Hugo-Jan Ruts 18 oktober 2022 0 reacties Print Minister Van Gennip wil vaart zetten achter EU richtlijn platformwerkDe minister heeft haast met EU regels platformwerk. Maar kritiek op richtlijn groeit. Iedereen op de arbeidsmarkt moet op een eerlijke, goede en veilige manier kunnen werken. Dat is niet altijd het geval. Zeker rondom platformwerk komt ‘schijnzelfstandigheid’ vaker voor. Daarbij wordt een werknemer als zzp’er aangemerkt, terwijl hij in feite werknemer is. Daardoor loopt diegene sociale bescherming mis. In het kader van onderhandelingen over een Europese richtlijn om dit tegen te gaan, wil Nederland zich hard maken voor regels die platformwerkers gaan helpen. Minister Van Gennip (SZW) heeft samen met zeven andere lidstaten (Spanje, België, Italië, Portugal, Luxemburg, Slovenië en Malta) een brief ondertekend om aan te dringen op Europese regels om schijnzelfstandigheid bij platformwerk tegen te gaan. Volgens de minister komt rondom platformwerk vaak ‘schijnzelfstandigheid’ voor. Daarbij wordt een werknemer als zzp’er aangemerkt, terwijl hij in feite werknemer is. Daardoor loopt diegene sociale bescherming mis. In het kader van onderhandelingen over een Europese richtlijn om dit tegen te gaan (zie hier) wil Nederland zich hard maken voor regels die platformwerkers gaan helpen. “Zelfstandig ondernemers leveren een belangrijke bijdrage aan Nederland. Maar waar sprake is van schijnzelfstandigheid bedreigt dat de eerlijke concurrentie tussen werkenden en tussen werkgevers. De risico’s daarvan komen terecht bij werkenden. Dat ondermijnt ons sociale stelsel en kan voor hen grote gevolgen hebben”, aldus de minister. “Ook in Europees verband wordt gezien dat schijnzelfstandigheid, zeker ook rondom platformwerk, aangepakt moet worden. Ik vind het belangrijk dat er snel regels komen om schijnzelfstandigheid in de platformsector effectief tegen te gaan”. De Europese richtlijn waar aan gewerkt wordt moet platformwerkers onder andere helpen om gemakkelijker hun status van werknemer op te eisen. Met de voorgestelde regelgeving zijn platforms, en niet werknemers, straks verantwoordelijk om aan te tonen of iemand daadwerkelijk als zzp’er werkt of in een normaal dienstverband zit. Minister Van Gennip heeft vooruitlopend op het goedkeuren van de richtlijn al aangekondigd de richtlijn graag in Nederland te willen gaan toepassen. Kritiek op richtlijn De uitwerking van deze regeling krijgt nu vorm. Minister Van Gennip wil daarom met andere lidstaten het belang van de urgentie om snel tot goede en effectieve regels te komen onderstrepen. Overigens groeit de weerstand tegen de richtlijn. Een adviescommissie had stevige, en deels fundamentele kritiek op de ontwerprichtlijnen. Die commissie vindt het onderscheid tussen platformwerk en ‘gewoon’ werk bijvoorbeeld te geforceerd. Een minderheid van deze commissie vindt verder dat de richtlijn een te grote aantasting is van de vrijheid van werkenden om zelf keuzes te maken. Een standpunt dat gehoor vindt bij de liberale partijen in het Europees parlement en mogelijk ook bij individuele lidstaten. Ook in een expertpanel tijdens de Reshaping Work conferentie afgelopen vrijdag was weinig enthousiasme te vinden over de richtlijn. Zo vreest Hanneke Bernaars (UvA) dat de richtlijn voor een nieuwe lading rechtszaken gaat leiden, om te beginnen over de definitie ‘wat is een platform?’ Ze is ook bang dat er met de EU richtlijn een – ongewenste – derde categorie ‘werkers’ komt. Werkers die wel de EU bescherming krijgen, maar niet onder de – bredere – Nederlandse definitie van werknemers vallen. De EU richtlijn kent een beroepsmogelijkheid. De experts in het panel verwachten dat daar veel gebruik van gemaakt zal worden. Dan gaan toch weer rechters de knoop doorhakken op basis van wetgeving uit het eigen land. Zo lost, aldus de expert – een EU richtlijn de onduidelijkheid in een land – neem Nederland – niet op. Tot slot kan de complexiteit van de richtlijn er voor zorgen dat er een extra drempel komt voor nieuwe toetreders en beschermt het daarmee de grote techspelers. Daarbij zorgt die complexiteit er tevens voor dat consequente handhaving ingewikkeld is. Conclusion: it is likely that the directive as proposed will not have the intended effect and will contribute to increase complexity, escape routes and negative side effects. #RW22 — Martijn Arets (@martijnarets) October 14, 2022 #zzpdebat Print Over de auteur Over Hugo-Jan Ruts Hugo-Jan Ruts is 'editor-in-chief' en uitgever van ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Hugo-Jan Ruts
interview - Patijn (GL-PvdA) vindt dat Belastingdienst schijnzelfstandigheid nu echt moet aanpakken. ‘Handhavi...
nieuws - RIM, Bovib, NBBU, ABU en VvDN willen dat concept wet VBAR wordt aangepast: ‘Lost het probleem niet...