"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Europees Parlement stemt in met richtlijn platformwerk. Maar lidstaten blijven verdeeld

Het Europees Parlement heeft ingestemd met een aangepaste richtlijn voor platformwerk. De toekomst van de Europese richtlijn blijft onzeker, want onderhandelingen tussen de lidstaten zijn vastgelopen.

Het Europees Parlement heeft officieel ingestemd met de richtlijn voor platformwerk. Donderdag stemden 376 parlementsleden vóór en 212 tegen de Europese ontwerprichtlijn om de werkomstandigheden van platformwerkers te verbeteren, meldt de onafhankelijke Europese nieuwssite Euractiv.

Veel platformbedrijven waren fel tegen de richtlijn, omdat zij vreesden dat platformwerkers automatisch als werknemers zouden worden beschouwd. Het Italiaanse parlementslid Elisabetta Gualmini benadrukte nog vlak voor de stemming dat dit niet waar is. Een automatische classificatie als werknemer is volgens haar ‘zowel legaal als technisch onmogelijk’.

Oorspronkelijke richtlijn…

De aangenomen richtlijn is anders dan het oorspronkelijke voorstel. In december 2021 wilde de Europese Commissie uitgaan van zogenaamd ‘modern gezag via een app’. Als een werkrelatie aan minstens twee van vijf criteria voldoet, ontstaat er een rechtsvermoeden van werknemerschap. Die criteria zijn:

  • Het platform bepaalt de beloning van de werkende
  • Het platform stelt eisen aan het uiterlijk van de werkende (hij moet bijvoorbeeld een uniform dragen)
  • Het platform monitort de prestaties van de werkende via digitale middelen
  • Het platform bepaalt de werktijden
  • Het platform beperkt de mogelijkheden van de werkende om voor anderen te werken.

Als een platform het hier niet mee eens is, moet het bedrijf bewijs leveren van het tegendeel. Dit zou betekenen dat naar schatting 4,1 miljoen platformwerkers geen zzp’ers zijn, maar werknemers met recht op zaken zoals minimumloon. Lees meer over het oorspronkelijke voorstel.

… versus de aangenomen richtlijn

De linkse fractie van het Europees Parlement paste het voorstel aan en stak de vijf criteria op een andere manier in: werkenden die hun zzp-status aanvechten zijn per definitie in loondienst, tenzij het platform aan de hand van de criteria het tegendeel kan bewijzen.

Als een platformwerker dus vindt dat het platform hem ten onrechte als freelancer laat werken, kan hij dat aanvechten. Zodra hij zijn werkstatus aanvecht, wordt de werkende volgens de wet geacht in dienst te zijn. Hij hoeft zijn status niet zelf aan te vechten, ook vakbonden en nationale overheden mogen dat doen. Is het platformbedrijf het er niet mee eens? Dan moet het platform bewijzen dat de werknemer niet in dienst is. Dat kan aan de hand van een lijst met vijf criteria.

Verdeeldheid in de Europese Raad

Een deal in het Parlement is niet genoeg om de richtlijn in te voeren, ook de Europese Raad moet het ermee eens zijn. Maar onderhandelingen tussen de regeringen van de lidstaten zijn vastgelopen, schreef Europees nieuwsmedium Politico al eerder.

Ook de Raad heeft de richtlijn namelijk aangepast, maar op een andere manier dan het Parlement. De meer rechts georiënteerde Tsjechische voorzitter voegde juist een hoop uitzonderingen toe aan de criteria. Daardoor worden veel minder platformwerkers als werknemers gezien.

De voorzitter deed drie vergeefse pogingen om overeenstemming te bereiken met de andere lidstaten. Vooral België, Griekenland, Luxemburg, Malta, Portugal, Spanje en Nederland liggen dwars. Deze lidstaten vinden het huidige voorstel niet ambitieus genoeg en willen liever terug naar de oorspronkelijke tekst. Ondertussen heeft Zweden het voorzitterschap overgenomen. Volgens Politico maakt dat de kans op een deal nog kleiner, want Zweden is vanaf het begin überhaupt tegen een Europese richtlijn voor platformwerkers.  Lees hier meer.