsvoorwaarden.”

Daarnaast wil het kabinet werkgeverschap aantrekkelijker maken en “behouden ondernemingen wendbaarheid om te anticiperen op veranderende omstandigheden.” Hoe, dat wordt nog niet duidelijk.

De fiscale verschillen tussen werknemers en zelfstandigen worden versneld verkleind. En er moet meer duidelijkheid komen “rondom de beoordeling van arbeidsrelaties en maatregelen die het effectief opeisen van de rechtspositie vergemakkelijken”, want deze “dragen eveneens bij aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Ook het intensiveren van de handhaving speelt bij de naleving van het wettelijk kader een belangrijke rol.”

 


ZiPtalk-special over Prinsjesdag

“Het kabinet heeft weinig oog voor het verdienvermogen van zelfstandig ondernemers, terwijl de rekeningen van alle plannen wel betaald moet worden”, zo reageert Stef Witteveen (VvDN – de brancheorganisatie van detacheerders – en Uniforce) in de ZiPtalk podcast over de kabinetsplannen. Hij mist bovenal de innovatie in het denken over de arbeidsmarkt. Daarbij vertelt hij meer over hoe VvDN, samen met Bovib, IZO, RIM, ABU en NBBU optrekt in de gesprekken het Den Haag.


 

Geen nieuwe actiepunten

Zoals verwacht bevatten de Prinsjesdag stukken geen nieuwe inzichten over hoe het kabinet deze voornemens concreet gaat maken. In een aantal Kamerbrieven van net voor de zomer heeft het Kabinet al een aantal zaken aangekondigd:

A. De hoofdpunten van het voorgenomen beleid voor de hervorming van de arbeidsmarkt 

Thema Concrete voornemens
1. Het aangaan van duurzame arbeidsrelaties stimuleren (vast contract weer de norm) binnen wendbare ondernemingen en het beter reguleren van tijdelijke contracten en driehoeksrelaties.
  1. Oproepcontracten en min-max-contracten worden vervangen door ‘basiscontracten’
  2. Verdere regulering uitzendcontracten
  3. Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden uitzendkracht
  4. Tegengaan opeenvolgende tijdelijke contracten
  5. Inkorten uitzendtermijn naar 52 weken (al in cao afgesproken)
  6. Het bevorderen dat werknemers van werk-naar-werk worden begeleid na beëindiging van het arbeidscontract
  7. Deeltijd-WW (tijdelijk minder werken voor minder loon)
2. Regulering/inperking (inhuur van) zzp
  1. Een gelijker speelveld tussen werknemer en zelfstandige
  2. Duidelijkere en opeisbare regels
  3. Handhavingzie verder punt b
3. Altijd uitzicht op nieuw werk (via leven lang ontwikkelen en een goede arbeidsmarktinfrastructuur) Het bevorderen dat werknemers van werk-naar-werk worden begeleid na beëindiging van het arbeidscontract

 

4. Aanpassingen in de arbeidsongeschiktheidswetgeving (WIA) Het verbeteren van de regeling rondom loondoorbetaling bij ziekte door in het tweede jaar in te zetten op terugkeer bij een andere werkgever.

 

5. Meedoen aan de basis van de arbeidsmarkt

 

B:           Specifiek ten aanzien van (het inhuren van) zzp

  Maatregel Concreet
1. Gelijk speelveld contractvormen Verkleinen verschillen in fiscale behandeling en sociale zekerheid werknemers en werknemers door:
  • Stevige inperking zelfstandigenaftrek (al ingezet, wordt versneld doorgevoerd o.a. ter financiering van het koopkrachtherstelplan)
  • Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (complex, niet voor 2027)
  •  Mogelijkheden pensioen op te bouwen voor zelfstandigen via pensioenfondsen, wel afschaffing fiscaal voordeel via FOR
  • Meer mogelijkheden collectieve onderhandeling door zzp
2. Rechtsvermoeden werknemerschap bij kwetsbare zzp
  • Omkering bewijslast bij inhuur onder 35 euro per uur:  dus een rechtsvermoeden werknemerschap (dus de werkverschaffer moet dan aantonen dat iemand ondernemer is). Dit was voorstel SER.
  • Overnemen EU Richtlijn Platformwerk. Ook daar wordt gewerkt met ‘rechtsvermoeden werknemerschap’ indien aan een aantal criteria wordt voldaan.
3. Aanpassing gezagscriterium
  • Aanvullend op het instrument rechtsvermoeden (voor meer kwetsbare zzp) wil Van Gennip ook het ‘gezagscriterium’ aanpassen. In dit najaar komt de Minister met een standpunt hierover.
  • Het lijkt er op dat de minister denkt aan inperking van inzet zzp voor ‘kernactiviteiten’, wat een forse impact kan hebben op de omvang en manier waarop organisaties nu zelfstandig professionals inhuren.
4. Handhaving
  • Het toezicht en de handhaving op schijnzelfstandigheid verbetert. Meer capaciteit + duidelijkere regels moeten handhaving ook minder arbeidsintensief maken (‘rechtsvermoeden’ legt ook werkdruk bij werkverschaffer)
  • Handhavingsmoratorium Wet DBA wordt uiterlijk 1 januari 2025 afgeschaft
  • Status van webmodule blijft onduidelijk, maar mogelijk wordt hij ingevoerd als voorlichtingsinstrument en ook als handhavingsinstrument.

 

Vervolg

Minister Van Gennip overlegt begin oktober met de Tweede Kamer over deze voorstellen. Dan zal ook duidelijk worden waar ze steun kan vinden buiten de coalitie om haar plannen ook door de Eerste Kamer te krijgen.

Eind van het jaar volgt dan een nieuwe Kamerbrief, waarin een aantal van de bovengenoemde punten verder worden uitgewerkt. Met daarin de grootste Gordiaanse knoop die op het bureau van de minister ligt: hoe het ‘gezagscriterium’ aan te passen.

Meer weten?

In de ZiPconomy & Werf& Webinar Week praat ik met Frederieke Schmidt Crans – voorzitter van de Bovib – verder door over laatste politieke ontwikkelingen en de consequenties voor bemiddelaars, andere dienstverleners en de opdrachtgevers van zelfstandigen.

Webinar van 45 minuten, 3 oktober om 14.30 uur. Inschrijven gratis kan hier

 

Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts

Eén reactie op dit bericht

  1. Tot in de troonrede roept het kabinet nu dat contracten van onbepaalde tijd de norm moeten zijn. Toch ziet men ook dat werkgevers een bepaalde mate van flexibiliteit nodig hebben om in te spelen op veranderende omstandigheden. Hoe mooi zou het dus zijn als de werknemer een vast contract heeft en tegelijkertijd flexibel kan worden ingezet bij verschillende opdrachtgevers op het moment dat die daar behoefte aan hebben?
    Door de wens om driehoeksarbeidsrelaties nóg sterker te reguleren dreigt het kabinet het kind met het badwater weg te gooien. Dit is voornamelijk een semantische kwestie: door alle driehoeksarbeidsrelaties ‘uitzenden’ te noemen wordt de indruk gewekt dat het altijd gaat om flexibele arbeidscontracten (met een uitzendbeding). Maar dat beeld is verre van correct. In Nederland werken heel veel mensen voor detacheerbedrijven, waarvan het grootste deel met vast contract (of tijdelijk met uitzicht op vast). Als vaste contracten de norm zijn moet dat worden aangemoedigd, in plaats van weggereguleerd!!