Joke Twigt 8 mei 2024 4 reacties Print RIM: hoe waarborgt een bureau kwaliteit van interim-management?In een competitieve markt en een veranderende wereld van werk ligt het voor de hand dat interim-managementbureaus nadenken over de kwaliteit van hun dienstverlening. Alleen een beoordeling van het CV en een selectiegesprek is niet meer voldoende. Er moet meer gebeuren om de juiste match te maken tussen kandidaat en opdrachtgever. De Raad voor Interim Management (RIM) hanteert meerdere instrumenten voor toetsing van kwaliteit en pleit voor een eigen kwaliteitslabel, schrijft Joke Twigt. Bureaus die aangesloten zijn bij de netwerkorganisatie Raad voor Interim Management (RIM) zijn geen cv-schuivers en staan voor kwaliteit. De huidige schaarste op de arbeidsmarkt is wat hen betreft een kans om die kwaliteit zichtbaar te maken. Warm netwerk Bureaus die alleen gebruik maken van hun warme netwerk voor bemiddeling ervaren dat dit niet meer voldoende is, blijkt uit het tweejaarlijks onderzoek van de RIM dat eind vorig jaar gepubliceerd is. Inge Haan, bestuurslid bij de RIM, licht toe: “Mensen zijn niet beschikbaar. Daarom is het noodzakelijk om het warme netwerk, de inner circle, te vergroten. Het constant werken aan uitbreiding van het netwerk is een must geworden. De schaarste geeft meer druk om een kandidaat te leveren en is in die vorm een bedreiging. Omdat RIM-bureaus een zorgvuldig bemiddelingsproces hanteren dat kwaliteit garandeert, is de schaarste wat ons betreft eerder een kans om die kwaliteit ook zichtbaar toe te passen. Als RIM-bureau zijn we heel nabij de kandidaat, zowel in opdrachtbegeleiding als in ondersteuning van diens loopbaan. ‘Knuffel’ je kandidaat is bij ons een gebezigde term geworden. Meer bieden dan alleen bemiddeling zorgt voor duurzame verbinding. Bureaus waren altijd primair gericht op de opdrachtgever om deze te voorzien in hun behoefte. Met deze verschuiving naar wat de kandidaat wil en kan, zien interim-managementbureaus hun aanpak veranderen. Het belang van een goede intake is groot omdat daarmee de vraag achter de vraag achterhaald wordt. De combinatie van het kennen van zowel de behoefte van de klant als die van de kandidaat, betekent dat we een match kunnen maken die aantrekkelijk voor beiden is.” De meerwaarde voor het bureau zit er dus in om niet alleen een tijdelijke plaatsing te doen, maar bij te dragen aan zowel de ontwikkeling van de organisatie van de klant als die van de kandidaat. Er zit toekomst in de bureaus die een soort impresario voor de interim-manager worden, meent Haan. Kwaliteitsinstrumenten “We hanteren een gedragscode en werken met een modelovereenkomst voor het contract,” vertelt voorzitter Désirée Simons. “Daarmee binden we vanzelf kwalitatief hoogwaardige interim-managers aan ons en leren we hen goed kennen, wat essentieel is voor bemiddeling. Het bureau levert toegevoegde waarde door niet alleen het vinden, maar juist ook het kennen van gekwalificeerde kandidaten.” De werkgroep Governance van de RIM werkt constant aan verbeteringen van kwaliteitsinstrumenten. Zo bevindt de gedragscode zich in de laatste fase van een upgrade. En de modelovereenkomst is in 2023 herzien, getoetst en goedgekeurd door de Belastingdienst. De modelovereenkomst van de RIM is bedoeld voor situaties van tussenkomst en is beschikbaar voor alle RIM-leden. Deze overeenkomst geeft zekerheid aan opdrachtgevers en interim-managers. De modelovereenkomsten zijn feitelijk nog steeds een tijdelijk instrument, het (nieuwe) kabinet wil aan de slag met nieuwe regelgeving voor zzp’ers. Door ruim driekwart van de respondenten van het tweejaarlijks onderzoek wordt een beroepsaansprakelijkheidsverzekering verplicht gesteld via de algemene voorwaarden. Bij de RIM is deze verplichting opgenomen in de modelovereenkomst. Dit dient als bewijs voor de afwezigheid van een dienstbetrekking. Het RIM-bureau moet dit vooraf controleren (en vastleggen). RIM-stempel In toenemende mate ervaren RIM-leden dat voor mantelovereenkomsten bij de overheid ISO-certificering verplicht wordt gesteld. Ook een intensieve screening van kandidaten wordt steeds vaker gevraagd. Reden te meer om kwaliteit te formaliseren. Ook gezien de politieke starheid over flexibilisering van werk en noodzakelijke lobby is het belang daarvan groot. Bij aanvang als voorzitter twee jaar geleden gaf Simons aan dat zij een voorstander was om van het RIM-lidmaatschap een RIM-stempel te maken, om het onderscheidend vermogen van een RIM-bureau te laten zien. Een label waaraan de buitenwereld ziet dat het gaat om een kwalitatief hoogwaardig bureau. Om zo nog meer betekenis te geven aan wat de RIM-bureaus doen. Tijdens een recente ledenbijeenkomst hebben de RIM-leden een duidelijke keuze gemaakt om voor positionering en kwaliteit te gaan. Daarvoor onderzoekt de gelijknamige werkgroep de mogelijkheid van een kwaliteitskeurmerk, wat inhoudt dat de standaarden die de RIM-bureaus hanteren, zoals de gedragscode en modelovereenkomst, ook gebruikt (gaan) worden als onderling toetsinstrument. governance, interim management, RIM Print Over de auteur Over Joke Twigt Joke Twigt was jarenlang zelfstandig interim-manager. Zij heeft uiteenlopende opdrachten uitgevoerd bij o.a. overheid, non-profit organisaties en financiĆ«le dienstverlening, zowel nationaal als internationaal. Zij stapte uit de opdrachtuitvoering en behield connectie met het vak door erover te gaan schrijven. Zij is redacteur interim-management voor ZiPconomy. Bekijk alle berichten van Joke Twigt
Dag Joke, Lang geleden was er een NVIM die eerst ORM heette, Orde van Register Managers. Daarnaast bestond er een kwalitatief matig RIM-register. Een beweging van golven met subtiele verschillen? Groet Reyer Brons
Dag Reyer, Leuk van je te horen. Ja, de NVIM kennen we beiden goed, ik heb in het bestuur gezeten. Het verschil tussen beide netwerkorganisaties is dat de NVIM voor interim-managers was (en ter ziele is) en de RIM een organisatie is voor bureaus die bemiddelen in interim-management. Overigens stond de RIM aan de wieg van de oprichting van het RIM-register, dus wat dat betreft komen de lijntjes weer samen als je bedenkt dat zij nu een nieuwe wijze van kwaliteitsborging zoeken. Hartelijke groet, Joke Twigt
Dag Joke, we kennen elkaar niet, ik was lid van het eerste ORM bestuur en ken de ontwikkelingen dus ook enigszins. Vanaf het begin heeft de ORM de samenwerking gezocht met de RIM, die liefde kwam niet echt van beide kanten, de samenwerking is daarom ook nooit echt op gang gekomen. Bij mijn eigen bezoeken aan RIM bureaus, afspraken die vaak moeilijk tot stand kwamen, was er een afhoudende en ook wat neerbuigende sfeer, men vod een beroepsvereniging overbodig, de Rim wist wel wat er moest gebeuren. Overleg ORM met Belastingdienst, Kamerleden over de zelfstandigheid etc? Overbodig. Het IM register (initiatief van de ORM) met bijbehorende selectie, gedragscode, verplichte permanente educatie en tuchtrecht? Overbodig, er was de RIM. Ik heb dus een wat ander beeld dan jij als het gaat over initiatieven voor registers en inzet voor de positie en kwaliteit van het vak dan jij nu schetst. Ik betreur ook nog altijd de mislukking van het experiment ‘beroepsorganisatie’, maar het was ook duidelijk dat er maar een hele kleine groep collega’s het belang zag – een groot deel ging het alleen maar om geld verdienen en solistisch zelfstandig leven leek het – en een doorlopend gebrek aan mankracht. Nog altijd denk ik dat niet het etiket “ZZP”, maar een met opleiding, gedragscode en tuchtrecht geborgde beroepsgroep de juiste weg is om fiscale zelfstandigheid te bereiken. De huidige discussie over DBA en andere warboel leidt tot niets, doodgewoon omdat de huidige manier van werken in strijd is met de basis van het arbeidsovereenkomstenrecht. Alleen en werkelijk geborgd beroep a la de advocaat, accountant etc. is een oplossing.
Dag Maarten, Kan heel goed hoor dat jouw beeld anders is dan dat van mij. Er zit immers flink wat tijd tussen met de nodige veranderingen en nieuwe inzichten. In de periode dat ik betrokken ben bij de RIM als redacteur is er een stevige lobby ontstaan richting de politiek. Zelfs in een coalitie met andere brancheverenigingen zoals Bovib en VvDN. Hoewel belangen verschillen is gezamenlijk optreden een krachtig signaal richting Den Haag. Dat kwaliteit nu (wel) hoog in het vaandel staat, blijkt wel uit het hanteren van een (net geactualiseerde) gedragscode en de ontwikkeling van een kwaliteitslabel, zoals ik in het artikel schrijf. Inderdaad jammer dat interim-managers zelf niet meer verenigd zijn. Wie weet wat de toekomst brengt. Hartelijke groet, Joke Twigt
nieuws - RIM, Bovib, NBBU, ABU en VvDN willen dat concept wet VBAR wordt aangepast: āLost het probleem niet...