ZiPredactie 11 maart 2025 0 reacties Print “Er ontbreekt een plan B voor de WTTA”In de aanloop naar het Kamerdebat over de WTTA doet Patrick Tom van Bureau Cicero een dwingende oproep. “Mocht het wetsvoorstel niet doorgaan, laten we dan het kind niet met het badwater weggooien.”“Onderaan de streep is de WTTA een goede wet”, vindt Patrick Tom van Bureau Cicero, een van de controlerende instanties die straks deel zal uitmaken van het nieuwe toelatingsstelsel. Dat wil zeggen: áls de nieuwe wet – voluit wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA) – er komt. Morgen behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel. De WTTA behelst een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus, detacheerders en andere bedrijven die arbeidskrachten uitlenen. Doel van de wet is het tegengaan van misstanden zoals onderbetaling, slechte huisvesting en belastingontduiking. Onder het nieuwe stelsel mogen uitleners alleen de markt op als zij toegelaten zijn. Er komen periodieke inspecties op het ‘verplichte normenkader’ door private instellingen, zoals Bureau Cicero. Het normenkader is een uitgebreide variant van het SNA-keurmerk waaraan uitzendbureaus zich nu nog vrijwillig onderwerpen. De behandeling van de wet werd al twee keer uitgesteld. De tweede keer was dat, omdat er nog geen overheidsinstantie was gevonden die de certificering kon uitvoeren. Die is er nu wel in de vorm van een nieuwe eenheid binnen het ministerie van SWZ. Die eenheid gaat bepalen of uitzendbureaus worden toegelaten tot de markt voordat ze personeel uitlenen. Kritische geluiden Dat de wet er komt, is nog geen gelopen race. Er klonken kritische geluiden. Dat je met het stelsel de goeden opzadelt met een hoop administratie en de echte criminelen niet pakt. “Als alles buiten de boeken om gaat, zien wij dat als private partij niet”, zegt Tom. “De echte criminelen zijn voor de Arbeidsinspectie. De effectiviteit van het stelsel zit in de samenwerking tussen privaatrechtelijke inspectie-instellingen zoals wij en een sterk handhavingsteam.” Een ander kritiekpunt zijn de kosten die uitleners moeten maken onder het toelatingsstelsel. Behalve de waarborgsom – waar bedrijven die al langere tijd het SNA-keurmerk hebben, overigens van kunnen worden uitgezonderd – zijn dat de kosten voor controles door inspectie-instellingen en de kosten van de toelatende instantie. Uitleners betalen voor die kosten, afhankelijk van hun bedrijfsgrootte; inleners betalen op haar beurt dan weer mee via de kostprijs van de uitlener. “Het hele stuk compliance goed inregelen kost linksom of rechtsom gewoon geld”, zegt Tom. “Ter relativering: voor een gezond bedrijf is het een alleszins redelijk op te brengen bedrag voor een licence to operate. Vooral voor kleine partijen met krappe marges zal de toelating een moeilijk verhaal worden. Zij zullen eerder geneigd zijn in zee te gaan met een back-office dienstverlener, zodat zij buiten het toelatingsstelsel vallen. Maar een back-office partij kost ook geld.” Goede punten Patrick Tom hoopt dat de wet er komt. Ondanks kritische geluiden uit de markt, zitten er een hoop positieve punten aan het toelatingsstelsel, benadrukt hij. In gesprekken met uitzenders hoort hij overwegend positieve geluiden. Het kost tijd en moeite, maar het brengt ook veel: een gelijk speelveld en terugdringen van malafiditeit uit hun sector. Van de 15.000 uitzenders en detacheerders die straks toegelaten zullen worden, hebben er vierduizend nu al het SNA-keurmerk. De andere 11.000 duizend zijn niet in beeld. ”Stel dat de helft zich aanmeldt voor het stelsel, dan zijn deze in beeld. Dan gaan duizenden bedrijven op voor een privaatrechtelijke keuring, waarmee je oneigenlijk concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaat.” “De WTTA is een grote stap vooruit als het gaat om het intensiveren van handhaving en de instrumenten die je krijgt om misstanden te bestrijden”, betoogt Tom. “Wat het stelsel voor heeft op de bestaande situatie is dat inleners bij elke controle van de Arbeidsinspectie of de Belastingdienst een toets kan krijgen of zij met toegelaten partijen zaken doen. Daarmee creëer je een gelijk speelveld voor uitlener en inlener.” “Bovendien worden van de bedrijven die zich bij ons aanmelden, ook de bedrijven getoetst waarmee zij samenwerken. We beoordelen de hele keten. Ook dat is al een flinke plus ten opzichte van het bestaande keurmerk.” De helft die zich niet aanmeldt, is aan handhaving om zich daarop te storten. “Daarom is het voor het slagen van dit stelsel zo belangrijk dat de handhavingscapaciteit en effectiviteit ook op orde is.” Waarom is er nog geen plan B? Maar de kans bestaat altijd dat een wetsvoorstel sneuvelt, benadrukt Tom. Het moet immers door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden geloodst. “Wat ontbreekt is een plan B. Terwijl iedereen het erover eens is dat er wel íets moet komen.” Zijn zorg is dat alle inspanningen die de markt tot nu toe heeft betracht voor niets zouden zijn. Hij hoopt dat mocht de wetgeving onverhoopt niet doorgaan, er in ieder geval wordt voortgeborduurd op de zelfregulering die door private partijen is opgetuigd. “Het alternatief zou funest zijn. Er wordt gesproken over uitzendverboden in bepaalde sectoren. Dat zou slecht kunnen uitpakken voor de Nederlandse economie of de concurrentiepositie op de internationale markt. Ook bij een vergunningenstelsel zónder privaatrechtelijke controles is de branche niet gebaat. Dan koop je als het ware je license to operate.” Dan wordt liquiditeit bonafiditeit. Hij vindt dat het gesprek op gang moet blijven met de branche en de stakeholders: hoe gaan we het dán organiseren? Patrick Tom heeft daar zo zijn ideeën over. “Je kan bijvoorbeeld het huidige SNA-keurmerk uitbreiden met de normen zoals die nu zijn uitgewerkt binnen de ministeriële regeling. We hebben die nu al opgenomen in een WTTA-module binnen het SNA keurmerk. We doen ook ervaring op met het harmoniseren van casuïstiek binnen SNA om ervoor te zorgen dat we met elkaar op één lijn zitten. Zo weten we alvast waar de inhoudelijke gaten en risico’s zitten. Het zou zonde zijn om dat voorwerk niet te benutten en zo het kind met het badwater weg te gooien.” “Om net als onder de WTTA een gelijk speelveld te creëren”, vervolgt hij, “zou je dat keurmerk vervolgens wel verplicht moeten stellen. Of zo’n verplichtstelling via de overheid mogelijk is, zou nog uitgezocht moet worden. Ik vermoed van wel, bij bouwbesluiten zijn immers ook bepaalde normeringen verplicht. Een verplichting kan je ook organiseren vanuit het maatschappelijk debat. Alle stakeholders besluiten dan met elkaar om het keurmerk verplicht te stellen. Denk aan banken die zonder keurmerk geen bankrekening afgeven of niet langer financieren.” Transitie Patrick Tom ziet kansen om de uitzendbranche professioneler en schoner te krijgen. Of dat nou via de WTTA is of langs de weg van privaatrechtelijk alternatief gestoeld op het SNA-keurmerk. “In beide gevallen verplicht je ondernemers tot transparantie op arbeidsvoorwaarden.” De uitvoering van het stelsel zal in het begin voor sommige bedrijven complex zijn. Voor detacheerders bijvoorbeeld, die óók onder het stelsel gaan vallen. Patrick Tom ziet ook daar toch vooral een kans. “Inlener en uitlener worden gedwongen om goed met elkaar in gesprek te gaan over de juiste beloning. Neem een detacheerder die een kandidaat zelf heeft opgeleid. Hoe verdeel je de kosten? Bouw je loonschalen in of maak je separate afspraken over de opleidingskosten die je kunt doorbelasten? Niet langer staat het goedkoop leveren van uitzendkrachten centraal. Het gaat straks meer over de propositie. Het gaat over de toegevoegde waarde als ketenleverancier en het creëren van duurzaam ondernemerschap. De markt gaat professionaliseren en ik verwacht daar heel mooie dingen te zien.” Tegelijkertijd beseft Tom ook dat niet met alle opdrachtgevers het goede gesprek valt te voeren. “Er zitten ook bewust onbekwame opdrachtgevers tussen, die het puur en alleen te doen is om goedkope arbeidskrachten in te huren, sommige zelfs om werknemers uit te buiten. Daarmee krijg je een heel ander gesprek. Uiteindelijk zullen de uitzendondernemers aan hun opdrachtgevers duidelijk moeten uitleggen welke koers de sector opgaat. Als een opdrachtgever inziet dat hij die goedkope arbeid straks nergens meer kan krijgen, is hij uitgespeeld.” Toms boodschap aan de markt is om zich goed voor te bereiden op wat er komen gaat. Dat geldt voor de ondernemingen die het keurmerk nog niet hebben. Bedrijven die het SNA-keurmerk al wel hebben,kunnen zich laten toetsen op de WTTA-module. Dan hebben zij vast een to-do-list voor de toekomst.” Meer lezen: Kamerdebat over nieuwe toelatingsstelsel WTTA: alvast aan de gang met bestaande keurmerken Vertraagde invoer van de WTTA: dit zijn de kansen en uitdagingen Commissiedebat over arbeidsmigratie: alle ballen op de Wtta arbeidsmigranten, Bureau Cicero, toelatingsstelsel, wtta Print Over de auteur Over ZiPredactie De ZiPredactie plaatst hier interviews en eigen artikelen. Daarnaast persberichten, aankondigingen of (met toestemming) overgenomen artikelen. (contact: info[AT]zipconomy.nl) Bekijk alle berichten van ZiPredactie