"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

EU-verkiezingen: wat willen partijen met werk en arbeidsmigratie?

Voor veel Europeanen staat er een thema met stip op 1 tijdens deze Europese Parlementsverkiezingen: bestaanszekerheid, de bestrijding van armoede en het scheppen van nieuwe banen. Veel kiezers – met de Nederlanders als opvallende uitzondering – zien graag een sociale Europese Unie (EU). Maar zo eenvoudig is dat nog niet, bleek de afgelopen jaren. Wat willen de verschillende politieke partijen op dit gebied?

België en Nederland: het zijn buurlanden en delen een gemeenschappelijke geschiedenis. Maar tijdens deze verkiezingen voor het Europees Parlement blijken ze behoorlijk te verschillen in wat ze belangrijk vinden. De Belgen maken zich overwegend grote zorgen over de (in gebreke blijvende) strijd tegen armoede en sociale uitsluiting, terwijl Nederlanders vooral EU-defensie en veiligheid tot hun electorale prioriteit maken. Nederlanders maken zich daarentegen weer een stuk drukker over migratie met 48% tegenover 31% onder de Belgen, valt te lezen in de meest actuele Eurobarometer-enquête van het Europees Parlement.

Hoe het ook zij: arbeidsmigratie, de toekomst van de arbeidsmarkt en de sociale EU-agenda spelen dus wel degelijk een rol bij deze verkiezingen. Maar een echt sociaal beleid op het gebied van werk, inkomen en pensioen – laat staan flexibele arbeidsrelaties – voert de Unie nog niet. “Brussel” wordt daarin te beperkt door de 27 lidstaten, die sociaal beleid graag nationaal willen houden. Toch zijn er een paar wapenfeiten, die de EU de afgelopen jaren voor elkaar heeft gekregen. Allereerst is dat een wet die ervoor moet zorgen dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt verkleind en een EU-breed akkoord over een betere bescherming van platformmedewerkers. Misschien wel het grootste succes zijn de duurzaamheidsrapportagerichtlijnen in het kader van de ESG: bedrijven zijn verantwoordelijk voor het duurzame en sociale karakter in de toeleveringsketen.

Hoe denken de verschillende politieke partijen in Nederland over de sociale kant van Europa?

De toekomst van de arbeidsmarkt

Het valt op dat met name de progressieve partijen inzetten op toekomstbestendige en veelal “groene” en dus duurzame banen. Technologie speelt hierbij veelal een rol. VOLT, samen met D66, een van de meest pro-Europese partijen, gaat voor het promoten van groene banen en het investeren in duurzame energie om werkgelegenheid te stimuleren. D66 wil geld steken in onderwijs en digitale vaardigheden om de Europese arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Ook de ChristenUnie wil de duurzaamheid bevorderen op de arbeidsmarkt door groene banen te stimuleren.

GroenLinks-PvdA zoekt, traditiegetrouw, de bescherming van werknemers door middels krachtige sociale rechten, inclusief een Europees minimumloon. NSC stimuleert graag de samenwerking in grensregio’s (Euregio) op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt, bereikbaarheid en onderlinge hulp en dienstverlening. De VVD wil vooral de innovatie aanzwengelen en ondernemers zo min mogelijk strobreed in de weg leggen en zo banen creëren die de economische groei te bevorderen. Het CDA wil onder meer de werk-privébalans verbeteren en ondersteuning van gezinnen door flexibele werkregelingen. De PVV heeft in zijn verkiezingsprogramma niets staan over de arbeidsmarkt noch de toekomst van banen.

Arbeidsmigratie

Migratie was in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezing een onderwerp dat de gemoederen flink bezighield en dat is nu, rond de Europese verkiezingen niet wezenlijk anders. Het mag geen verrassing heten dat voor veel partijen op de rechterflank (arbeids)migratie moet worden ingeperkt. FvD eist een strikte controle op en de beperking van arbeidsmigratie om de nationale arbeidsmarkt te beschermen. Verschillende partijen opperen een stelsel met werkvergunningen SP, SGP en JA21 doen suggesties voor een soort vergunningenstelsel. Laatstgenoemde partij wil het vrije verkeer van werknemers niet aan banden leggen, maar wel reguleren. De BBB zet in op nationale sturing. De partij pleit in zijn algemeenheid voor het stoppen van de migratiechaos en mensensmokkel door asielprocedures buiten de EU te houden.

Opvallend is dat de toekomstige coalitiedeelnemer, de VVD, er toch wat anders naar kijkt. De liberalen gaan soepeler om met deze kwestie. Ze willen dat de EU “grip op migratie” krijgt: “We moeten een kritischer en strategisch beleid voeren om te bepalen welke arbeidsmigranten van buiten de EU onze samenleving wel kan gebruiken en welke niet.” De eisen worden dus aangescherpt, maar met name kennismigratie versterkt de Europese economie, klinkt het. Interne migratie, dus van de ene naar de andere EU-lidstaat, heeft voorrang.

Ter progressieve zijde klinken dan weer andere geluiden. Daar is men veelal gericht op humane omstandigheden en bescherming van buitenlandse werknemers. Zo wil GroenLinks-PvdA een sterker mandaat voor de Europese Arbeidsinspectie, meer capaciteit voor nationale arbeidsinspecties, beter beschermde Europese vakbonden en bovendien minder afhankelijkheid voor arbeidsmigranten van hun werkgevers. De linkse tandem wil overigens ook grip op migratie door middel van gerichte arbeidsmigratie gestuurd door de overheid. D66 munt het begrip circulaire migratie, Zo worden tekorten in Europa “opgevuld” en de kennis die deze arbeidsmigranten opdoen, kunnen zij vervolgens in hun land van herkomst weer verder verspreiden en inzetten.