"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Hans Borstlap: “AOV voor zelfstandigen: begin er niet aan.”

Er is een basisvangnet nodig om alle werkenden te verzekeren voor arbeidsongeschiktheid. Maar creëer dat vangnet voor iedereen en kom niet met een apart regeling voor zelfstandigen, vindt Hans Borstlap, voorzitter van de Commissie Regulering van Werk.

De brief van minister Karien van Gennip (SZW) van afgelopen maandag 3 april over hervorming van de arbeidsmarkt wordt in het algemeen positief ontvangen. Terecht; het is een goede brief met tal van ingrijpende voorstellen tot modernisering van de regels voor de arbeidsmarkt.

Op dit positieve beeld is één grote uitzondering: de aangekondigde arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zzp’ers. Ik begrijp die kritiek. In onze commissie Regulering van werk (januari 2020) hebben wij weloverwogen gepleit voor een universele, algemene aov op brede basis voor alle werkenden.

Ter toelichting het volgende.

Drie achtereenvolgende vragen:

  1. Is uitbreiding van de bestaande aov naar een bredere groep dan werknemers nodig?
  2. Zo ja, welke vorm past dan het beste bij een dergelijke uitbreiding?
  3. Past deze gewenste vorm van aov bij de structuur van sociale zekerheid en arbeidsmarkt van de toekomst?

Punt 1: aov uitbreiden?

In ons rapport “In wat voor land willen wij werken” hebben wij uiteengezet dat een wendbare beroepsbevolking in de toekomst alleen voorstelbaar is, wanneer zij ook weerbaar is. Een niet weerbare beroepsbevolking zal een verkrampte zijn, geneigd om veranderingen tegen te houden. Terwijl bestaande functies en banen voortdurend zullen verdwijnen en nieuwe steeds weer opnieuw zullen opkomen. Daarnaast zullen werkenden in de loop van hun carrière willen switchen van contract al naar gelang hun persoonlijke situatie of voorkeuren veranderen. Deze dynamiek en voortdurende veranderingen vragen een weerbare beroepsbevolking, zodat men zich beschermd weet en durft mee te bewegen. Wendbaarheid is dus niet los te verkrijgen; met weerbaarheid vormt ze twee kanten van dezelfde medaille.

Wij hebben twee grote hiaten, risico’s, geanalyseerd in de weerbaarheid van werkenden: het risico van inkomensderving als gevolg van kennis veroudering en als gevolg van arbeidsongeschiktheid.

Het risico van kennis veroudering bracht ons ertoe een individuele leerrekening te bepleiten voor alle werkenden. Voor iedereen een toereikend, gelijk bedrag beschikbaar stellen vanaf de geboorte gedurende het hele arbeidzame leven. Arbeid en ontwikkeling kunnen niet meer los van elkaar overleven. We moeten naar caoo’s: collectieve arbeid en ontwikkel overeenkomsten. SEO heeft uitgerekend dat een dergelijke investering (met als voeding onder meer een bundeling van alle beschikbare scholings-en onderwijspotjes) zich ruimschoots terugverdient in een hogere productiviteit. Die hebben we dringend nodig. Doen dus. Het bestaande STAP budget is een (te) bescheiden eerste aanzet daartoe.

Een basis vangnet, ongeacht contractvorm, is nodig

Dan het risico van arbeidsongeschiktheid. Werkenden die geen werknemer zijn kunnen bij ao niet terugvallen op een basisvoorziening. De AAW die daarin wel voorzag, is afgeschaft in 1998. Fiscale faciliteiten die deze groep werkenden kreeg waren ervoor bedoeld dat zij zelf in een particuliere aov zouden voorzien, maar meer dan de helft van deze categorie werkenden doet dat niet. Wanneer zij zich toch particulier willen verzekeren, dan is de premie dikwijls zo hoog, dat men er toch van moet afzien. Zij lopen daarmee het risico bij arbeidsongeschiktheid terug te moeten vallen op, indien aanwezig, een vermogende partner of de bijstand.  Particuliere broodfondsen proberen in dit hiaat te voorzien maar dekking, duur en reikwijdte zijn veelal beperkt.

Diegenen die tegen een uitbreiding van een aov zijn voor alle werkenden, omdat zij zelf daarin kunnen voorzien, miskennen de omstandigheden van hun zwakkere broeders en zusters die dat niet doen of niet kunnen doen. En in ellende komen wanneer zij toch arbeidsongeschikt worden. Een dergelijke situatie past niet bij een wendbare beroepsbevolking die, ongeacht contractvorm, zich verzekerd weet van een basis vangnet wanneer het noodlot van arbeidsongeschiktheid toch toeslaat. En dan in de ellende komen. Willen we dat?

Punt 2: de vorm

Vervolgens: welke vorm past het beste bij het uitbreiden van een aov naar alle werkenden?

Het kabinet kiest, blijkens de brief van de minister, voor een aparte aov voor zelfstandig ondernemers. Daarmee voert het de afspraak uit van het pensioenakkoord dat sociale partners in de zomer van 2019 sloten. Daarbij waren overigens de zzp-organisaties niet betrokken. Dit alleen al voedt het wantrouwen van zelfstandigen tegen de inhoud van deze afspraak en dat begrijp ik heel goed. Draai het eens om: de wereld zou te klein zijn wanneer anderen dan werkgevers en werknemers de werknemersverzekeringen zouden voorschrijven.

Nog los van dit ongelukkige proces: zzp-organisaties zijn en masse tegen een aparte aov voor zelfstandigen. Ik begrijp deze afwijzing.

Een aov voor alleen de groep zelfstandigen is gedoemd te mislukken

Wat nu voorligt is een complex van voorgenomen regels, uitzonderingen op die regels, verdere mitsen en maren die nader uitgezocht moeten worden en nog wat van zulke voor- behouden. De brief van de minister is in het algemeen weldadig resoluut is en straalt daadkracht uit. Maar bij dit deel wordt de tekst zoekend, tastend en soms, zo lijkt het, bijna tegen beter weten in, toch het pad vervolgend van een aparte regeling voor zzp’ers. Je ziet het drama al van verre aankomen.

In alle eerlijkheid en directheid: een aov voor alleen de groep zelfstandigen is gedoemd te mislukken. Begin er niet aan. De groep is te klein en kan nog kleiner worden naarmate meer betrokkenen gaan kiezen voor een opt/out. De kans dat de restgroep gekenmerkt zal worden door de slechtere risico’s met navenant hoge premies of magere uitkeringen, is groot.

Is dit een nieuwe analyse? Geenszins. Na de afschaffing van de AAW in 1998 hebben we een paar jaar de Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ) voor zelfstandigen gehad. Snel weer opgeheven want de premies werden te hoog en de prestaties te mager.

Waarom leren we niet van deze ervaring? En herstellen we de fout van 1998 toen de algemene, universele AAW werd afgeschaft als resultante van de “geest van de jaren negentig”.

Ons pleidooi is aan te koersen op een universele verzekering arbeidsongeschiktheid op basisniveau voor alle werkenden. En alle creativiteit en energie in te zetten op een dergelijke universele basisverzekering ao voor alle werkenden, want deze is al ingewikkeld genoeg.

Wat dan ontstaat is een overzichtelijke eerste pijler voor de aov voor alle werkenden, waarop onderscheiden categorieën werkenden zelf aanvullingen kunnen aanbrengen. Werknemers kunnen aldus in een tweede pijler hun huidige rechten behouden of zelfs uitbreiden als zij dat willen. Zelfstandigen kunnen desgewenst hun basisvoorziening particulier aanvullen wanneer zij de basisuitkering te mager vinden. In feite komen we dan voor het ao-risico uit bij eenzelfde pijler structuur als voor het risico van inkomensderving bij ouderdom: de AOW als basispensioen. Met daarbovenop de mogelijkheid van tweede en derde pijler voorzieningen. Ik realiseer mij zeer wel dat een pijlerstructuur voor arbeidsongeschiktheid ingewikkelder is dan voor pensioenen. Maar ze is superieur t.o.v. een categorale verzekering voor alleen zelfstandigen.

Ook vanwege het volgende punt.

Punt 3: past deze vorm in een structuur van de sociale zekerheid die de werking van de arbeidsmarkt van de toekomst ondersteunt?

Deze lijn van een aov voor alle werkenden past bij een structuur van universele, collectief geregelde basisvoorzieningen voor de grote risico’s van inkomensderving tijdens het arbeidzame leven voor alle werkenden: arbeidsongeschiktheid, ouderdom (AOW) en kennisveroudering (de individuele leerrekening).

Deze voorzieningen ten behoeve van weerbaarheid zijn de basis voor een strategie om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt wendbaarder te maken. Banen en functies komen op en verdwijnen. Dat geldt ook voor ondernemingen. Werkenden zullen gedurende hun carrière van contract willen veranderen. Om te midden van al die dynamiek als werkende overeind te blijven, beschermd en toegerust te worden: dat is de opgave waarvoor wij staan. Aparte basisvoorzieningen voor onderscheiden categorieën werkenden passen daar niet bij. Begin er dus niet meer aan.

(een korte versie van dit artikel is ook verschenen in de Volkskrant)

 

 

Hans Borstlap (o.a. voorzitter van de Commissie Regulering van Werk en oud lid van de Raad van State) 

 

 



Tijdens de ArbeidsmarktPoort bijeenkomst op 19 april verzorgt Hans Borstlap een inleiding over zijn rapport en de reactie van het kabinet. Daarna volgt een paneldiscussie onder leiding van Hugo-Jan Ruts met hem en Ruben Houweling (SER) en Hilde Palland (Tweede Kamerlid CDA). Aanmelden voor deze bijeenkomst kan via deze website 

ZiPconomy geeft ruimte aan auteurs die eenmalig een artikel willen plaatsen op ZiPconomy. Naam en functie van deze gastbloggers worden onder het artikel vermeld. Bekijk alle berichten van Gastblogger

3 reacties op dit bericht

  1. “Terecht; het is een goede brief met tal van ingrijpende voorstellen tot modernisering van de regels voor de arbeidsmarkt.“

    Modernisering? Het voelt als een wens om 30 jaar terug de tijd in te stappen en elke werkende als een onzelfstandige (fabrieks)arbeider te behandelen.

    ZZP’ers zijn de bijen van de netwerkeconomie brengen veel kennis over van het ene naar het andere bedrijf en het ZZP-schap is een vorm van emancipatie.

  2. Geheel eens met het pleidooi van Hans Borstlap voor een universele voorziening. Deze zou zelfs nog uitgebreid kunnen worden met een universele voorziening bij tijdelijke, onvrijwillige, werkloosheid zoals in Denemarken al gemeengoed is. De kunstmatige kramp waar we nu mee zitten van ‘vast’ en ‘niet vast’ wordt dan vanzelf opgelost.

  3. Waarom zijn er meer dan 900 CAO’s ? Het is onwerkbaar en onnodig, we hebben immers een arbeidswet en sociale wetgeving. Vernieuw! Regel op regel, het wordt onoverzichtelijk, onwenselijk en onuitvoerbaar. De enige die echt opschieten met alle regels zijn advocaten!