"Exploring the future of work & the freelance economy"
SLUIT MENU

Sector Zakelijke Dienstverlening groeit ondanks grote uitdagingen

Een tekort aan arbeidskrachten drukt de groei van bedrijven in de zakelijke dienstverlening, net als de handelsbelemmeringen die de Verenigde Staten opwerpen. Een deel van het grote aantal zzp’ers in de sector loopt het risico als schijnzelfstandige te worden aangemerkt, nu de belastingdienst daarop weer handhaaft, schrijft Mario Bersem in de sector Zakelijke Dienstverlening.

De sector Zakelijke Dienstverlening groeit naar verwachting met 1,5 procent in 2025 en 1 procent in 2026. Voor het bruto binnenlands product (bbp) is de verwachte groei 1,4 procent in 2025 en 1,3 procent in 2026. Invoerheffingen, die de Verenigde Staten sinds 9 april 2025 oplegt aan de Europese Unie, dragen negatief bij aan de groei van de Nederlandse economie, verwacht ABN AMRO. Voor de Zakelijke Dienstverlening is het directe effect van de invoerheffingen beperkt, omdat deze alleen voor goederen gelden. Maar het indirecte effect van de invoerheffingen, die de hele economie en het bbp raken, is voor de Zakelijke Dienstverlening wel van belang; de sector is namelijk conjunctuurgevoelig en deint over het algemeen mee met de macro-economische ontwikkeling.

De sector Zakelijke Dienstverlening omvat een breed scala aan dienstverleners, waaronder professionele dienstverleners zoals accountants en advocaten, facilitaire dienstverleners zoals schoonmakers en beveiligers, en HR-dienstverleners zoals uitzenders en detacheerders. Voor de professionele dienstverlening verwachten we 3 procent groei en voor facilitaire dienstverleners een groei van 2 procent. De HR-dienstverlening stagneert naar verwachting met 0 procent groei.

Ondanks de diversiteit binnen de sector zijn er enkele gemeenschappelijke factoren: mensen zijn de belangrijkste productiefactor in de sector die daarmee ‘asset light’ is; bedrijfsmodellen richten zich voornamelijk op business-to-business; en de externe financieringsbehoefte is vergeleken met andere sectoren relatief laag. De Zakelijke Dienstverlening is de grootste bedrijfstak van de Nederlandse economie. Qua toegevoegde waarde draagt de sector zo’n 15 procent bij aan het bruto binnenlands product (bbp). Ook qua werkgelegenheid is de sector het grootst, met 1,3 miljoen werkzame personen.

Aanstekelijk werkgeverschap

Personeelstekorten zijn de belangrijkste belemmering voor ondernemers in de Zakelijke Dienstverlening. Volgens de COEN Conjunctuurenquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) noemde maar liefst 52,4 procent van de ondervraagde werkgevers ‘tekort aan personeel’ als belemmering in januari 2025, vergeleken met 35,8 procent voor ondernemers in de hele economie. Gezien de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt blijven personeelstekorten naar verwachting in 2025 de belangrijkste belemmering voor ondernemers in de sector Zakelijke Dienstverlening.

Werkgevers realiseren zich dat ze een aantrekkelijk totaalpakket moeten bieden in een arbeidsmarkt gekenmerkt door schaarste, stelt arbeidsmarktstrateeg Wim Davidse. “Mensen willen bij een bedrijf werken dat ze begrijpt en uitdaagt en waar ze zichzelf herkennen.” Dat betekent minder nadruk op efficiëntie en meer op verbinding en gezamenlijke waarden. De krappe arbeidsmarkt, waarin werknemers wat te kiezen hebben, werkt hier als katalysator voor veranderingen op de bedrijfsvloer. “Zonder wat ik noem ‘aanstekelijk werkgeverschap’, krijg je simpelweg de mensen niet”, aldus Davidse.

Risico op schijnzelfstandigheid in de Zakelijke Dienstverlening

Bijna een kwart van alle werkzame personen in de Zakelijke Dienstverlening is zzp’er, terwijl dat voor de hele economie zo’n 13 procent is. Consultants, boekhouders en juridisch adviseurs bieden hun diensten vaak aan als zzp’er, maar ook cateringmedewerkers, beveiligingsmedewerkers en schoonmakers zijn in die hoedanigheid actief.

De totale flexibele schil, bestaande uit werknemers met een flexibele arbeidsrelatie en zzp’ers, omvat voor de Zakelijke Dienstverlening bijna 45 procent van het aantal werkzame personen, ofwel zo’n 600.000 mensen. Binnen de flexibele schil heeft de laatste vijf jaar een opvallend verschuiving plaatsgevonden: het aantal flexibele werknemers met een tijdelijk of oproepcontract is afgenomen met 12,5 procent; het aantal zzp’ers nam juist sterkt toe, met zo’n 38 procent (zie grafiek).

Sinds 1 januari 2025 handhaaft de belastingdienst strenger op schijnzelfstandigheid. Werkgevers die werken met zzp’ers lopen het risico op naheffingen en boetes van de belastingdienst als sprake is van schijnzelfstandigheid, ook wel een verkapt dienstverband genoemd. Het risico op schijnzelfstandigheid bestaat bijvoorbeeld bij inbedding in de organisatie en aansturing, dus gezagsuitoefening. Civiele procedures waarbij ‘zelfstandigen’ werknemersrechten opeisen, vormen een aanvullend risico, zoals het voorbeeld laat zien van een intensivist die op zzp-basis werkte en succesvol ontslagbescherming eiste.

Zo is het de vraag of facilitaire dienstverleners, zoals beveiligers, als zzp’er kunnen blijven werken. “Maar ook interim-professionals in HR, finance of zelfs management lopen risico op schijnzelfstandigheid”, aldus Hugo-Jan Ruts, zzp-expert en hoofdredacteur van ZiPconomy. “Tegelijkertijd hebben ze vaak de mogelijkheid om hun opdracht zo aan te passen dat het toch voldoet aan de criteria voor zelfstandigen.”

Werkgevers kunnen de risico’s op schijnzelfstandigheid beperken middels de stappen die ABN AMRO in het rapport Werkgevers worstelen met handhaving schijnzelfstandigheid heeft beschreven. Dat wil zeggen, de zzp’er kan in dienst treden, of kan zich via detachering of uitzenden op een risicoloze en ‘legale’ wijze laten inhuren. Tot slot kunnen de afspraken worden veranderd in een poging om binnen de criteria voor zelfstandigheid te blijven, zoals door de belastingdienst beschreven op basis van het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad.


Wil je meer weten over ontwikkelingen binnen de markt? Meld je dan aan voor de FlexNieuws Top 100 Live bij ABN AMRO.


Recent stappen steeds meer zzp’ers over op de rechtsvorm van een besloten vennootschap (bv) en heffen hun eenmanszaak op, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Het risico op schijnzelfstandigheid speelt waarschijnlijk een rol bij de keuze van zzp’ers om over te stappen op bv’s: “De lat om een arbeidsrelatie aan te nemen ligt in die gevallen hoger voor de belastingdienst”, aldus arbeidsrechtadvocaat Hendarin Mouselli van VRF Advocaten.

Professionele dienstverlening heeft de wind in de zeilen

De professionele dienstverlening, die juridische, accountancy- en adviesdiensten omvat, groeit naar verwachting van ABN AMRO met 3 procent in 2025 en overtreft daarmee de verwachte groei van 1,4 procent voor de gehele economie. Historisch gezien is de branche robuust gebleken, met minimale omzetverliezen, zelfs tijdens ernstige crises. Zolang de economie groeit en vereisten door regelgeving toenemen, zoals bijvoorbeeld rondom duurzaamheidsrapportage, houdt de branche de wind in de zeilen.

In de professionele dienstverlening zijn grote, internationaal opererende bedrijven actief, zoals PWC en KPMG in de accountancy en internationale advocatenkantoren als A&O Shearman en Jones Day. Hun grote schaal biedt voordelen bij de implementatie van nieuwe technologieën, zoals kunstmatige intelligentie – ofwel artificial intelligence (AI) – die potentie hebben om de professionele dienstverlening te hervormen. Zo verandert de juridische dienstverlening momenteel in hoog tempo, omdat gestandaardiseerde juridische taken overgenomen worden door AI. De vraag naar menselijke intelligentie blijft bestaan, zeker bij complexe diensten zoals fusie- en overnamebegeleiding, maar AI zal meer routineuze taken vervangen.

Het ligt voor de hand dat prijzen onder druk komen te staan, wanneer met behulp van AI bespaart kan worden op menselijk handwerk, dat duur is. De capaciteit die wordt vrijgespeeld kan worden ingezet om betere kwaliteit af te leveren, maar kan ook helpen om personeelstekorten tegen te gaan wanneer hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan.

Personeelstekorten vormen ook in de professionele dienstverlening een belangrijke belemmering. Zo kampen de accountancy en het notariaat met flinke vergrijzing, net als bijvoorbeeld de sociale advocatuur. Door de vergrijzing dreigen tekorten en blijft werk liggen. Daarnaast vormt het invullen van zogenoemde ‘medior’-rollen een uitdaging bij veel professionele dienstverleners. Door deze ontwikkelingen op de arbeidsmarkt kan het partnermodel bij sommige professionele dienstverleners onder druk komen te staan, omdat te weinig kandidaten overblijven om de partners op te volgen.

De consultancy, die adviesdiensten levert, is de laatste jaren geholpen door steeds meer opdrachten van de overheid. Aangekondigde beperkingen van de overheid op de inhuur van extern personeel kunnen een negatief effect hebben op consultants en detacheerders.

De geschiedenis laat zien dat de professionele dienstverlening gedijt te midden van een groeiende economie en toenemende complexiteit, veroorzaakt door nieuwe wetten en nalevingseisen zoals duurzaamheidsrapportage. Professionele dienstverleners die een werknemersgerichte cultuur bevorderen en nieuwe technologieën weten toe te passen zijn dan ook goed gepositioneerd voor de toekomst.

Facilitaire dienstverlening groeit gestaag door

Facilitaire dienstverlening, ook bekend als Facility Management (FM), omvat diensten die de kernactiviteiten van organisaties ondersteunen, zoals schoonmaak, beveiliging, catering, tuinonderhoud, gebouwbeheer en wagenparkbeheer. Grote facilitaire bedrijven zoals Facilicom, Vebego en Sodexo zijn gespecialiseerd in het leveren van operationele facilitaire diensten, terwijl Cushman & Wakefield zich voornamelijk richt op vastgoedbeheer en exploitatie. In 2024 bedroeg de totale facilitaire markt ongeveer 75 miljard euro, waarbij ongeveer de helft gerelateerd was aan vastgoedbeheer en exploitatie; de overige helft betrof andere facilitaire diensten. De branche verwacht een groei van 2 procent in 2025, volgens ABN AMRO.

Een groot deel van de facilitaire dienstverlening vindt nog intern plaats, binnen de bedrijfsmuren, door bedrijfseigen afdelingen. Consultant TwynstraGudde doet jaarlijks onderzoek naar de marktomvang van FM en schat het uitbestede deel van de markt op zo’n 43 miljard euro, dat wil zeggen 57 procent van 75 miljard euro. Het uitbestede percentage is de laatste jaren constant gebleven. Belangrijke trends in FM voor de komende jaren zijn duurzaamheid, de veranderende werkomgeving, technologische innovatie en samenwerking met de personeelsafdeling en de IT-afdeling.

Na de coronacrisis is de bezettingsgraad van kantoorgebouwen afgenomen door de verschuiving naar hybride werken. Deze verschuiving brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor FM, met leegstand op maandag, woensdag en vrijdag, en piekdrukte op dinsdag en donderdag. Een belangrijke vraag is dan ook of werkgevers druk kunnen uitoefenen om het aantal verplichte kantoordagen te verhogen. In dat geval kan de vraag naar kantoorruimte beter worden verdeeld en worden de pieken in het gebruik gedempt.

Een van de grootste uitdagingen voor FM-bedrijven is het werven en behouden van personeel, met name schoonmakers en beveiligingsmedewerkers. Deze krapte blijft zowel op korte als lange termijn een risico vormen, omdat de krapte op de arbeidsmarkt groot is en naar verwachting voortduurt, mede vanwege de vergrijzing. Personeelstekorten vormen een direct bedrijfsrisico, omdat bedrijven zonder voldoende personeel opdrachten kunnen verliezen. Vooral in de schoonmaak en beveiliging leidt de krapte tot hogere cao-lonen, wat marges onder druk kan zetten.

De inzet van technologie kan innovaties en arbeidsbesparende maatregelen stimuleren. Op lange termijn kan technologie daarmee het bedrijfsrisico van personeelstekorten reduceren. Bijvoorbeeld: de beveiligingssector verschuift van traditionele bewaking naar op alarm gebaseerde oplossingen.

HR-dienstverlening stagneert vanwege personeelstekorten

De HR-dienstverlening omvat verschillende soorten bedrijven die zich richten op arbeidsbemiddeling, zoals uitzendondernemingen, detacheerders, payrollbedrijven, werving- en selectiebureaus en werkplatforms. Bedrijven in de HR-dienstverlening hebben met elkaar gemeen dat ze vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengen. Wel heeft elk bedrijf zijn eigen specialisaties en werkmethoden om aan de diverse behoeften van de arbeidsmarkt te voldoen. In 2024 droeg de HR-dienstverlening ongeveer 2,7 procent bij aan het bbp van Nederland. De branche, die talent en menselijk kapitaal bemiddelt, is daarmee een groot en belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie.

De HR-dienstverlening is sterk cyclisch, wat betekent dat de vraag naar tijdelijke arbeidskrachten fluctueert met de economische cyclus. Maar de afgelopen jaren heeft zich een significante verschuiving voorgedaan onder invloed van de historische krapte op de arbeidsmarkt. Traditioneel gezien werden uitzenduren, gerapporteerd door de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), gebruikt als een vroege indicator voor keerpunten in de economische cyclus. Echter, recente data wijzen op een verzwakking van deze relatie, voornamelijk door structurele tekorten op de arbeidsmarkt. Een tekort aan kandidaten belemmert de arbeidsbemiddeling, bijvoorbeeld omdat kandidaten eerder in vaste dienst gaan. Zo nam het aantal uitzendkrachten in drie jaar af met 15 procent, terwijl het aantal vaste banen met 4 procent toenam en ook de economie met 4 procent groeide.

De ABN AMRO-sectorbarometer geeft een score en kleur aan voor een sector op basis van gegevens uit de COEN Conjunctuurenquête van het CBS: omzetgegevens, sentiment indicatoren en verwachtingen van ondernemers worden meegewogen. De sectorbarometer kleurt rood voor de HR-dienstverlening en duidt daarmee op een uitdagende periode voor de HR-dienstverlening. Maar ondernemers in de sector zijn voorzichtig optimistisch, blijkt ook uit de sectorbarometer. ABN AMRO verwacht voor 2025 dat de HR-dienstverlening stagneert, dat wil zeggen 0 procent groei.

De economie trekt weliswaar wat aan met 1,4 procent verwachte groei van het bbp in 2025, maar de arbeidsmarkt blijft naar verwachting krap met een werkloosheid van 4,1 procent. Uitzenders en detacheerders profiteren in 2025 wel van de instroom van zzp’ers die vanwege het risico op schijnzelfstandigheid voor andere vormen van flexwerk kiezen; deze verschuiving is al zichtbaar in de kinderopvang en in de zorg bijvoorbeeld.

Op middellange termijn blijven de structurele krapte op de arbeidsmarkt en vergrijzing zorgen baren. Deze krapte vormt als gezegd een belemmering voor de groei van uitzendbedrijven. Grote en generieke uitzendbedrijven presteren slechter dan kleine, wendbare en gespecialiseerde bedrijven. Ook detacheerders lijken beter bestand tegen de krapte, vanwege een sterkere binding met hun talentpool.

Op langere termijn kan de stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen soelaas bieden tegen de krapte op de arbeidsmarkt. Het arbeidsaanbod stijgt nog tot 2033 door, zo blijkt uit een recente prognose van het Centraal Planbureau (CPB). Ook technologie speelt een steeds grotere rol bij het tegengaan van de krapte op de arbeidsmarkt. Zo kunnen AI en digitale oplossingen de efficiëntie verbeteren bij werving en HR-processen. Bij een toename van de arbeidsproductiviteit, als gevolg van investeringen in automatisering en digitalisering, kan de spanning op de arbeidsmarkt verminderen. Dit biedt mogelijkheden voor HR-dienstverleners, maar vereist een balans tussen technologie en mensgericht management.

Mario Bersem is sectoreconoom bij ABN AMRO. Binnen de afdeling Sector Expertise richt hij zich op de sectoren Zakelijke Dienstverlening en Technologie, Media & Telecom. Hij doet onderzoek naar trends en ontwikkelingen, innovaties en regelgeving en vertaalt deze naar kansen, uitdagingen en prognoses voor de sector. Mario gaat regelmatig bij bedrijven langs om met ondernemers in gesprek te gaan of om een presentatie te geven. Bekijk alle berichten van Mario Bersem

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *