"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Minister SZW wil publiek-private samenwerking bij certificering voor uitleners: ‘Ook verantwoordelijkheid van de markt’

Ondanks kritiek wil de minister van Sociale Zaken dat overheid en markt samenwerken bij de controle op de verplichte certificering voor uitleners. Wie zo’n certificaat wil hebben, heeft een bankgarantie nodig, met een uitzondering na vier jaar ‘goed gedrag’.

Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) kreeg tijdens het debat over arbeidsmarktbeleid een hoop vragen over de verplichte certificering voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. Ondanks de kritiek houdt de minister vast aan de plannen voor een publiek-private samenwerking bij handhaving en de eis van verplichte bankgarantie.

Van Gennip sprak donderdag met haar vaste Kamercommissie over arbeidsmarktbeleid, waaronder de verplichte certificering voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. Het kabinet wil zo’n certificeringsstelsel invoeren om arbeidsomstandigheden te verbeteren en misstanden tegen te gaan. Naar verwachting geldt de certificeringsplicht vanaf 1 januari 2025.

Plannen voor certificeringsplicht

De certificeringsplicht geldt niet alleen voor uitzendbureaus, maar voor alle bedrijven die in Nederland aan terbeschikkingstelling van arbeid doen zoals beschreven in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi).

De verplichting is straks dus voor iedere ondernemer die werknemers tegen een vergoeding laat werken onder toezicht en leiding van een andere organisatie. Ook wie uitzendkrachten inhuurt krijgt te maken met deze wet: als een ondernemer werkt met een niet-gecertificeerde partij kan hij hoge boetes krijgen.

Vragen over handhaving

Kamerlid Don Ceder (Christenunie) heeft vragen over uitvoering en controle. “Op papier klinkt verplichte certificering mooi, maar hoe gaan we dit handhaven?” vroeg hij. “Zonder adequate handhaving is zulke wetgeving zinloos. Hoeveel bedrijven kan de inspectie bijvoorbeeld jaarlijks controleren?”

Bart van Kent (SP) heeft er geen vertrouwen in dat een privaat zelfstandig bestuursorgaan (ZBO, zoals bijvoorbeeld ook het UWV en de AFM) de certificaten toekent. “Een branche die zichzelf controleert, dat gaat mis”, zegt hij. “Waarom geen grotere rol voor de Arbeidsinspectie?”

Taakverdeling tussen markt en overheid

Volgens het huidige plan zijn de taken verdeeld tussen markt en overheid. Private inspecteurs kennen de certificaten toe en toetsen ze. De arbeidsinspectie legt sancties op aan uitleners en inleners die zich niet aan de regels houden. De minister denkt dat zo’n combinatie van publieke en private uitvoering het best werkt. “Een ZBO kan krachtig zijn. Dat weet ik vanuit mijn ervaring bij de AFM: die heeft tanden.”

Van Gennip benadrukt allereerst hoe belangrijk de verplichte certificering is voor de branche zelf. “Met dit certificeringsstelsel willen uitzenders oneerlijke concurrentie voorkomen. Dat is mooi: ik wil dat de markt ook zelf verantwoordelijkheid neemt.”

Ondanks dat de NBBU naar eigen zeggen ‘helemaal klaar is’ met malafide praktijken, twijfelt de vereniging aan deze rolverdeling. In een lijst kanttekeningen op de blog Backofficer staat: “Toezicht houden zou een overheidstaak moeten zijn. Volgens het huidige voorstel komen enkele toezichttaken bij private partijen te liggen. Malafide bestuurders en andere misstanden dienen door de overheid te worden aangepakt, niet door private partijen.”

Van Kent doet nog een suggestie: geef de Arbeidsinspectie de mogelijkheid certificaten in te trekken. Dat vindt Van Gennip wel interessant.

Uitzondering bankgarantie ‘na 4 jaar’

Wie straks een certificaat wil krijgen, heeft een bankgarantie nodig. Ondernemers die werknemers ter beschikking stellen moeten financiële zekerheid bieden met een waarborgsom van 100.000 euro. Van Gennip: “Dat maakt het straks niet meer mogelijk om onder de regels uit te komen door je onderneming gauw te liquideren.”

Diverse partijen twijfelen aan deze aanvullende eis. De NBBU ziet het niet zitten en certificeringsdeskundige Paul Heinrichs (Bureau Cicero) en sectorbankier Han Mesters (ABN AMRO) vrezen dat zo’n waarborgsom ‘zijn doel voorbij schiet’. Stef Witteveen (Vereniging van Detacheerders Nederland) denkt dat de bankgarantie weinig meerwaarde heeft. “Zeker ten opzichte van het al bestaande g-rekeningstelsel.”

Van Gennip houdt er toch aan vast. Tijdens het debat noemde ze wel dat de verplichte bankgarantie kan vervallen als een ondernemer bijvoorbeeld 4 jaar geen overtredingen heeft begaan.

Stappenplan: wat doen we tot 2025?

Stephan van Baarle (DENK) wil weten wat er in de tussentijd gaat gebeuren tegen uitbuiting van arbeidsmigranten. “Certificering kan daartegen werken, maar dit wetsvoorstel geldt op z’n vroegst vanaf 2025. Wat kunnen we in de tussentijd doen om de situatie te verbeteren?”

Ook vroeg Van Baarle naar de manier waarop deze certificering moet leiden tot minder discriminatie. “Ik wil het ten volle benutten om arbeidsmarktdiscriminatie te voorkomen.”

110% waterdicht

Hij kreeg geen duidelijk antwoord op zijn vraag. De minister wil ‘stapsgewijs toewerken naar 1 januari 2025’, maar vertelt nog niet precies hoe. Het wetsvoorstel ligt ter internetconsultatie tot dinsdag. Daarna zal de minister de resultaten bekijken, het voorstel eventueel aanpassen en begin volgend jaar bespreken met de Kamercommissie SZW.

Er is nog veel onbekend, bijvoorbeeld wat certificering gaat kosten en hoe het proces verloopt. Ook heeft het kabinet nog geen idee hoeveel aanvragen er komen, omdat de certificering straks geldt voor meer bedrijven dan alleen uitzendbureaus. “Dit is een ingewikkelde wet, hij moet 110% waterdicht zijn”, zegt Van Gennip.

Reactie detacheerders

Detacheerders spelen straks een belangrijke rol bij de uitvoering en handhaving van de regelgeving. Stef Witteveen van de VvDN is bang dat de certificeringsplicht zorgt voor meer ongelijkheid in de branche. “Het maakt niet uit hoeveel medewerkers je ter beschikking stelt, de administratieve last is even hoog”, legt hij uit. “Dit betekent dat de grote uitzendbureaus relatief veel minder administratieve last dragen dan de kleinere.”

De VvDN suggereert de verplichte certificering buiten toepassing te verklaren voor arbeidsovereenkomsten van onbepaalde tijd. “Dat maakt zulke vaste contracten zeer aantrekkelijk en dat sluit direct aan bij het kerndoel: onbepaalde tijd de norm maken.”

Net als diverse Kamerleden, maken de detacheerders zich zorgen over de handhaving. Witteveen benadrukt dat er meer handhavingscapaciteit nodig is. “Het voornemen om daar 15 miljoen voor vrij te maken is een kleine stap in de goede richting”, zegt Witteveen, “Maar er is veel meer nodig. Is het niet beter het beschikbare handhavingsbudget in te zetten om te handhaven op naleving van de bestaande wet- en regelgeving, in plaats van daar de papieren tijger van een certificeringsstelsel tussen te zetten? De verplichte certificering is tenslotte geen nieuwe regelgeving, maar een verbetering van de bestaande wetten en regels.”


Terugkijken

Het deel van het overleg tussen de Tweede Kamer en Minister Van Gennip (SZW) over dit onderwerp, met de nodige technische details, kunt hieronder terugkijken:

2 reacties op dit bericht

  1. Ondanks dat de NBBU naar eigen zeggen ‘helemaal klaar is’ met malafide praktijken doet zij er niets aan malafide leden uit de vereniging te royeren. Het zijn vaak deze uitzendbureaus die de cao niet naleven.

  2. Wat is de aarzeling bij Van Gennip om echt in te grijpen?
    Zijn er belangen die niet genoemd worden?
    Als zelfs de sector zelf niet voorstander is van weer een ‘pappen en nathouden’ oplossing, zal er toch wel een inhoudelijk argument zijn? Wat is de ‘oplossing’ of ‘winst’ die Van Gennip voor ogen staat door nu nog steeds niet in te grijpen?